Wat is een burn-out?
Terwijl werk steeds belangrijker wordt en een meer prominente plaats gaat innemen in ons leven, komen steeds meer mensen op het randje van de burn-out. En maar al te vaak hoor je tegenwoordig gefluister dat deze of gene (tijdelijk) gestopt is met zijn baan om bij te komen van een burn-out.
Een chronisch vermoeidheidssyndroom
Een burn-out is een chronische vermoeidheidssyndroom en lijkt op de ongedifferentieerd somatoforme stoornis, zoals die in het DSM-IV staat. Er is sprake van grote vermoeidheid die niet medisch te verklaren is en die niet bewust veroorzaakt is. Het verschil met OSS is dat een burn-out gerelateerd is aan werk en OSS over het algemeen geldt.
Kenmerken
- Opgebrand gevoel
- Weinig energie
- Weinig motivatie
Zoals gezegd is dit alles gerelateerd aan werk. Burn-outs ontstaan na een langdurige blootstelling aan een grote dosis stress en een te idealistische instelling (waardoor de werkelijkheid tegenvalt). Het gaat niet enkel over overspannenheid en het is ook niet vergelijkbaar met een depressie, al komen de symptomen enigszins overeen. Ook in deze gevallen is het verschil voornamelijk dat een burn-out gerelateerd is aan het werk, en daarom ook anders behandeld moet worden.
Maslach en burn-out
De term "burn-out" is vooral in de jaren '70 bekend geworden door Christina Maslach, een Amerikaanse psychologe (zij was overigens een interviewer van de deelnemers aan het
Stanford Prison experiment). Zij beschreef burn-out als bestaande uit drie verschijnselen:
- Uitputting, oftewel extreme vermoeidheid
- Cynisme, oftewel afstand nemen van werk en/of collega's
- Verminderde persoonlijke bekwaamheid, afname van werkgerelateerd zelfvertrouwen
Het verminderd werkgerelateerd zelfvertrouwen wordt echter betwijfeld als zijnde een onderdeel van het syndroom.
Maslach stelde ook een vragenlijst op om burn-out te kunnen meten: de Maslach Burnout Inventory. De lijst bevat 20 vragen over de drie door haar opgestelde dimensies ("emotional exhaustion", "depersonalization", en "personal accomplishment").
Voorbeelden van vragen zijn:
- Uitputting: "Ik ben gefrustreerd door mijn baan"
- Cynisme: "Ik heb het gevoel dat anderen mij de schuld geven van hun problemen"
- Verminderde persoonlijke bekwaamheid: "Ik ga kalm om met emotionele problemen"
Oorzaken
Een burn-out ontstaat vaak volgens een bepaald stappenpatroon. In de eerste instantie heb je een werknemer die de sterke behoefte voelt
zichzelf te bewijzen. Het gaat hier dus om ambitieuze werknemers die steeds harder en harder gaan werken. Het
harder werken is dan ook de tweede stap. De steeds harder werkende werknemer vergeet daarbij naar zijn eigen behoeften te kijken. Niet langer onderhoudt hij zijn sociale contacten, hij vergeet te slapen en te eten: hij
vergeet zijn eigen behoeften. Daar wordt de persoon wel bewust van en dat leidt tot een
interne crisis.
Waarden worden herzien en problemen worden
ontkend.
Vervolgens begint de werknemer zich
terug te trekken en raakt zelf het contact met zichzelf kwijt:
depersonalisatie. Niet verwonderlijk ontstaat een
gevoel van innerlijke leegte, wat kan resulteren in overmatig gebruik van bepaalde middelen als alcohol en voedsel. Hier ontstaat dan de
depressie, wat een onderdeel kan zijn van een burn-out. Uiteindelijk resulteert het in een volledige
burn-out met alle fysieke en emotionele gevolgen van dien.
Risico's
Bepaalde groepen blijken meer gevoelig te zijn voor een burn-out dan anderen. Je zou vooral kunnen denken aan beroepsgroepen die moeten presteren onder hoge druk, zoals mensen in de gezondheidszorg en in het onderwijs. Het is echter ook mogelijk dat dit sterk beïnvloed wordt door de aandacht die wordt besteed aan deze beroepsgroepen in dit veld.
Andere risicofactoren zijn:
- Leeftijd: Ouderen zouden meer gevoelig zijn, maar dit kan ook zijn omdat vroeger burn-out resulteerde in een uitkering met een VUT
- Geslacht: Vrouwen zouden meer gevoelig zijn, maar dit kan ook gerelateerd zijn aan de beroepsgroep, met meer vrouwen in de gezondheidszorg en het onderwijs
Behandeling
Hoewel een burn-out een langdurige vermoeidheid kan veroorzaken, is het relatief snel te behandelen. Een psychotherapeutisch behandeling met 12 tot 15 sessies, één per week, zou al voldoende kunnen zijn om de burn-out te doen verdwijnen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van cognitieve therapie: aanpakken van disfunctionele gedachten, maar ook wordt gekeken naar de werksituatie zelf. Iemand die veel moet overwerken zal ondanks het aanpakken van de gedachten nog steeds veel risico hebben op uitputting en opgebrand raken, dus ook daar moet aan gewerkt worden en een oplossing worden gezocht.
In plaats van bijkomen, is het vooral de bedoeling om de cliënt zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen. Soms gebeurt dit inderdaad al tijdens de behandeling zelf. Het blijkt dan ook dat uitstellen van werken kan leiden tot permanente arbeidsongeschiktheid.