Van verzorgingsmaatschappij naar participatiemaatschappij
De verzorgingsstaat zoals wij die kennen is mede door de toenemende vergrijzing en de crisis onbetaalbaar geworden. De kreet die tegenwoordig populair is, is dat men door de verzorgingsmaatschappij te afhankelijk werd en dat er nu een beroep wordt gedaan op het probleemoplossend vermogen van onze samenleving, maar het is natuurlijk niet meer of minder dan een bezuinigingsmaatregel.
De eerste kennismaking met het woord participatiemaatschappij
"De klassieke verzorgingsstaat verandert langzaam maar zeker in een participatiesamenleving. Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven en omgeving. Wanneer mensen zelf vorm geven aan hun toekomst, voegen zij niet alleen waarde toe aan hun eigen leven, maar ook aan de samenleving als geheel."
Bovenstaande woorden werden in de troonrede van 2013 uitgesproken door koning Willem-Alexander. Voor veel mensen was dit de eerste keer dat ze het woord participatiemaatschappij hoorden, maar de plannen hiervoor bestonden al lang en de weg hier naartoe was al uitgestippeld.
Wat is het doel van burgerparticipatie volgens de overheid:
- De kloof tussen burger en politiek verkleinen.
- De draagkracht voor het beleid vergroten. Dat is duidelijk, wanneer burgers mogen meebeslissen is de kans op weerstand kleiner.
- Zelfredzaamheid van de burger bevorderen.
- Sociale cohesie versterken. Dat zal met name kunnen werken bij probleemwijken, alleen de mensen die in een wijk de meeste problemen geven zal je op zo'n vergadering niet zien.
- Verhogen van de kwaliteit van het beleid.
Rol van de burger
Positief aan burgerparticipatie is de rol van de burger zelf. Die wordt groter, de burger raakt meer betrokken, er wordt om zijn mening gevraagd. Er kan door actieve burgers daadwerkelijk invloed uitgeoefend worden. De burgers die dit belangrijk vinden en hier tijd in willen investeren, zijn meestal 35+. Het gevaar is dus wel dat de jongere burger te weinig gehoord wordt.
Daarnaast wordt in dit verhaal voorbijgegaan aan de burgers die hieraan niet kunnen deelnemen. Burgers met een klein sociaal netwerk, burgers met verstandelijke beperking of ernstige psychische problemen. Mensen dus die geld kosten en waarop bezuinigd moet worden. Mensen die kwetsbaar zijn en altijd een zekere mate van verzorging nodig zullen hebben. Mensen waarvoor er altijd een stukje verzorgingsmaatschappij moet blijven bestaan.
Rol van de overheid
Volgens de nieuwe gedachte gaat de overheid de samenleving leren hoe ze hun rol als burger moeten vervullen. Daarvoor moet de burger voldoende kennis hebben, waar de overheid dus voor wil gaan zorgen en dan beginnende bij de gemeente (lokale politiek). Volgens de overheid is daar de afstand tussen burger en overheid het kleinste is. En natuurlijk is het mooi een gemeenteraad die actief luistert naar zijn burgers en iets doet met hun inbreng, maar hoe gaat de overheid ons de benodigde kennis bijbrengen en hoe gaat de overheid de burger faciliteren? Natuurlijk wil de overheid als eerste van de taken af die onnoemelijk veel geld kosten, maar dan is er een moment dat er veel van burgers verlangt wordt, terwijl anderzijds betuttelende regeltjes nog steeds van kracht zijn.
WMO
Een van de eerste gemeente-instantie die in beeld komt wanneer je het hebt over de lokale overheid is de WMO. Hier maken vaak mensen gebruik van die te maken hebben met een opeenstapeling van problemen en daardoor een geringe draagkracht. Mensen die door de bomen het bos niet meer zien en vaak ook niet meer onder woorden kunnen brengen waarmee ze nu het best geholpen zouden zijn. Door hun omstandigheden wordt hun mate van participatie nadelig beïnvloedt. Dit botst en de kans is groot dat er geen ondersteuning komt aangezien deze burger niet in staat is helder weer te geven welke ondersteuning hij nodig heeft. Hierdoor raakt deze burger buiten beeld en de gemeente ziet niet dat zijn beleid faalt, alleen maar dat de kosten meevallen.
Participatie en ouderen
De ouderen van nu zijn hoger opgeleid, zelfbewuster, zelfredzaam en hebben meer te besteden dan de vorige generaties. De overheid verwacht veel van deze actieve ouderen en wil graag gebruik maken van hun ervaringskennis al is dit nu nog in de ontwikkelingsfase en meer een zoekproces. Ook hoogbejaarden moeten participeren en als ondersteuning voor hen zien we steeds meer seniorenloketten en websites verschijnen.
Geen verzorgingsmaatschappij meer
De verzorgingsmaatschappij is onbetaalbaar geworden dus de participatiemaatschappij zal de toekomst zijn. Voorlopig is het waarschijnlijk nog een vallen en opstaan waarbij overheid en burger van elkaar moeten leren wat wel en niet werkt en hoever participatie kan reiken zonder dat mensen buiten de boot vallen.