Europese Integratie in de jaren 40 en 50
Na de oorlog lagen er heel wat uitdagingen te wachten op Europa. Er moest niet alleen enorm veel schade hersteld worden, er moesten ook oplossing gevonden worden voor de telkens terugkerende conflicten op het continent. Het besef dat het zo niet langer door kon gaan zorgde ervoor dat er voor het eerst een serieuze noodzaak was om te praten over Europese integratie.
Internationale Integratie
Niet alleen werd er gesproken over Europese integratie nadat de Tweede Wereldoorlog ten einde was gekomen. Ook internationaal werden er samenwerking verdragen gesloten. Hierbij werd duidelijk dat de wereld in twee fronten was verdeeld. Het kapitalistische westen en het communistische oosten. Desondanks werd er geprobeerd om in drie gebieden enige vorm van samenwerking te creëren. Deze drie vlakken waren:
De politiek
Het werd belangrijk gevonden dat er een plek zou komen waar alle erkende staten van de wereld met elkaar zouden kunnen discussiëren. Om dit te bewerkstelligen werd in 1945 de Verenigde Naties opgericht.
Defensie en veiligheid
In 1949 werd de NAVO opgericht. De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie zorgde voor samenwerking tussen west Europese landen en de VS. Samen zouden zij sterk staan tegen het communistische Oostblok. Na de val van het communisme werd de NATO uitgebreid met oost Europese landen.
Het Oostblok besloot dat ook zij een dergelijke samenwerking nodig hadden om sterk te staan tegen de NAVO landen. Daarom werd het Warschaupact getekend. Hierin werd vastgelegd dat alle communistische staten die in gevaar verkeerden bijgestaan zouden worden door de andere communistische staten. Verder was het een manier van de Sovjet unie om zijn satelliet staten aan zich te binden. Het Warschaupact werd gesloten in 1955.
Economie
In 1945 werd het Internationaal Monetair Fonds opgericht om er voor te zorgen dat de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog goed zou verlopen. In 1948 werd de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking opgericht. Deze organisatie moest de verdeling van het geld dat de VS via het Marshall plan beschikbaar stelde voor Europa eerlijk en goed verdelen over de landen.
Integratie in Europa
Hoewel er op internationale schaal integratie plaats vond meteen na het einde van de Tweede Wereldoorlog, waren de leiders van de Europese landen er van overtuigd dat er meer moest gebeuren om er voor te zorgen dat het weer goed zou komen met Europa. Daarom werden er plannen gemaakt om integratie te bevorderen in dezelfde drie vakgebieden.
De politiek
Churchill was er een voorstander van een Verenigde Staten van Europa te stichten. Dit kwam hem goed uit zolang het Verenigde Koninkrijk er geen deel van uitmaakte. Het idee werd besproken tijdens de conferentie van Den Haag in 1948. Het idee was niet succesvol.
Defensie en veiligheid
In 1952 werd een verdrag ondertekend voor een Europese Defensiegemeenschap. Het verdrag werd echter nooit uitgevoerd. Het was gebaseerd op het Von Pleven Plan dat door Jean Monnet en de Franse president René Pleven bedacht was. Zij opperden het idee om een gezamenlijk Europees leger te stichten. Dit zou er voor zorgen dat Duitsland geen nieuw eigen leger nodig zou hebben om zich te beschermen tegen de Sovjet unie, maar dat het leger van heel Europa zou zijn. Hoewel het een Frans idee was om een dergelijke constructie te creëren, werd het nooit uitgevoerd omdat de Fransen het niet ratificeerden in 1954.
Economie
De eerste stap van integratie vond plaats in de economie toen in 1950 het Schuman Plan werd gepresenteerd. Dit plan werd bedacht door Jean Monnet en de Franse minister Schuman die ervoor wilden zorgen dat de kool en staal handel gecontroleerd zou worden. Dit had twee redenen. De eerste was dat dit er voor zou zorgen dat er geen onrust zou ontstaan tussen Frankrijk en Duitsland omdat de kolen en staal vooral in hun grensgebied te vinden was. Ten tweede zou dit er voor zorgen dat Frankrijk zeker genoeg kolen en staal zou blijven krijgen om voor heropbouw te zorgen. Jean Monnet zelf geloofde ook dat als men hier begon met Europese integratie, er vanzelf een ‘spill-over effect’ zou plaats vinden. In andere woorden, dat het ook makkelijker zou worden om Europese Integratie in andere gebieden toe te passen.
- Uiteindelijk kwam uit het Schuman Plan in 1951 de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) voort. In 1952 werd de EGKS in werking gesteld voor 50 jaar. Dit betekend dat de EGKS sinds 2002 niet meer actief is.
- Een tweede orgaan werd geboren in 1957. Namelijk het Europese gemeenschap voor Atoomenergie, die ook wel Euratom genoemd wordt. Dit orgaan bestaat nu nog steeds, maar heeft moeilijke tijden gekend. Het werd opgericht toen de uitvinding van kernwapens als gevaar werden gezien. Het doel was de productie van kernwapens te controleren. Wat voor moeilijke situaties zorgde was onder andere dat het organisatie zich maar op een zaak richtte, namelijk kernenergie. Dit zorgde ervoor dat er moeilijk compromissen gevonden worden wanneer een land het niet geheel eens is met een bepaald idee.
- De derde organisatie die ontstond was de Europese Economische Gemeenschap in 1957. Tegenwoordig is de EEG opgenomen in de EU. Het zorgt voor algemene regelgeving voor alle economische zaken. In 1992 werd de EEG omgedoopt tot de Europese Gemeenschap omdat het zich niet langer alleen met economische zaken bezig hield maar ook met mensenrechten bijvoorbeeld.