Dossier Europa - Vier pijlers onder de Europese Unie
De Europese Unie is ooit begonnen als een idee in de hoofden van enkelen. Als deze stichters van het prille eengemaakte Europa de omvang van de Unie op dit moment zouden kunnen bekijken, zouden ze er ongetwijfeld stil van worden. Stil van trots om wat zij in gang gezet hebben? Stil van de omvang die hun droom gekregen heeft? Voor wie Europa wil begrijpen, is het goed om ook stil te staan bij hun uitgangspunten. Op welke vier pijlers werd onze EU gebouwd?
Nooit meer oorlog
Het idee van een eengemaakt Europa heeft altijd bestaan. Men had als voorbeeld de Verenigde Staten van Amerika en zag het als een droom om eenzelfde solidariteit tussen de landen van Europa te creëren. Een grote voorstander van die zogenaamde Verenigde Staten van Europa was bijvoorbeeld de Franse schrijver Victor Hugo. Het beeld werd echter nooit als meer gezien dan een utopie. Frankrijk en Duitsland waren eeuwige rivalen. Het idee dat zij ooit zouden samenwerken leek nauwelijks mogelijk.
De Eerste en Tweede Wereldoorlog bewezen eens te meer dat één Europa op dat moment absoluut niet bestond. Tegelijkertijd groeide er een nieuwe droom. Deze gruwel mocht niet meer terugkeren. De enige manier om dit te voorkomen was opnieuw de droom nastreven van een diepgaande samenwerking tussen de landen die tot voor kort met getrokken messen voor elkaar stonden.
Dit keer bleef het idee niet alleen een filosofisch denkbeeld. Enkele politici staken hun nek uit om hun volk achter het idee te scharen. Eendracht maakt macht. In het prille West-Duitsland was er de eerste bondskanselier Konrad Adenauer, Groot-Brittanië had Winston Churchill, die premier was tijdens WOII, Alcide De Gasperi was de Italiaanse premier na de oorlog en in Frankrijk sprak Robert Schuman, die in 1947 premier werd.
Tussen 1945 en 1950 rijpte het beeld van een nieuw tijdperk. West-Europa moest helemaal anders worden. Het moest gedaan zijn met op historische verschillen te focussen. Alle landen en volkeren zouden gelijke rechten krijgen. Er zou een structuur komen die de gemeenschappelijke belangen kon behartigen om Europa sterker te maken.
Het was samen met de Franse zakenman en politicus Jean Monnet dat Robert Schuman, ondertussen minister voor buitenlandse zaken, op 9 mei 1950 het voorstel deed om een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op te richten. Deze EGKS zou de productie van kolen en staal coördineren in de landen die vroeger lijnrecht tegenover elkaar zouden staan. In 1951 traden dankzij het Verdrag van Parijs Frankrijk, West-Duitsland, Italië, België, Nederland en Luxemburg tot deze EGKS toe. De grondstoffen die ooit krampachtig in eigen land gehouden werden omdat ze zo belangrijk waren in de oorlog werden nu een onderwerp van samenwerking en verzoening.
Deze kern van eenmaking groeide in ruim vijftig jaar tijd uit tot een groots project van vreedzame samenwerking binnen de Europese Gemeenschap. Steeds meer landen voelden zich aangetrokken. In 1992 zorgde het Verdrag van Maastricht voor de oprichting van de huidige structuur van de Europese Unie, met ruime bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de verschillende Europese instellingen.
Toen in 1989 de Berlijnse Muur viel, werd het credo 'Nooit meer oorlog' een belangrijke drijfveer voor de Europese Unie om te ijveren voor een herenigd Duitsland. Toen enkele jaren later de Sovjetunie barstte, flakkerde meteen bij heel wat Midden- en Oosteuropese landen die al die tijd onder invloed van de USSR stonden de hoop op om ook bij de democratische landen van het Westelijke Europa te horen. Eén groot vreedzaam continent biedt stabiliteit in een samenleving waarin op mondiaal vlak de oorlog nooit stopt.
Samen staan we sterk
Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog en de eerste stappen in de richting van de Europese Unie zijn er op wereldschaal heel wat oorlogen gevoerd en ook vandaag is veiligheid een belangrijk thema. Door samen te werken, kunnen de landen vertrouwen op een stevige back-up als conflicten dichterbij dreigen te komen. Het is ook makkelijker om samen naar de omliggende regio's toe te stappen. Het Midden-Oosten, de Kaukasus, de Balkan en Noord-Afrika hebben met de EU een invloedrijke gesprekspartner die absoluut de veiligheid van haar lidstaten waarborgt.
De Europese instellingen hebben door doorgedreven samenwerking tussen de lidstaten gezorgd voor een stabiele, vreedzame zone. Samen met de grote mondiale partners kan ook op militair gebied gezorgd worden voor het verdedigen van de eigen strategische belangen. Binnen de NAVO heeft de Europese Unie een belangrijke stem.
Een eigen Europees Leger is er niet. Men heeft ervoor geopteerd om binnen het het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) per lidstaat de nodige manschappen op te leiden voor conflictpreventie en crisisbeheersing. Deze troepen kunnen in samenspraak met de NAVO ingezet worden om de internationale vrede en veiligheid te ondersteunen.
Ook intern probeert de EU haar burgers veiligheid en zekerheid te geven. Er werd een Europese politiedienst opgericht om gerichter de internationale misdaad binnen Europa te bestrijden. De politiediensten in de verschillende lidstaten leren meer en meer nauw met elkaar samen te werken. Terrorisme en georganiseerde misdaad zijn niet langer nationale problemen, maar worden ook op Europees vlak aangepakt. Er wordt gestreeft naar een grote eengemaakte ruimte waar vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid is voor elke burger.
Economische en sociale samenwerking
Hoewel de Europese Unie gegroeid is uit politieke motieven, toch is de kern van de bloei van dit raderwerk met al haar instellingen te vinden in de economische voordelen die de samenwerking al die tijd geboden heeft. De grote vrijhandelszone en het gebruik van de Euro als gemeenschappelijke munt voor twaalf lidstaten zorgt voor een belangrijke positieve dynamiek binnen de lidstaten Europese Unie
De verschillende Europese lidstaten zijn elk voor zich veel te klein om veel te wegen op de wereldhandel. Door de internationale samenwerking binnen de EU kunnen de krachten gebundeld worden. Op deze manier wordt Europa één van de belangrijke economische grootmachten.
Bedrijven kunnen binnen Europa makkelijker groeien dan binnen de eigen inlandse markt. De Unie heeft dan ook al heel wat inspanningen geleverd om een interne Europese markt uit te bouwen die handel vlot mogelijk maakt en administratie tot een minimum herleidt.
Deze grote economische ruimte met ruim 450 miljoen consumenten is ook een plaats waar solidariteit belangrijk is. Concurrentie moet kunnen leiden tot groei van alle regio's. Iedereen moet gelijke kansen krijgen, iedereen heeft dezelfde rechten. Daarom wordt in de Europese begroting ook geld vrijgemaakt voor hulp aan slachtoffers van natuurrampen en zijn er zogenaamde structuurfondsen die landen en regio's toelaten om een gelijk ontwikkelingsniveau te verkrijgen als de andere landen. Verder zorgt de Europese Investeringsbank ervoor dat grote infrastructuurwerken kunnen uitgevoerd worden om eerder afgelegen regio's te ontsluiten, zodat de handel in Europa optimaal kan groeien.
Een Europese multiculturele samenleving
Door de uitbreiding van de Europese Unie die de laatste jaren een behoorlijke vlucht genomen heeft, wordt het verschil tussen de EU-burgers onderling ook steeds groter. Er zijn culturele verschillen, maar ook een kloof tussen arm en rijk, die zeker na de toetreding van enkele ex-oostbloklanden de laatste jaren toegenomen is. De solidariteit op sociaal gebied tussen de lidstaten zal een stabiele pijler moeten worden om de Europese Unie niet te laten instorten.
De laatste vijftig jaar hebben de Europese landen al duidelijk gevoeld dat ze samen een stuk sterker staan dan alleen. Op alle mogelijke vlakken weegt Europa zwaar door in de besluitvorming. Elke lidstaat afzonderlijk zou nooit zoveel invloed kunnen hebben. Daarom beseffen alle landen ter dege dat ook nu de Unie meer complex wordt, een doorgedreven samenwerking op lange termijn positief is.
De Europese Unie hecht veel belang aan menselijke waarden. Economische en technologische vooruitgang mag geen doel op zich zijn, de mens mag nooit uit het oog verloren worden. Deze manier van samenleven is iets waar zowat alle EU-burgers achter kunnen staan. De normen en waarden van Europa bestrijken een rijke waaier van vlakken zoals mensenrechten, sociale solidariteit, economie met oog voor de mensen, aandacht voor het milieu en respect voor diversiteit.
Het subsidiatiteitsbeginsel dat de Europese Unie sinds het Verdrag van Maastricht in 1992 hanteert, kiest duidelijk voor een bescheiden en toch prominente rol voor de EU: enkel als maatregelen op het Europese niveau doeltreffender zijn dan maatregelen op nationaal of lokaal niveau, zullen de Unie en haar instellingen optreden. Dit beginsel zorgt ervoor dat de Europese Unie niet onnodig ingrijpt in het dagelijkse leven van haar inwoners. De gezamenlijke identiteit van alle Europeanen moet geen uniformiteit worden.