Prinsjesdag - begrotingsproces
Ieder jaar op de derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Op deze dag presenteert het kabinet de plannen voor het komende jaar. De plannen bestaan uit verschillende onderdelen. In dit artikel komt aan de orde waarvoor Prinsjesdag is bedoeld, wat het kabinet allemaal presenteert en wat verder gedurende het begrotingsjaar plaatsvindt aan debatten.
Prinsjesdag - begrotingsproces
Ieder jaar op de derde dinsdag van september is het Prinsjesdag. Op deze dag presenteert het kabinet de plannen voor het komende jaar. De plannen bestaan uit verschillende onderdelen. In dit artikel komt aan de orde waarvoor Prinsjesdag is bedoeld, wat het kabinet allemaal presenteert en wat verder gedurende het begrotingsjaar plaatsvindt aan debatten.
Historie
Sinds 1815 bestaat in Nederland de traditie om op de derde dinsdag van september het nieuwe parlementaire jaar van de Eerste en Tweede kamer te openen. Deze traditie zet de regering nog steeds voort.
Troonrede
De koningin leest in een gezamenlijke vergadering van de Eerste en de Tweede Kamer (de Staten Generaal) de
Troonrede voor. De Troonrede omvat alle belangrijkste plannen van het kabinet voor het komende jaar. De tekst van de Troonrede is opgesteld door het kabinet.
Minister van Financiën
Na de Troonrede biedt de minister van Financiën het bekendste koffertje van Nederland aan de Tweede Kamer aan. In dit koffertje zit de
Miljoenennota en de
Rijksbegroting.
Rijksbegroting
De rijksbegroting omvat de voorstellen voor de inkomsten en uitgaven van de overheid in het komende jaar. Per ministerie is een aparte begroting opgesteld. Doordat ieder ministerie ook een jaarverslag opstelt, is de Tweede Kamer in staat het kabinet te controleren op haar inkomsten en uitgaven.
Miljoenennota
In de Miljoenennota geeft het Kabinet een vooruitblik op de komende vier jaren en kijkt het terug op de afgelopen 10 jaren. De Miljoenennota omschrijft de economische en financiële situatie van Nederland in het verleden, heden en de komende vier jaren. De Miljoenennota is de vertaling van de Troonrede naar cijfers.
Begrotingswet
De verschillende ministers in het Kabinet moeten een machtiging krijgen van de Kamer om geld uit te geven. Deze machtiging verleent de Kamer door het vaststellen van een Begrotingswet per ministerie. Een ministerie mag vervolgens gedurende het begrotingsjaar niet meer uitgeven dan is vastgesteld door de Kamer in de Begrotingswet.
Als een ministerie meer geld nodig heeft, zal het opnieuw naar de Kamer moeten gaan met het verzoek een aanvullende begroting vast te stellen.
De Tweede Kamer kan door middel van moties aanpassingen aanbrengen in de plannen van de verschillende ministeries. De Eerste Kamer mag alleen ja of nee zeggen tegen een wetsvoorstel. Dus als een begrotingswet teveel tegenstand heeft in de Eerste Kamer, zal deze Kamer het voorstel geheel verwerpen. Het ministerie zal dan opnieuw moeten komen met een voorstel in de Tweede Kamer en aansluitend de Eerste Kamer.
Algemene Beschouwingen
Zodra Prinsjesdag voorbij is, starten de algemene beschouwingen. Hierin debatteert de voltallige regering met de voltallige Tweede Kamer over wat de effecten zijn van de voorgenomen plannen. Deze algemene beschouwingen duren gemiddeld twee dagen. In de media krijgen de algemene beschouwingen altijd veel aandacht, omdat hierin de plannen voor het komende begrotingsjaar uiteengezet worden.
Algemene financiële beschouwingen
Begin oktober debatteert de Kamer met de minister van Financiën over de Rijksbegroting. Dit is de aftrap naar de debatten per minister met de Kamer over de eigen begroting. Hiervoor trekt de Tweede Kamer uit tot het eind van het jaar.
Kaderbrief
Eind maart of begin april stuurt de minister van Financiën de Kaderbrief aan de overige leden van het kabinet. Hierin zet het ministerie van Financiën uiteen wat de financiële mee- en tegenvallers zijn. Ook kunnen ministers aangeven waarvoor nog geld nodig is. Deze brief is niet openbaar.
Aan de hand van de Kaderbrief neemt het Kabinet besluiten over het aanpassen van de lopende begroting en over de hoofdlijnen van een nieuwe begroting voor het komende begrotingsjaar.
Voorjaarsnota
Uiterlijk op één juni van het jaar dient de minister van Financiën de voorjaarsnota in bij de Tweede Kamer. Hierin staat de tussenstand van de lopende begroting. Eventuele tekorten komen naar voren en ministers met te weinig budget kunnen hierin om een aanvullende begrotingswet vragen.
Najaarsnota
Uiterlijk één december van het jaar dient de minister van Financiën de najaarsnota in. In deze nota staan de wijzigingen ten opzichte van de Miljoenennota.
Nieuw begrotingsjaar
In het nieuwe begrotingsjaar wordt het jaarverslag opgesteld over het afgesloten begrotingsjaar. In mei kan dan op de Verantwoordingsdag een debat plaatsvinden tussen het Kabinet en de Kamer over het afgesloten jaar, de begroting en hoe het verloop van het jaar is geweest. De Verantwoordingsdag is daarmee de tegenhanger van Prinsjesdag. En daarmee is de cyclus voor één begrotingsjaar rond.