De Trias Politica in Nederland
In de loop der eeuwen zijn er verschillende theorieën ontwikkeld over de vraag hoe de vrijheid van het individu beschermd kan worden tegen de macht van de staat. Het bekendste idee over deze inrichting heet de ‘Trias Politica’ en is afkomstig van de Franse denker en rechter Montesquieu (1689-1755).
Waarom is de inrichting van de staat belangrijk?
De inrichting van de staat is om verschillende redenen erg belangrijk. De belangrijkste reden is de
vrijheid van de burger. Voor de bescherming van zijn vrijheid is de burger aangewezen op de
Staat. Deze moet immers zijn vrijheid beschermen. Maar tegelijkertijd kan de Staat een
bedreiging zijn voor deze vrijheid. De Staat heeft namelijk erg veel macht en kan zo de vrijheid van de burger inperken. De vormgeving van ons huidige staatsbestel, de
Trias Politica, laat zien hoe de vrijheid van het individu zo goed mogelijk kan worden beschermd tegen de macht van de Staat.
Wat is de Trias Politica?
Bij de Trias Politica wordt
machtsconcentratie tegengegaan. Machtsconcentratie leidt namelijk vaak tot
machtsmisbruik. Wanneer de macht namelijk bij één of een paar personen ligt, dan moet er voor
tirannie worden gevreesd. En dan vormt de Staat een bedreiging voor de vrijheid van het individu. Volgens
Montesquieu was het daarom het beste om de macht van de Staat de scheiden in een
drietal staatsorganen. Elk van die organen heeft slechts macht op een bepaald gebied. Op die manier kan voorkomen worden dat één orgaan alle macht naar zich toetrekt. De Trias Politica wordt daarom ook wel de ‘
leer de machtenscheiding’ of '
driemachtenleer' genoemd.
Welke gescheiden machten zijn er?
De staatsmacht wordt bij de Trias Politica verdeeld onder drie machten: een
wetgevende, een
uitvoerende en een
rechtsprekende macht.
Wetgevende macht
De
wetgevende macht heeft als taak het stellen van algemene, voor iedereen geldende regels. In Nederland is de wetgevende macht opgedragen aan de
regering en de
Staten-Generaal tezamen. De Staten-Generaal vertegenwoordigen het gehele Nederlandse volk en bestaan uit de
Eerste en de
Tweede Kamer. Ze worden samen ook wel aangeduid als het
parlement. De regering en de Staten-Generaal zijn bevoegd tot het maken van wetten, dat zijn algemeen verbindende voorschriften.
Uitvoerende macht
De
uitvoerende macht is opgedragen aan de
regering. De regering bestaat uit de
Koning(in) en de ministers. De ministers samen noemen we de
ministerraad, onder leiding van een
minister-president. In de ministerraad worden onder andere besluiten genomen over kwesties van algemeen regeringsbeleid. Elk besluit van de regering wordt een
koninklijk besluit genoemd, afgekort
KB.
Ook worden er soms beslissing gemaakt door een bestuursorgaan ten opzichte van een individuele persoon. De beslissingen worden
beschikkingen genoemd.
De rechtsprekende macht
De
rechtsprekende macht, oftewel de rechtspraak, is in Nederland opgedragen aan de rechterlijke macht en aan de gerechten die niet tot de rechterlijke macht behoren. De belangrijkste functie van de rechterlijke macht is de
beslechting van geschillen op basis van algemene regels. Dit zijn onder andere de vele rechtszaken die er gevoerd worden. Verder heeft een recht ook enkele bestuurlijke taken. Echter, een rechter is in geen geval bevoegd tot het maken van wetgeving.
Het is belangrijk dat de
onafhankelijkheid van een de rechterlijke macht gewaarborgd wordt. Dit is belangrijk omdat een rechter een oordeel kan worden gevraagd over de rechtmatigheid van daden van wetgeving of van bestuur. Daarom is een rechter in geen enkel opzicht ondergeschikt aan een ander overheidsorgaan. Ook hoeft hij geen verantwoording af te leggen aan zijn collega’s.
De leer van Montesquieu betreft niet alleen een scheiding en verdeling van de macht. Zijn leer moet er tot leiden dat de drie machten elkaar in
evenwicht houden. Zo ontstaat er een systeem dat we het systeem van ‘
checks and balances’ noemen. Dit betekent dat geen van de machten de sterkste is.