Aletta Jacobs en het vrouwenkiesrecht in Nederland
Aletta Jacobs heeft vooral bekendheid verworven als eerste vrouwelijke arts van Nederland. Jacobs speelde echter ook een belangrijke rol in de strijd om de invoering van het vrouwenkiesrecht. In 1883 komt zij hier voor het eerst mee in aanraking en vanaf 1893 zette zij zich actief voor deze strijd in. Vanaf 1903 tot de invoering van het algemeen kiesrecht in 1919 was zij de presidente van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Daarnaast organiseerde ze tijdens de Eerste Wereldoorlog het International Women's Congress in Den Haag. Met haar actieve inzet aangaande de invoering van het vrouwenkiesrecht is Aletta Jacobs van grote betekenis geweest voor gelijkheid binnen de Nederlandse democratie.
Inhoud
Van studente tot eerste vrouwelijke arts
Aletta Henriëtte Jacobs kwam op 9 februari 1854 ter wereld in Sappemeer. Haar vader was plattelandsdokter en al vroeg bleek dat ook Aletta aspiraties had om arts te worden. De zogenaamde jongedamesschool verliet zij al na een paar weken, waarna zij door middel van zelfstudie in 1870 met succes het apothekersexamen wist te volbrengen. In 1871 deed zij in een brief het verzoek aan Thorbecke tot ontheffing van het toelatingsexamen aan de universiteit. In 1872 keurde Thorbecke dit verzoek vlak voor zijn dood goed en mocht zij zich inschrijven als student medicijnen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Dit leidde ertoe dat er in de Hoger Onderwijswet van 1876 geen onderscheid meer werd gemaakt tussen het mannelijke en vrouwelijke geslacht. Ook vrouwen mochten gaan studeren aan de universiteit. Na het behalen van haar artsexamen promoveert Aletta Jacobs in 1879. In datzelfde jaar vestigde zij zich als arts voor vrouwen en kinderen in Amsterdam. Jacobs was de eerste vrouwelijke arts van Nederland.
Eerste kennismaking met de strijd om vrouwenkiesrecht
Jacobs heeft als feministe en voorvechtster van het vrouwenkiesrecht veel betekend voor de moderne Nederlandse democratie. Zij kwam via haar Britse collega’s die zij tegenkwam op medische congressen in aanraking met de strijd om het vrouwenkiesrecht. Waar in Groot-Brittannië al sinds 1865 een beweging gaande was rondom uitbreiding van stemrecht was dit in Nederland nog niet aan de orde. Die aanzet werd gegeven door Jacobs. Aletta Jacobs was niet politiek actief maar in 1883 stelde zij zich bij de gemeente Amsterdam verkiesbaar voor de aankomende verkiezingen. Zij stuitte namelijk op een discrepantie in de grondwet. Hierin stond dat alle inwoners van Nederland die voldeden aan bepaalde voorwaarden rondom burgerschap en inkomen hun stem uit mochten brengen dan wel verkozen mochten worden. Hoewel Jacobs wettelijk aan deze criteria voldeed werd het verzoek meermaals afgewezen. In 1887 werd er een grondwetswijziging doorgevoerd waarbij het kiesrecht expliciet werd toegekend aan mannen. Het stemrecht voor vrouwen leek een ideaal dat nooit in vervulling zou gaan.
Jacobs en de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht
In 1893 werd in Nederland de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VvK) opgericht, waar Aletta Jacobs op dat moment haar steun voor betuigde en bereid was een bestuurslidmaatschap aan te gaan. Voor het presidentschap gaf zij aan niet in aanmerking te willen komen. De vereniging werd opgericht in een periode dat vrouwen over de hele wereld zich met elkaar verenigden. De strijd om het vrouwenkiesrecht speelde een belangrijke rol binnen deze beweging, ook wel de Eerste Feministische Golf genoemd. In 1897 trok Aletta Jacobs zich terug uit de VvK naar aanleiding van de verkiezingswinst van Troelstra die haar echtgenoot en tevens feminist Carel Gerritsen versloeg. Met Carel Victor Gerritsen trouwde Aletta in 1892. Voorheen hadden de twee een vrij huwelijk, maar omdat zij graag samen een kind wilden lieten zij zich met elkaar in de echt verbinden. In 1894 werd hun enige kind geboren. De baby overleed echter al na één dag. Aletta Jacobs weet dit aan onzorgvuldig medisch handelen.
Presidente van de VvK
Naarmate de tijd vorderde veranderde de opstelling van Jacobs richting de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht en raakte zij hier nauwer bij betrokken. In 1898 trad zij voor het eerst op als spreekster, waarna er twintig nieuwe leden geworven werden. De frequentie van haar spreekbeurten namen gestaag toe. Tijdens een lezing in Utrecht op 20 maart 1900 pleitte ze dat ook vrouwen kiesrecht nodig hadden vanwege het feit dat de verschillen tussen mannen en vrouwen te groot zijn om elkaars belangen te kunnen vertegenwoordigen. Jacobs trok het land door met haar lezingen waardoor er bij de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht steeds meer aanmeldingen binnenkwamen. In januari 1901 trad Aletta Jacobs weer toe tot het bestuur van de Amsterdamse afdeling van de VvK. In datzelfde jaar vonden wederom verkiezingen plaats, met grote winst voor de confessionele partijen. Dit keer trok Jacobs zich niet terug en werd in 1902 herkozen als presidente van de Amsterdamse afdeling. Een jaar later werd zij door het hoofdbestuur verkozen tot presidente van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht. Dit bleef zij totdat in 1919 het algemeen kiesrecht voor vrouwen werd ingevoerd.
Aletta Jacobs was geen radicale feministe. De bijdrage van Jacobs zat hem vooral in haar inhoudelijke talent. Zo vertaalde zij werk van buitenlandse feministes naar het Nederlands en verkreeg ze internationale bekendheid door de organisatie van het International Women’s Congress in Den Haag, ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Vrouwen uit verschillende delen van de wereld kwamen bijeen in het gebouw van het Koninklijk Zoölogisch Botanisch Genootschap. Jacobs hield een openingswoord waarna het tijd was voor andere spreeksters, zoals de bekende feministe Jane Addams uit Chicago.
De invoering van vrouwenkiesrecht in Nederland
In 1917 verkregen vrouwen passief kiesrecht, wat inhield dat zij wel verkozen konden worden maar zij zelf niet mochten stemmen. Aletta Jacobs stelde zich kandidaat namens de Vrijzinnige-Democratische Bond, maar werd tot haar teleurstelling niet verkozen tot volksvertegenwoordiger. In 1918 werd het wetsvoorstel Marchant ingediend. Dit was een simpel wetsvoorstel dat voorstelde in twee artikelen van de kieswet het woord ‘mannelijke’ te laten vervallen en in een ander artikel het woord ‘mannen’ te vervangen voor ‘personen’. Op 9 mei 1919 werd het wetsvoorstel aangenomen en een paar maanden later werd in Nederland gelijk stemrecht ingevoerd. Een gebeurtenis waar Aletta Jacobs een grote bijdrage aan heeft geleverd.
Overlijden
Naarmate zij ouder werd kreeg Aletta Jacobs te kampen met gezondheidsproblemen. Dit weerhield haar echter niet activiteiten te ondernemen, zoals het bijwonen van congressen, en ze gaf regelmatig te kennen dat zij zich ‘kiplekker’ voelde. Tien jaar na de invoering van het vrouwenkiesrecht kwam er een einde aan haar leven. Op 9 augustus 1929 nam ze de trein naar Amersfoort op weg naar haar vriendin Rosa Manus. In Baarn logeerde zij in het badhotel, waar zij diezelfde avond overleed in haar slaap aan ouderdom. Aletta Jacobs is 75 jaar oud geworden.