President Erdogan en Turkije: op naar een dictatuur?
Iedereen die het nieuws in 2015 en 2016 heeft gevolgd, zal bekend zijn met de onrust die in die jaren in Turkije heerst. Inperking van vele vrijheden, de mislukte coup in juli 2016, en als gevolg daarvan nog meer beperkingen van de vrijheden. Dit zijn maar enkele van de gebeurtenissen die Turkije onder leiding van president Erdoğan meemaakt. Erdoğan handelt volgens veel Europese landen in strijd met de grondwettelijke rechten en mensenrechten. Dit roept in westerse landen en westerse media de vraag op of Erdoğan bezig is om van Turkije langzaam een dictatuur te maken. Welke gebeurtenissen in Turkije leidden tot dit vermoeden?
Verkiezing van Erdoğan als president van Turkije
Nadat Erdoğan drie kabinetten had geleid als premier van Turkije, werd hij op 10 augustus 2014 tot president verkozen. Ondanks alle eerdere protesten tegen de regering van Erdoğan, behaalde hij toch 51 procent van de stemmen. Dat jaar was het eerste jaar waarin de Turken rechtstreeks hun president konden kiezen. Voorheen gebeurde dat indirect door het parlement.
Erdoğan had al voor de verkiezingen in 2014 aangegeven dat hij voorstander is van een systeem waarin de president de meeste macht heeft. Op dat moment noemde hij als voorbeeld het presidentiële stelsel in Frankrijk. Eind 2015 en begin 2016 noemde hij echter
het nazirijk uit de jaren dertig als voorbeeld.
Arrestaties
In navolging van eerdere aanhoudingen worden bijna direct na de aanstelling van Erdoğan in augustus 2014 weer diverse politieagenten en veiligheidsmensen gearresteerd. Op 1 september 2014 worden 33 politieagenten gearresteerd, omdat zij de Turkse regering omver zouden willen werpen. Tevens beschuldigt Erdoğan de geestelijke Fetullah Gülen ervan dat hij de politie en justitie tegen de huidige regering opzet door middel van infiltratie. Gülen ontkent dit.
Op 27 januari 2015 worden vervolgens 26 medewerkers van de veiligheidsdienst aangehouden. Zij zouden illegaal telefoons van politici, zakenmensen en ambtenaren hebben afgetapt. Vanwege dezelfde beschuldigingen worden op 8 februari 2015 nog eens 21 politieagenten gearresteerd. Volgens westerse media lijkt het er in beide gevallen op dat de arrestaties onderdeel uitmaken van de campagne tegen de medestanders van Gülen. Gülen zou geprobeerd hebben Erdoğan weg te krijgen en een “parallelle staat” binnen de Turkse bureaucratie te vestigen.
Nieuwe verkiezingen
Bij de verkiezingen van 7 juni 2015 heeft de AKP de absolute meerderheid in het parlement verloren. De partij van president Erdoğan en toenmalige premier Davutoglu (sinds mei 2016 is dat Yildirim) lijdt onder deze verkiezingsuitslag. De president wilde meer macht naar zich toetrekken door middel van een aanpassing van het staatsbestel, maar daarvoor had de partij meer zetels in het parlement nodig. Vervolgens blokkeert Erdoğan de pogingen om een coalitieregering te vormen, zo verklaarde de leider van de CHP, de grootste oppositiepartij in Turkije, tegen Habertürk TV. Critici menen dat Erdoğan deze bewust blokkeert, om zo nieuwe verkiezingen uit te lokken. Dan zou hij opnieuw kunnen proberen de absolute meerderheid te halen en zo de bevoegdheden van de president toch uit te breiden.
Op 1 november 2015 vinden er inderdaad nieuwe verkiezingen plaats. Daarbij haalt de AKP de absolute meerderheid in het parlement. Twee dagen na deze overwinning worden weer tientallen mensen opgepakt die in verband worden gebracht met Gülen. Inmiddels is de beweging van Gülen door de Turkse overheid aangemerkt als terroristische organisatie.
Officieel heeft Erdoğan als president alleen een ceremoniële rol. Hij heeft echter stevige grip op zijn partij en zijn premier, aldus Lily Sprangers, directeur van het Turkije Instituut. En nu zijn partij de meerderheid heeft in het parlement, liggen er kansen. In één van de eerste toespraken van Erdoğan na de verkiezingen van november 2015 zei hij dan ook weer dat hij een grondwetswijziging wil doorvoeren waarmee de macht van de president wordt vergroot. Als dat lukt, neemt de macht van de staat alleen maar toe, volgens Sprangers. Ook de machtenscheiding binnen de staat zou afbrokkelen.
Beperking van de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid
Al op het moment dat Erdoğan nog premier was, werd er begonnen met het beperken van de vrijheid van meningsuiting. Het Turkse parlement (waarin de AKP van Erdoğan de absolute meerderheid had) nam in februari 2014 een wet aan, waardoor de telecomautoriteit in Turkije de bevoegdheid kreeg om ongewenste websites zonder tussenkomst van een rechter te blokkeren. Volgens de toenmalige premier Erdoğan is dit om de privacy van burgers te beschermen en vormt deze regel een bescherming tegen schadelijke websites. Volgens betogers in Turkije en andere critici vindt hier al censuur plaats. In maart 2014 blokkeerde de Turkse overheid Twitter en YouTube tijdelijk. Erdoğan besloot dit nadat geluidsfragmenten opdoken die corruptie in zijn naaste omgeving aan zouden tonen.
In december 2014 werden invallen bij verschillende media gedaan. Deze media waren verbonden aan de eerder genoemde Gülen. Volgens Erdoğan waren deze acties een antwoord op ‘vuile zaken’ bij politieke tegenstanders. De EU noemde de invallen ‘onverenigbaar met de mediavrijheid’.
Ook werden vlak voor de parlementsverkiezingen in 2015 een aantal onafhankelijke televisiestations en kranten binnengevallen. De redacteuren werden vervangen door mensen die gestuurd waren door de regering, aldus Lily Sprangers. De dag na de verkiezingen in november 2015 waarbij de partij van Erdoğan de absolute meerderheid haalde, werden tevens twee journalisten van
Nokta, een links Turks tijdschrift, opgepakt. Het tijdschrift had de kop ‘het begin van burgeroorlog’ op de cover. De Verenigde Staten uiten daarop hun ‘ernstige bezorgdheid’ over de uitoefening van druk op media en journalisten. De VS hebben Turkije opgeroepen de grondwet na te leven, aldus de woordvoerder van het Witte Huis. Ook in de rest van 2015 en in 2016 werden en worden nog steeds verschillende mensen vervolgd na beledigingen aan het adres van Erdoğan.
Dictatuur
Begin 2016 deed Erdoğan weer uitspraken die volgens westerse media en critici erg omstreden zijn. Erdoğan noemde het Duitsland uit de tijd van Hitler een effectief presidentieel systeem. Dit antwoordde hij op de vraag van de media of een systeem met de president als regeringsleider wel mogelijk is zonder de gecentraliseerde rol van de staat aan te tasten. Erdoğan wil immers de grondwet aanpassen zodat de president meer macht krijgt. Volgens het Turkse kabinet is Erdoğan wat deze uitspraak betreft verkeerd begrepen.
Petra de Bruijn, docent Turkse Cultuur en Maatschappij aan de Universiteit Leiden, maakt zich zorgen over de toenemende macht van de Turkse overheid:
"In eerste instantie leek het erop dat Erdoğan het had gemunt op aanhangers van Gülen. Maar tegenwoordig wil hij iedereen die kritisch is de mond snoeren. Het is een heel gevaarlijke ontwikkeling. Er is ook een procedure opgestart om de parlementaire onschendbaarheid ongedaan te maken. Dat zou betekenen dat oppositieleden die Erdoğan aanvallen voortaan ook opgepakt kunnen worden, en dat de HDP, de Koerdische partij die nu in het parlement zit, kan worden gedecimeerd."
Het Turkse parlement heeft op vrijdag 20 mei 2016 inderdaad ingestemd met de grondwetswijziging over de afschaffing van de onschendbaarheid van parlementsleden. Daarop is de partij HDP uit protest naar het constitutionele hof gestapt, omdat het voorstel volgens hen ondemocratisch zou zijn en het Erdoğan nog meer macht zou geven.
Mislukte coup in 2016
Op vrijdag 15 juli 2016 vond in Turkije de mislukte coup plaats. Erdoğan heeft de noodtoestand afgekondigd, waardoor de regering verregaande bevoegdheden krijgt. Zo kunnen bijvoorbeeld de persvrijheid en de vrijheid van vergadering worden beperkt. In juli en augustus 2016 zijn er vele tienduizenden mensen opgepakt wegens betrokkenheid bij de couppoging.
Volgens de voorzitter van de Duitse partij FDP, Christian Lindner, gebruikt Erdoğan de couppoging om verder te bouwen aan de autocratie. Hij vergeleek begin augustus 2016 het beleid van Erdoğan met de dictatuur van de nazi’s. Zij noemden de brand in de Rijksdag destijds een communistisch complot tegen de regering, en perkten vervolgens de rechten van de burgers in. Dit lijkt op wat in Turkije gaande is. Na de mislukte staatsgreep in juli 2016 werden in het onderwijs, de wetenschap en staatsinstellingen, zuiveringen gehouden om de aanhangers van Gülens beweging te verwijderen. Volgens Erdoğan zitten zij achter de couppoging.
De Turkse bevolking
Over het algemeen is Erdoğan bij de bevolking in Turkije populairder dan bij buitenlanders. De manieren waarop hij zijn doel probeert te bereiken, vallen lang niet altijd binnen de Nederlandse en Europese normen. Westerse media en ook critici zijn dan ook bezorgd over de situatie. Voor de meerderheid van de Turken in Turkije geldt dat het handelen van Erdoğan voor hen toelaatbaar is. Zijn handelswijze zal in de westerse wereld echter een punt van discussie blijven.