Wat is neoliberalisme (in de 21e eeuw)?
Sinds de jaren negentig is 'neoliberalisme' een veelgebruikte term. De term is echter al in 1938 geïntroduceerd, toen deze een geheel andere betekenis had dan tegenwoordig. De huidige betekenis van neoliberalisme is bovendien niet altijd duidelijk. Zo wordt er soms doorgeslagen vrijemarktdenken mee aangeduid, maar soms ook juist overheidsingrijpen, zoals bij de staatssteun voor de banken tijdens de kredietcrisis (circa 2008). Wat het geheel nog gecompliceerder maakt, is dat tegenwoordig niemand zichzelf meer neoliberaal noemt. De term wordt als gevolg uitsluitend door tegenstanders van het neoliberalisme gebruikt en (verschillend) ingevuld. Hierdoor stellen sommigen zich de vraag: bestaat het neoliberalisme überhaupt (nog) wel?
Artikelindeling
Het oorspronkelijke neoliberalisme
In 1938 werd in Parijs een symposium georganiseerd voor liberale intellectuelen, het
Colloque Walter Lippmann. Hier waren onder meer de latere Nobelprijswinnaar in de economie Friedrich Hayek en de oprichter van de Oostenrijkse School Ludwig von Mises aanwezig. De liberalen vreesden een opkomst van het totalitarisme - enerzijds het fascisme, anderzijds het communisme - en zagen tegelijkertijd dat het klassieke liberalisme - dat minimaal overheidsingrijpen nastreeft - zijn invloed en aanhang verloor. Om deze redenen werd gezocht naar een alternatief, in feite een tussenweg tussen de vrije markt en overheidsingrijpen. De Duitse econoom Alexander Rüstow - die later de sociale markteconomie (
Soziale Marktwirtschaft, een middenweg tussen het socialisme en het klassieke liberalisme) zou doorvoeren in West-Duitsland - stelde de term neoliberalisme voor. De aanwezigen stelden zichzelf ten doel om deze term als gulden middenweg tussen de vrije markt en het socialisme te populariseren in Europa. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog is hier echter uiteindelijk weinig van terechtgekomen en raakte de term in vergetelheid.
Neoliberalisme in de 21e eeuw: begripsverwarring
Vanaf ongeveer 1990 werd de term 'neoliberalisme' ineens weer volop gebruikt. Anders dan bij het oorspronkelijke neoliberalisme, wordt de term nu echter uitsluitend door
tegenstanders hiervan gebruikt. Hierbij gaat het met name om critici van vrijemarktdenken. Dit botst enigszins met de oorspronkelijke definitie van het neoliberalisme die zich immers juist (ook) afzette tegen het vrijemarktdenken van het klassieke liberalisme. Als gevolg is er begripsverwarring ontstaan, zowel bij critici van het neoliberalisme als bij mensen die door critici als als 'neoliberaal' worden aangeduid. In de discussie rondom het neoliberalisme heeft zich één kamp ontwikkeld dat de term als een 'politiek scheldwoord' ziet en een ander kamp dat met de term de, in hun ogen, doorgeslagen vrije markt bekritiseert.
Neoliberalisme in de 21e eeuw: een politiek scheldwoord?
De Amerikaanse politicologen Boas en Gans-Morse vatten de ontwikkeling van het begrip 'neoliberalisme' bondig samen in de titel van hun wetenschappelijke artikel
'Neoliberalism: From New Liberal Philosophy to Anti-Liberal Slogan' ('Neoliberalisme: van nieuwe liberale filosofie tot anti-liberale slogan'). De Duitse econoom Hans Willgerodt komt in zijn boek
'Der Neoliberalismus – Entstehung, Kampfbegriff und Meinungsstreit' ('Het neoliberalisme - ontstaan, vechtbegrip en meningenstrijd') tot eenzelfde conclusie. De Duitse econoom Oliver Marc Hartwich noemt de term 'neoliberalisme' zelfs een 'politiek scheldwoord' in zijn artikel
'Neoliberalism: The Genesis of a Political Swearword' ('Neoliberalisme: het ontstaan van een politiek scheldwoord').
Kritiek op het gebruik van het begrip 'neoliberalisme' in Nederland
In Nederland heeft de Teldersstichting het bij de voorgaande publicaties aansluitende boek 'Neoliberalisme' uitgebracht waarin de auteurs betogen dat het neoliberalisme niet (meer) bestaat, geen aanhangers (meer) kent en enkel nog wordt gebruikt door critici als aanduiding voor uiteenlopende, soms tegenstrijdige ontwikkelingen.
Neoliberalisme in de 21e eeuw: kritiek op de doorgeschoten vrije markt?
Aan de andere kant van de discussie, staan mensen die het neoliberalisme als een reëel bestaand iets zien waar zij zeer kritisch over zijn. Doorgaans wordt de term gebruikt om het kapitalisme en het vrijemarktdenken in het algemeen te bekritiseren. Bijvoorbeeld de Canadese publiciste en activiste Naomi Klein gebruikt in haar boek
'De shockdoctrine, de opkomst van rampenkapitalisme' de termen 'neoliberalisme' en 'kapitalisme' door elkaar, als aanduiding voor hetzelfde. In deze visie zijn onder meer de Amerikaanse schrijfster Ayn Rand en de Amerikaanse econoom Milton Friedman belangrijke grondleggers van wat critici beschouwen als het neoliberalisme.
Kritiek op het neoliberalisme in Nederland
De Nederlandse filosoof Hans Achterhuis gebruikt in zijn boek 'De utopie van de vrije markt' de begrippen 'vrije markt' en 'neoliberalisme' als synoniemen. Het begrip neoliberalisme staat in deze visie voor (ook in Nederland plaatsvindende) privatisering, overheidsbezuinigingen en deregulering. In Nederland geldt, volgens critici, ook bijvoorbeeld Wim Kok (voormalig PvdA-politicus en premier van Nederland) als neoliberaal aangezien hij tijdens de Paarse kabinetten (1994 - 2002) een belangrijke rol speelde bij de privatisering/verzelfstandiging van onder meer de Nederlandse Spoorwegen (NS).