De onvolledige vereniging van Europa en de technocratie

De onvolledige vereniging van Europa en de technocratie De Europese Unie is nog geen verenigd Europa. Wanneer het gaat om de verspreiding van kennis en het slechten van barrières voor handel en industrie mag Europa met enige goodwill verenigd genoemd worden. Maar in sociaal opzicht is er geen sprake van een verenigd Europa. Het doen en laten van gewone mensen wordt nog steeds bepaald door de regio of het land waarin ze geboren zijn. Ze hebben in de regel ook weinig invloed over wat "Europa" besluit. Dit is de kern van wat het "democratisch tekort" wordt genoemd. Om dit tekort te verklaren is een duik in de geschiedenis nodig.

Wetenschap en techniek op de voorgrond

De wereldtentoonstelling van 1851 die gehouden werd in Londen kan gezien worden als het begin van het moderne Europa. De grote vorderingen op het gebied van de wetenschap en met name de techniek werden daar voor het eerst voor een breed publiek ten toon gesteld. Terwijl het publiek zich vergaapte aan de technische hoogstandjes, polsten industriëlen, technici en handelaren de economische mogelijkheden van alles wat ze voor zich zagen. Zou het alleen een tentoonstelling geweest zijn, dan zou het nooit het begin van Europa genoemd mogen worden. Die eretitel verdient het omdat het een eerste grote ontmoetingsplaats was voor het type mensen dat Europa zou gaan maken wat het nu is: de deskundigen of, met een term die tegenwoordig een ietwat denigrerende klank heeft, de technocraten. Hun doelen en hun methoden zouden iets meer dan 100 jaar later leiden tot de Europese Unie. Mede aangestuurd door de verschrikkingen van de twee wereldoorlogen wilden ze rationele oplossingen vinden voor technische, economische en maatschappelijke problemen en zo verdere oorlogen voorkomen. Het moest een Europa worden waarin niet het irrationalisme van natiestaten de gang van de geschiedenis verder zouden bepalen, maar waarin deskundige mensen uit allerlei landen zich zouden richten op het oplossen van praktische problemen. Dit idee kwam zeker nog niet tot volle wasdom tijdens deze wereldtentoonstelling, maar de kiem ervan is daar wel gelegd. De kiem kon groeien in de vruchtbare bodem van grote technische ontwikkelingen met nog ongekende mogelijkheden.

Partieel succes

Het gewenste verenigde Europa is er maar voor een deel gekomen. Er is inderdaad een redelijk vrije uitwisseling van kennis en veel barrières voor de industrie en de handel zijn geslecht. Van een verenigd Europa in politieke en sociale zin is echter geen enkele sprake. Dat ideaal, althans dat is het voor sommigen, lijkt nu zelfs verder weg dan ooit. De globalisering van de wereld en van Europa in het bijzonder is een eenzijdige globalisering die zich vooral beperkt tot de werelden van het geld, de industrie en de handel. Vrijwel iedereen die de situatie in de Europese Unie beschouwt komt tot de conclusie dat er een grote kloof bestaat tussen het leven van gewone mensen, dat nog steeds gevormd wordt door de regio en het land waarin ze leven, en een betrekkelijk kleine elite voor wie regio en land weinig betekenis meer hebben maar die wel de toekomst van Europa bepalen. Deze kloof wordt ook wel het democratisch tekort van de Europese Unie genoemd. Op maar heel weinig manieren kan de gewone bevolking enige invloed uitoefenen op hoe de economie zich verder ontwikkeld. Dat deze ontwikkelingen zich vaak, en met duidelijke opzet, in de verborgenheid afspelen, leidt bij velen tot apathie - zoals bijvoorbeeld blijkt uit de opkomstpercentages bij Europese verkiezingen - en bij sommigen tot wel heel wilde complottheorieën waarin bepaalde groepen worden verdacht van een streven naar de volledige macht over de hele wereld.

Beide houdingen staan in de weg van een goed begrip van het democratisch tekort. Om enigszins te begrijpen hoe het allemaal zo gekomen is, moet de geschiedenis geraadpleegd worden en moet gevraagd worden wat het krachtenspel is geweest dat heeft geleid tot enerzijds een economische globalisering en anderzijds tot een machteloosheid van de gewone burger ten opzichte van deze ontwikkelingen. Om dat te begrijpen biedt de wereldtentoonstelling van 1851 een uitstekend aanknopingspunt.

De opkomst van de technocraten

Het is nog maar iets meer dan 150 jaar geleden dat deze tentoonstelling werd gehouden maar toch het vond plaats in een wereld die behoorlijk anders was dan de onze. Er was nog geen sprake van een wereldwijd communicatienetwerk en reizen was een moeizame bezigheid die slechts voorbehouden was aan een kleine elite. Contacten met mensen uit andere landen waren spaarzaam en moeizaam. Het enige dat mensen wereldwijd een beetje verbond was het gedrukte woord. Kranten en boeken verspreidden ideeën over de hele wereld, maar hoe die ideeën uitpakten werd vooral bepaald door de lokale situatie. De arbeidersbewegingen, bijvoorbeeld, profiteerden van dat gedrukte woord. Als gevolg van de Industriële Revolutie was het leven van veel gewone mensen er doorgaans niet beter op geworden en dat leidde tot grootschalige onlusten. Marx en Lenin hadden met hun geschriften grote invloed op deze bewegingen door hen van idealen te voorzien, al werden die op verschillende plaatsen op verschillende manieren geïnterpreteerd. Die idealen stonden echter, op zijn zachtst gezegd, op gespannen voet met hoe de regeringen hun zaken geregeld hadden. De overheden hadden grote moeite om de sociale onrust te beteugelen. Maar ondanks dat het gedrukte woord de mensen enigszins verbond, was het leven van vrijwel iedereen in zowel geografisch als sociaal opzicht tamelijk beperkt. En die wereld was, mede als gevolg van de industriële revolutie niet voor iedereen even aangenaam.

Wat wel tot de bovenlagen van de maatschappij doordrong was dat Engeland het heel goed deed. Vanuit louter economisch gezichtspunt was Engeland voor veel regeringen een jaloersmakend voorbeeld dat liet zien hoe de - toen - moderne wetenschap en techniek mogelijkheden boden voor het vergroten van de welvaart en daardoor het beteugelen van de onrust, ook al werden die niet altijd in de praktijk gerealiseerd. Dat de eerste wereldtentoonstelling juist in Londen plaatsvond, mag dan ook geen verbazing wekken. Engeland zag een kans de eigen grootheid te etaleren. Met een overdonderend succes. Niet alleen vanwege het grote aantal bezoekers, maar vooral ook doordat deskundigen van allerlei slag elkaar daar konden ontmoeten. Dat ontmoeten van gelijkgestemden bleek de kern van de globalisering en van de specifieke vorm die het aannam. Eigenlijk was het een onbedoeld neveneffect van de tentoonstelling, de dromen van een aantal visionairs ten spijt.

Meer dan apparaten alleen

Techniek bestaat uit meer dan apparaten alleen. Om zoiets als spoorwegen, post en telecommunicatie (de telegraaf was al uitgevonden) goed te laten functioneren zijn afspraken nodig. Geen land wilde de zegeningen van dit soort ontwikkelingen missen. Maar de benodigde afspraken konden alleen door deskundigen gemaakt worden. Politici hadden daarvoor in de regel te weinig kennis. Dat leidde tot de oprichting van een aantal internationale organisaties waar deskundigen zich bogen over de te maken afspraken. Het was onvermijdelijk dat een deel van die afspraken toch politieke consequenties hadden. Neem bijvoorbeeld de spoorwegen. Dat gaat niet alleen maar over de breedte van het spoor, de technische details van het koppelen van wagons, maar ook over welke plaatsen met elkaar verbonden moeten worden en wat allemaal over de spoorlijnen vervoerd mag worden. Politiek gezien zijn dit heikele onderwerpen en de kans dat politici van verschillende landen daarover snel overeenstemming zouden kunnen bereiken is tamelijk klein. Maar wanneer deskundigen uit verschillende landen zich op zo'n taak richtten ontstond er in de regel wél een oplossing.

De reden daarvoor wordt veelal gezocht in de aard van die bijeenkomsten. De deskundigen ontmoetten elkaar langdurig en intensief en waren verbonden in een gemeenschappelijke taak. Regelmatig is beschreven hoe in zulke omstandigheden hechte vriendschappen konden ontstaan. De deskundigen vertrouwden elkaar en hadden respect voor elkaars kennis en meningen. De bijeenkomsten hadden een uitgesproken sociaal karakter. Partners - toentertijd vrijwel altijd vrouwen - mochten regelmatig mee en er werd voor gezorgd dat ze hun tijd aangenaam konden besteden. De traditionele foto die aan het eind van zo’n bijeenkomst werd gemaakt, geeft al aan dat de onderlinge verbondenheid groot was. Dat de deskundigen elkaar met graagte opzochten, bleek ook uit de bijna explosieve toename van het aantal congressen dat ze hielden, vaak gehouden op dezelfde tijden en plaatsen als waar de wereldtentoonstellingen werd gehouden. Ook het aantal vakbladen waarin ze elkaar op de hoogte hielden van de nieuwe ontwikkelingen, groeide flink. Het gevolg was dat de “commitment” aan de groep nogal eens groter werd dan het commitment aan het eigen land of de eigen regering.

De belangrijkste barrière was niet zozeer het elkaar overtuigen van elkaars standpunten, maar het overtuigen van het thuisfront. Dat lukte regelmatig simpelweg door de kracht van hun veelal zakelijke of zakelijk gepresenteerde argumenten. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat altijd alles vlekkeloos verliep. Regeringen grepen soms in of beperkten de invloed van zulke raden van deskundigen, maar alles bij elkaar genomen kregen de deskundigen steeds vaker een beslissende stem. De perikelen die ontstonden rondom deze bijeenkomsten zijn uitvoerig beschreven in de literatuur en getuigen van een altijd complexe politieke situatie. Maar dat aan de bijeenkomsten van deskundigen een gestaag grotere waard werd gegeven, dat is wel duidelijk.

De Eerste Wereldoorlog

Het is beslist opvallend dat de deskundigen elkaar bleven vinden nadat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Wel waren de problemen die ze moeste oplossen nu meer van militaire aard, zoals de logistiek van het oorlogvoeren. Treinen en schepen moesten goederen en wapentuig brengen van de ene plaats naar de andere. Dergelijke complexe operaties vereisten een internationale samenwerking waardoor veel deskundigen bij elkaar bleven komen. Een van de mensen die zich aan dergelijke taken moest wijden was Jean Monnet, de man die later door vrijwel iedereen gezien werd als de grote man achter de Europese eenwording. Om het vervoer van onder andere troepen en duikboten goed te regelen hadden de geallieerden een organisatie opgezet onder de naam Allied Maritime Transport Council (AMTC). Monnet werkte daarvoor evenals Arthur Salter en Bernardo Attolico; allen mensen die een grote rol zouden spelen bij de Europese integratie.

Mensen als Monnet leerden hier dat wanneer deskundigen internationaal samenwerkten en zich richten op concrete problemen, dat dan ook oplossing nabij was. Ruggespraak met het thuisfront werkte eerder remmend dan bevorderend. Reflecterend op zijn werk in onder andere het AMTC kwam Monnet tot de conclusie dat dit de weg was om internationale samenwerking goed “te regelen”.

Niet alleen Monnet, maar ook andere kwamen tot eenzelfde soort conclusie. David Mitrany, bijvoorbeeld, was een gezaghebbend sociaal theoreticus die stelde dat internationale samenwerking het best gerealiseerd kan worden door deskundigen aan het werk te zetten op een bepaalde thema’s of sectoren. Op die manier zou een partiële integratie van landen plaatsvinden. Niet alleen dat, door dezelfde truc te herhalen op verschillende sectoren zouden natiestaten als het ware steeds verder uitgehold worden en, wellicht, op den duur zelfs verdwijnen. Hoewel dit functionalisme - zoals de opvattingen van Mitrany werden genoemd, die daarbij overigens voortbouwde op het werk van Durkheim - niet door iedereen even sterk werd aangehangen, was het idee van een sectorale internationale samenwerking van deskundigen wel degelijk gemeengoed in de kringen waar Monnet verkeerde. Dat zulke samenwerkingen een supra-nationaal karakter konden krijgen, dus afspraken maakten waar individuele landen zich niet aan mochten of konden onttrekken, was in hun opvattingen eerder een gunstige bijkomstigheid dan een nadelig effect.

Dit verklaart ook waarom zoveel van het werk van deze deskundigen zich voltrokken buiten het gezichtsveld van het publiek. Het was immers het beste om de problemen door deskundigen te laten bekijken en te laten oplossen. Het publiek - en in mindere mate ook de politiek - hadden er niet alleen weinig verstand van, ze waren eigenlijk alleen maar lastig.

En daarna?

Het gedachtegoed van Monnet en de zijnen is na de Eerste Wereldoorlog overeind gebleven. De invloed van de deskundigen breidde zich steeds meer uit. Het ging in toenemende mate niet alleen meer om louter technische problemen, maar ook meer omvattende sociale en economische problemen kwamen aan de orde. De opgang van deze ideologie van het functionalisme en haar varianten is en blijft een zeer complexe, maar het is wel degelijk een die overeind is gebleven. Het werken aan de Europese Unie door Monnet en de zijnen is steeds gedragen door deze “mind set”; het rationeel bekijken en oplossen van problemen en dat redelijk geheim te doen om geen last te hebben van de mogelijkerwijs irrationele impulsen van regeringen en hun onderdanen.

De doorwerking van deze mind-set is een complex historisch proces dat in de loop de jaren de nodige veranderingen heeft ondergaan; een proces, waarin ook de VS vooral na WO II een prominente rol speelde, dat te complex is om in dit kort bestek te behandelen. Een van die meer belangrijke veranderingen is de globalisering van het het bedrijfsleven en de financiële sector zelf. De belangen van deze sectoren werden vaak gelijkgesteld met een “rationeel oplossen van de problemen.” Het liberale - of neo-liberale - idee dat wat goed is voor het bedrijfsleven en de economie ook goed is voor de mensheid in het algemeen, speelde daarin een belangrijke rol. De nadruk op het oplossen van problemen en het mijden van de gewone bevolking is steeds gebleven. Wellicht de meest in het oog springende voorbeelden hiervoor zijn dat mensen uit de werelden van het geld en de industrie zich steeds vaker georganiseerd hebben in “clubs” die vrijwel zonder uitzondering in relatieve geheimhouding werken. Voorbeelden daarvan zijn de Bilderberg groep, de Trilateral Commission (TLC) en het European Round Table of Industrialists (ERT). Deze organisaties zijn niet zelden het doelwit van allerhande complottheorieën omdat ze bewust en expliciet als privé bijeenkomsten worden gepresenteerd. De Bilderberg groep is de meest bekende en heel expliciet over de geheimhouding. Het nodigt bijvoorbeeld wel vooraanstaande journalisten en uitgevers uit omdat die een eigen deskundigheid inbrengen, maar eisen daarbij dat op geen enkel manier iets van de beraadslagingen naar buiten wordt gebracht. Het aantal nieuwsitems over de Bilderberg groep of een van de andere groepen is opvallend gering.

Slotwoord

De geschiedenis leert dat Europa in zeker opzicht een verenigd Europa mag worden genoemd. De technocratische benadering van de problemen heeft ontegenzeggelijk mede gezorgd voor een inmiddels decennia durende vrede. Maar het het heeft ook gezorgd voor een bijkans totale scheiding tussen de gewone mensen en een betrekkelijk kleine groep van mensen die verantwoordelijk is voor de belangrijkste beslissingen. De technocraten van weleer richten zich daarbij nog op problemen die met enige goodwill technisch genoemd kunnen worden, inmiddels is hun invloed uitgebreid naar een veel breder spectrum van sociaal-economische problemen. Omdat de macht van de staten en hun regeringen in toenemende mate in handen is gelegd van een steeds kleinere groep mensen is niet te verwachten dat de bevolking via hun regeringen daar nog veel aan kunnen veranderen. Dit is wat het democratisch tekort van het verenigde Europa, maar met evenveel reden zou men het het technocratisch tekort kunnen noemen; het vermijden van het publieke debat om het gesprek tussen deskundigen niet te verstoren.

Een mogelijke uitweg uit deze volgens velen ongewenste situatie is dat het publiek een beter zicht krijgt op wat er in allerhande en veelal niet openbare gremia wordt besproken. Dit zou toch met name betekenen dat journalisten en uitgevers zich niet laten binden door clausules van geheimhouding. Een andere uitweg zou kunnen bestaan in het reduceren van de economische macht van wat zo langzamerhand een technocratische elite genoemd mag worden. Dat zou op zijn minst een heftig ingrijpen in de werking van het economisch en monetair systeem inhouden. Beide uitwegen zijn niet eenvoudig te bewandelen. Dat Europa snel volledig verenigd zal zijn, is dan ook niet te verwachten.
© 2015 - 2024 Henkellermann, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Recht binnen de Europese UnieRecht binnen de Europese UnieIn dit artikel zal er een beschrijving worden gegeven van het recht dat wordt gehanteerd binnen de Europese Unie. Het ge…
Instellingen van de Europese UnieDe Europese Unie heeft zeven instellingen, waarvan vier politieke instellingen en drie niet-politieke instellingen. In d…
Europese Integratie in de jaren 40 en 50Na de oorlog lagen er heel wat uitdagingen te wachten op Europa. Er moest niet alleen enorm veel schade hersteld worden,…

Het conflict Israel-Palestina door de jaren heenHet conflict Israel-Palestina door de jaren heenOver het conflict Israel-Palestina is al enorm veel geschreven en gezegd. Wat ontbreekt binnen de discussie, die vaak ge…
Bronnen en referenties
  • Kaessbohrer, Adolf. “Der Verein Mitteleuropäischer Eisenbahnverwaltungen.” Archiv für Eisenbahnwesen 56, no. 1 (1933): 12–34.
  • Kaiser, Wolfram & Schot, Johan (2014). Writing the rules for Europe. MacMillan (ISBN: 978–0–230–30807–7)
  • Kleinschmidt, Christian. Technik und Wirtschaft im 19. und 20. Jahrhundert. Munich: Oldenbourg, 2007.
Henkellermann (60 artikelen)
Laatste update: 19-09-2016
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Politiek
Bronnen en referenties: 3
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.