Genocide als Misdaad
Na de Tweede Wereldoorlog zag de wereld wat er met de Joden gebeurd was, de Holocaust had 6 miljoen Joden het leven gekost. Om geen andere reden dan hun Joodse komaf. Nooit meer, werd er gezegd, nooit meer een Holocaust, nooit meer genocide. Maar helaas hebben de VN dit niet waar kunnen maken, ook na de Tweede Wereldoorlog hebben er genociden plaatsgevonden, zoals het ook daarvoor al gebeurde. Wel werd genocide officieel een misdaad, waartegen de Verenigde Naties konden ingrijpen.
Het Woord Genocide
Het woord genocide is afkomstig uit het Grieks en Latijn: genos (Grieks: ras) en cide (Latijn: moord). Het werd voor het eerst gebruikt in 1944 door Raphael Lemkin.
Genocide als Misdaad
In december 1948 werd de
United Nations Convention on the Prevention and Punishment of the Crime of Genocide getekend en dit werd van kracht vanaf 1951. Het was een gevolg van de Holocaust, waarbij 6 miljoen Joden werden omgebracht. Artikel twee van diezelfde conventie definieert genocide als elk van onderstaande daden, waarbij het de bedoeling is om een religieuze, etnische, nationale groep of ras, geheel of deels te vernietigen:
- het doden van leden van een groep
- proberen te voorkomen dat er kinderen geboren worden in een groep
- serieus lichamelijk of mentaal letsel toebrengen aan leden van een groep
- het opleggen van maatregelen waardoor het leven van leden van een groep deels of geheel fysiek worden vernietigd
- met dwang kinderen van een groep elders onderbrengen
Acht Fasen
Genocide wordt wel onderverdeeld in acht verschillende fases, bij vrijwel alle genociden is er sprake van deze fasen en in principe kan er ingegrepen worden van buiten af. Dat is ook het doel van de Conventie van de Verenigde Naties. Maar helaas gaat dat vaak mis, goede voorbeelden hiervan zijn Rwanda en
Bosnië, waarbij men wist wat er gaande was, maar niet op tijd of op de juiste manier wist in te grijpen.
Classificatie
Er worden categorieën in het leven geroepen die een verschil maken tussen 'wij' en 'zij', die gebaseerd zijn op ras, religie, etniciteit of nationaliteit. In het algemeen is het verschil tussen 'wij' en 'zij' normaal, zolang er iets is dat de verschillen overstijgt, zoals een gedeeld taal, een gedeelde religie, etc. Streken waar dat niet lukt, waar de verschillen extreem zijn en blijven, maken een grotere kans op genocide. Een goed voorbeeld is Rwanda, met de Hutu's en Tutsi's, die hun verschillen niet konden overwinnen.
Symbolisatie
Ook hier is weer sprake van een algemeen menselijk iets, mensen gebruiken symbolen om een groep aan te duiden, een Jodenster is op zichzelf geen akelig symbool en de zwarte huid van een Afrikaan is op zichzelf ook niet vreemd. Het wordt pas gevaarlijk wanneer die symbolen gebruikt gaan worden om groepen te ontmenselijken: een zwarte is geen mens meer, een Jodenster is het symbool van iets verderfelijks. Het kan daarom werken om de symbolen van haat te verbieden, zoals bijvoorbeeld het hakenkruis (swastika). Wanneer er grote steun is onder de bevolking kan ook de ontkenning van een symbool goed werken. In Bulgarije droegen tijdens de Tweede Wereldoorlog veel niet-Joden een Jodenster.
Ontmenselijking
Dit is een zeer gevaarlijke fase, de mensen uit de andere groep worden onmenselijk. Ze worden vergeleken met ongedierte (joden werden met ratten vergeleken, Tutsi's met kakkerlakken) en verliezen op die manier hun menselijkheid. Wanneer dit geluid overal te horen is, op radio's en in kranten, kan dit veel invloed hebben.
Organisatie
Genocide is altijd georganiseerd, soms door de staat (in Duitsland,
Cambodja en
Namibië bijvoorbeeld) soms door terroristische groepen en soms informeel. Moorden worden vaak goed voorbereid.
Polarisatie
Extremisten drijven groepen verder uiteen. Huwelijken tussen groepen worden verboden (Namibië) en het socialiseren met de andere groep wordt bemoeilijkt. Terroristische acties kunnen er voor zorgen dat de gematigde stemmen monddood gemaakt worden.
Voorbereiding
Slachtoffers worden geïdentificeerd, er worden dodenlijsten gemaakt. Soms worden groepen mensen in getto's of concentratie-kampen samengedreven of wordt een gebied afgesloten en worden mensen uitgehongerd (
Oekraïne).
Uitroeiing
Dit is de fase dat de genocide een feit wordt. Voor de moordenaars is er sprake van uitroeiing, omdat de slachtoffers nauwelijks menselijk zijn. Vaak zijn er speciale milities actief, die het werk opknappen.
Ontkenning
Dit is hetgeen altijd volgt op genocide. Massagraven worden opnieuw opgegraven om de lijken te verbranden en andere maatregelen worden genomen om bewijzen te vernietigen. Een interessante uitzondering vormde Rwanda, waar de Hutu's aanvankelijk hun slachtoffers heel openlijk doodden en vervolgens lieten liggen. Pas later ging men over tot het verbergen van de daden.
Hitler
Tot de komst van de Conventie kon genocide tamelijk ongestoord plaatsvinden. En mensen die genociden in de zin hadden wisten dat. Een goed voorbeeld hiervan is de uitspraak van Adolf Hitler tegen zijn officieren op 22 augustus 1939: 'Voor het moment heb ik alleen mijn 'Doodskop eenheden' naar het oosten gestuurd met de opdracht om zonder medelijden alle mannen, vrouwen en kinderen van het Poolse ras of degenen die de Poolse taal spreken te doden. Alleen op die manier komen we in het bezit van de ruimte (
Lebensraum) die we nodig hebben. Wie praat er vandaag de dag nog over de Armeniërs.' Hieruit blijkt dat Hitler precies wist wat hij ging doen en hoopte en verwachtte dat dat vergeten zou worden, zoals voorgaande genociden.