Twintigste eeuw, de eeuw van het kind
Vanaf de twintigste eeuw veranderde er veel voor kinderen. Het was de eeuw waarin kinderarbeid aan banden werd gelegd. Het was ook de eeuw waarin scholing van kinderen bij wet werd geregeld. De opvoeding van kinderen werd in de loop van de eeuw steeds vrijer. Kinderen mochten mee gaan denken, meepraten en meebeslissen. En het speelgoedaanbod werd zo groot, dat het kiezen van het juiste speelgoed tot een probleem uitgroeide.
Dertiger jaren
Rust, reinheid en regelmaat
In de jaren dertig stond het opvoeden van kinderen nog in het teken van rust, reinheid en regelmaat. Het kind kreeg een zekere mate van vrijheid. Het werd geprezen als het iets goeds presteerde. Straffen mocht, maar slaan was uit den boze. Te veel aanhalen was ook niet nodig. Ouders moesten het goede voorbeeld geven.
Tien geboden
In de
“Tien Geboden bij de kinderopvoeding” uit 1935 staat:
“Mijd alle overdaad bij de opvoeding; noch te veel liefkoozingen, noch te veel en te kostbaar speelgoed, noch te veel snoepgoed en bovenal te veel toegeeflijkheid zullen van uw kind een degelijk, ernstig mensch helpen maken. Kus uw kinderen zoo weinig mogelijk, en laat anderen hen liefst helemaal niet kussen”.
Boeken
In de jaren dertig was men nog kritisch ten aanzien van het lezen van boeken door kinderen. Het zou het gewone schoolwerk maar belemmeren. Bovendien was men bang, dat het kind teveel in een fantasiewereld zou gaan leven. Ook daarna hield men nog lang reserves waar het, het voorlezen voor het slapen gaan betrof. Het zou de nachtrust niet ten goede komen.
Verschil jongens en meisjes
Er werd nog een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de opvoeding van jongens en meisjes. Dat had alles te maken met de toekomst. Jongens gingen later de kost verdienen. Meisjes werden huisvrouw en moeder. Veel speelgoed was dan ook typisch voor meisjes of voor jongens.
Elektrisch aangedreven speelgoed
Nieuw was het grote aanbod van elektrisch aangedreven speelgoed. Er waren ook kritische geluiden. Het belemmerde de eigen fantasie van het kind, omdat het zelf minder hoefde te doen. En het spelen met elektriciteit zou gevaarlijk kunnen zijn. Een uitzondering werd gemaakt voor het elektrische fornuisje. Dat werd gezien als zeer leerzaam.
Jaren veertig
Speelgoed en leeftijd gaan samen
Vanaf de jaren veertig is er een duidelijk verband te leggen tussen de leeftijd van een kind en het meest geschikte speelgoed dat daarbij hoort. Een zuigeling zou de eerste weken nog geen speelgoed hoeven hebben. Pas wanneer het een week of acht oud is, is dat vroeg genoeg. Iets kleurigs, bijvoorbeeld een bal is prima. Een kind is met weinig tevreden. Teveel speelgoed tegelijk is niet goed. Een rammelaar is geschikt voor een kind van een maand of vier. Wordt de kleine een jaar oud, dan zijn blokken ideaal. Daarna is een trekfiguur op wieltjes een geschikt cadeau. Voor peuters zijn zand, papier, klei en ander materiaal om iets van te maken een goede stimulans. Op de leeftijd van drie, vier jaar komen de legspellen, houten kralen en kleurkrijt aan bod. Puzzels, constructiedozen, naaldwerkjes en bellen blazen zijn voor een kind van vijf uitermate geschikt.
Overdaad schaadt
Ook voor kleuters geldt het beste speelgoed is eenvoudig en biedt ruimte voor eigen fantasie. Ook voor hen geen overdaad aan speelgoed, desnoods het teveel tijdelijk opbergen.
Taak ouders
Ouders moeten zo weinig mogelijk ingrijpen in het spel, want spelen is leren. Als een kind ouders wil meehelpen moet dat worden gestimuleerd. Het maken van tekeningen en het bekijken of voorlezen van prentenboeken is belangrijk. Maar kies het boek met zorg en lees het vaker. Breng het kind liefde voor de natuur bij door te wandelen. Wat het kind lief heeft, zal het niet vernielen.
Veiligheid
Er is al aandacht voor veiligheid. Voor een zuigeling mag speelgoed niet te klein zijn vanwege het gevaar van inslikken. Het mag geen scherpe randjes hebben, het mag geen kleur afgeven en goed te reinigen zijn. Speelgoed van zieke kinderen mag niet in handen komen van gezonde kinderen, tenzij het is ontsmet.
Jaren vijftig
De drie R’s , rust, reinheid en regelmaat blijven belangrijk. Ouders geven leiding en het goede voorbeeld.
Vrijere opvattingen jaren zestig en zeventig
Meedenken, meepraten en meebeslissen
In de loop van de jaren zestig en de jaren zeventig worden strenge richtlijnen in de opvoeding losgelaten. De nadruk komt te liggen op begeleiding. Kinderen mogen meedenken, meepraten en meebeslissen. Het aantal kinderen per gezin wordt kleiner. Ook daardoor wordt een strak geregeld huishouden minder belangrijk. Het verschil in opvoeding tussen jongens en meisjes vervaagd. Daarmee vervagen ook de grenzen tussen jongensspeelgoed en meisjesspeelgoed. De toekomstige rol van meisjes veranderd van toegewijde huisvrouw en moeder in iemand die meetelt op de arbeidsmarkt.
Kinderopvang
Doordat steeds meer vrouwen de arbeidsmarkt opgaan stijgt de vraag naar kinderopvang. Er komen naast peuterspeelzalen ook crèches, waar kleine kinderen van werkende vrouwen worden opgevangen. De meningen over kinderopvang door derden blijven lang verdeeld.
Speelgoed
Het aanbod aan speelgoed groeit, ook voor de allerkleinsten. Lezen wordt een vorm van ontspanning naast het vergroten van de algemene ontwikkeling. De komst van de televisie heeft een grote impact op gezinnen. Er worden minder gezelschapsspelletjes gespeeld en ook het lezen van boeken verminderd.
Van traditioneel speelgoed naar digitaal speelgoed
De computer
Naast het traditionele speelgoed zoals puzzels, spellen, poppen met toebehoren, knuffels, bouw- en constructiemateriaal en knutselpakketten komt er nieuw speelgoed. Met de intrede van de computer, komen er computerspellen op de markt. Niet veel later verschijnen de eerste spelcomputers, gevolgd door mobiele telefoons, i-pods en i-pads voor de jeugd. Er is geen minimum of maximum leeftijd voor digitaal “speelgoed”.
Van realisme naar karikatuur
Zag speelgoed er oorspronkelijk vooral realistisch uit, nu kunnen poppen ook karikaturen zijn van de werkelijkheid, of karakters uit kinderfilms. Knuffels kunnen bedachte figuren zijn in gekke kleuren. Voertuigen of wapens zijn futuristische “gedrochten”of multifunctionele robots. Alles is mogelijk.
Merchandising
Kinderseries of muziekgroepen hebben merchandising gericht op kinderen. Het wakkert de verzamelwoede bij kinderen aan.
Veiligheid
Over het aanbod van de speelgoedmarkt is veel te zeggen. Een ding staat buiten kijf. Speelgoed moet tegenwoordig voldoen aan allerlei veiligheidseisen. En dat is een positieve verworvenheid.