Opvoeding van een kind van zeven jaar
Wat moet een kind van zeven jaar leren? Naast rekenen en taal op school moet dit kind leren een ideaal te krijgen. Op deze leeftijd is een kind in staat een ideaal te begrijpen. Maar welk ideaal moet een ouder of opvoeder het dan geven? Vijf idealen komen aan de orde: voorkomendheid, eerbied, fierheid (zelfrespect), bedachtzaamheid en het onbekende en het ongeziene: het geestelijk ideaal. Ook over het nieuwe boek ‘Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding' van pedagoog Micha de Winter.
Ideaal van voorkomendheid
Het eerste ideaal is voorkomendheid. Voorkomend zijn tegenover ouderen. Leert een kind dit nu niet, dan zal dit nooit uit iemand zelf komen. Een eerbiedige houding is dan aangeleerd en niet echt, iets van binnenuit. Dan pas geeft een respectvolle houding ook vreugde. Innerlijk eerbiedig gedrag geeft blijdschap aan anderen en aan het kind zelf.
Tegenspreken, terugslaan, weigeren, ongehoorzaam zijn, een onaangename toon bij het spreken, het voorhoofd fronsen, van gelaatsuitdrukking veranderen, een lelijk gezicht trekken zijn allemaal op een gebrek aan eerbied wijzende neigingen, die groeien hoe ouder het kind wordt.
Ideaal van zorgzaamheid
Het tweede ideaal is eerbied en zorgzaamheid voor de opvoeder, de ouder of verzorger. Eerbied is niet alleen achting, maar het is ook het gevoel van dankbaarheid. Een plicht, die het kind bindt aan de opvoeder. Hierin zit een besef van heiligheid en een gevoel van vreugde. Leert een kind deze neiging niet, dan kent het later geen zorgzaamheid voor degenen, die het vanaf zijn baby-zijn grootgebracht hebben.
Hoeveel bejaarde opvoeders en ouders worden tegenwoordig niet verwaarloosd? Wanneer zorgzaamheid nu aan het kind wordt geleerd, kan het later aan zijn ouders vreugde geven en diensten bewijzen, wat een groot voorrecht en groot geluk in het leven is.
Ideaal van zelfrespect
Het derde ideaal is de houding van fierheid, van zelfrespect. In de periode van de kindertijd kan de opvoeder stimuleren tot een van zelfrespect. Juist in deze periode kan een kind zijn (beetje) gevoel van trots of eer verliezen, dat zich in hem ontwikkelt. Met speelgoed of snoep, dat een kind graag wil, komt dan de volgende vraag: “Wie is groter, jij of het koekje?”
Uit zelfrespect is het beter, dat het kind langs het koekje - dat op een schaal op de tafel ligt - heen zou kunnen lopen, zonder ernaar te vragen. Het gaat om eergevoel, dat bestaat uit tevredenheid. Als een ander kind meer heeft of iets mooiers, hoeft een kind niet te laten merken, dat het ook zoiets wil hebben. De grootste rijkdom zit in trots en eergevoel, die onder alle omstandigheden blijft.
Ideaal van bedachtzaamheid
Het vierde ideaal is de houding van bedachtzaamheid in spreken en handelen. Een kind moet zich bewust zijn van zijn plaats als kind. Het kind heeft bijvoorbeeld niet het recht, wanneer twee volwassenen ergens over spreken, om te onderbreken en zijn mening te geven. Ook moet het er op leren letten of anderen eerst moeten gaan zitten voordat het zelf gaat zitten, of iemand eerst de deur uit of binnen moet gaan, voordat het zelf gaat, of de anderen zover zijn, voordat het gaat eten.
Het kind moet zijn plaats kennen. Het kind moet zich van zijn kind-zijn bewust zijn in het spreken, bewegen en handelen.
Ideaal van het onbekende
Het vijfde ideaal is het denkbeeld van het onbekende, het ongeziene. “Men leeft niet om te werken, men werkt om te leven.” Het gaat niet alleen om aards gewin, dat kan zo worden kwijtgeraakt, maar om een hoger ideaal, een geestelijk ideaal. In de kindertijd is de geest ontvankelijk en staat het kind open voor een Godsideaal. Dan is het zoals Christus zei: “Zoekt eerst het Koninkrijk van God, en alle dingen zullen u toegeworpen worden.” De opvoeder kan het kind helpen de eerste stappen op weg naar God te zetten. Dit is de eerste les in de kindertijd.
Tips bij leren van idealen
De beste manier om een kind op te voeden, is om het niet te laten merken, dat het wordt onderricht. Hierbij zijn de volgende tips bij het onderwijzen handzaam:
- Wees een vriend van het kind;
- Voer vriendschappelijke gesprekken over deze idealen, zodat het gevoel hiervoor kan worden opgewekt;
- Haal het goede en het ideaal uit het kind naar boven;
- Geef liefdevolle en vriendschappelijke raad;
- Door genegenheid en liefde van het kind te winnen, kan de geest worden gevormd en worden afgestemd op het hogere ideaal.
Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding
De Utrechtse hoogleraar pedagogiek Micha de Winter sprak 12 maart 2011 bij de Tros Nieuwsshow over zijn nieuwe boek ‘Verbeter de wereld, begin bij de opvoeding; Vanachter de voordeur naar democratie en verbinding’. Hij legt uit: “Het gaat niet alleen om het individuele gedrag van een kind, maar om veel meer. Wij plaatsen onszelf in het centrum van de wereld. Daar zitten goede kanten aan, maar ook schaduwkanten. Het gaat er ook om kinderen voor te bereiden op de wereld en wat ze daarin kunnen doen. Hoe mensen met elkaar om gaan. Wat willen wij met die kinderen bereiken, welke waarden willen wij ze leren?” De Winter benadrukt: “Laten we nu eens heel goed nadenken over wat we kinderen willen meegeven. Aan democratie en vrijheid zitten haken en ogen. Het is niet: ik mag alles doen wat ik wil, want je moet altijd met anderen tot overeenstemming komen. Het gaat niet alleen om ‘bonding’ (binnen gezin/groep), maar ook om ‘bridging’ (buiten gezin/groep). Beide zijn belangrijk voor een goede ontwikkeling van een kind.” Al met al een terugkeer van idealen in de opvoeding.
Lees verder