Kindermishandeling
Hier is informatie over kindermishandeling. Hier staan ook de signalen bij kindermishandeling bij kinderen van 0-4 jaar en een stappenschema.
Kindermishandeling:
Kindermishandeling is vreselijk. En het mag dan ook niet zo zijn dat het ongemerkt en ongestoord kan plaatsvinden. Het is een gegeven dat steeds meer kinderen gedurende langere of kortere tijd in een of andere vorm van kinderopvang verblijven. Steeds vaker zullen leidsters dus in aanraking komen met kinderen die misschien mishandeld of misbruikt worden. Het kind vertelt niet rechtstreeks dat het verwaarloosd, mishandeld of misbruikt wordt. Jonge kinderen kennen die woorden niet eens. De betreffende volwassenen en het kind praten er niet over. In hun gedrag uiten kinderen de gevolgen van wat hen wordt aangedaan. Een goede verstaander moet voor die signalen open staan, ze kunnen interpreteren en weten wat men voor het kind en het gezin kan doen. Steeds meer leidsters zullen den behoefte voelen om over dit onderwerp geïnformeerd en geschoold te worden. Samenwerking en bijscholing is een goede basis voor de bestrijding van kindermishandeling.
De kindertelefoon:
Als je mishandeld, verwaarloosd om misbruikt wordt en kan je altijd de kindertelefoon bellen. Bellen met de kindertelefoon kan elke dan van 2 uur ’s middags tot 8 uur ’s avonds Je hoeft je naam niet te noemen als je dat niet wilt.
Vormen van kindermishandeling
Lichamelijke mishandeling:
Er is sprake van lichamelijke mishandeling wanneer de verzorgers het kind verwonden. Voorbeelden: de verzorger slaat en schopt het kind, de verzorger brandt het kind met een sigaret, bijten, snijden, dwingen om schadelijke stoffen in te nemen.
Lichamelijke verwaarlozing:
De verzorger is niet in staat of bereid tot het verschaffen van minimale zorg ter aanzien van de lichamelijke behoeften van een kind op een of meerdere gebieden: voeding, kleding, onderdak, bezoek aan arts en/tandarts, hygiëne. Voorbeelden: de verzorger zorgt regelmatig niet voor eten voor de kinderen, het kind is vuil en heeft (langdurig en regelmatig) luizen, de verzorger zorgt niet voor geschikte slaapplaats voor het kind. Het kind komt altijd met vieze luiers en heeft ernstige luieruitslag, het kind heeft medicijnen nodig, maar de verzorgers zorgen er niet voor dat het kind ze regelmatig krijgt, een kind wordt ’s nachts vele uren alleen gelaten.
Emotionele verwaarlozing:
Het ontzeggen van warmte, aandacht, respect, contact, nooit eens knuffelen.
Seksueel misbruik:
De verzorger heeft seksueel contact met het kind, probeert dit te hebben of laat het kind kijken naar, ter bevrediging van de seksuele gevoelens van de betrokken verzorger en/of uit geldelijk gewin. Voorbeelden: de verzorger laat het kind pornografisch materiaal zien, de verzorger betrekt het kind in wederzijdse masturbatie, de verzorger verkracht het kind.
De signalen van kindermishandeling (0-4 jaar)
Lichamelijk welzijn:
- blauwe plekken, brandwonden, botbreuken, snij-, krab- en bijtwonden
- groeiachterstand
- voedingsproblemen
- ernstige luieruitslag
- slecht onderhouden gebit
- kind stinkt, heeft regelmatig smerige kleren aan
- oververmoeid
- vaak ziek
- ziektes herstellen slecht
- kind is hongerig
- achterblijvende motoriek
- niet zindelijk op leeftijd dat het hoort
Gedrag van het kind:
- weinig spontaan
- passief, lusteloos, weinig interesse in spel
- apathisch, toont geen gevoelens of pijn
- in zichzelf gekeerd, leeft in fantasiewereld
- labiel
- erg nerveus
- hyperactief
- negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, faalangst
- negatief lichaamsbeeld
- agressief, vernielzucht
tegenover andere kinderen:
- agressief
- speelt weinig met andere kinderen
- wantrouwend
- niet geliefd bij andere kinderen
tegenover ouders:
- angstig, schrikachtig, waakzaam
- meegaand, volgzaam
- gedraagt zich in bijzijn van ouders anders dan zonder ouders
Tegenover andere volwassenen:
- angst om zich uit te kleden
- angst voor lichamelijk onderzoek
- verstijft bij lichamelijk contact
- angstig, schrikachtig, waakzaam
- meegaand, volgzaam
- agressief
- overdreven aanhankelijk
- wantrouwend
- vermijdt oogcontact
Overig:
- plotselinge gedragsverandering
- gedraagt zich niet naar zijn leeftijd
- taal- en spraakstoornissen
Gedrag van de ouder:
- onverschillig over het welzijn van het kind
- laat zich regelmatig negatief uit over het kind
- troost het kind niet
- geeft aan het niet meer aan te kunnen
- is verslaafd
- is ernstig (psychisch) ziek
- kleed het kind te warm of te koud aan
- zegt regelmatig afspraken af
- vergeet preventieve inentingen
- houdt het kind vaak thuis van school
- heeft irreële verwachtingen van het kind
- zet het kind onder druk om te presteren
Gezinssituatie:
- samengaan van stressvolle omstandigheden, zoals slechte huisvesting, financiële problemen en relatieproblemen
- sociaal isolement
- alleenstaande ouder
- partnermishandeling
- gezin verhuisd regelmatig
- slechte algehele hygiëne
Signalen specifiek voor seksueel misbruik:
Lichamelijk welzijn:
- verwondingen aan geslachtsorganen
- vaginale infecties en afscheiding
- jeuk bij vagina of anus
- pijn in bovenbenen
- pijn bij lopen of zitten
- problemen bij plassen
- urineweginfecties
- seksueel overdraagbare aandoeningen
Gedrag van het kind:
- drukt benen tegen elkaar bij lopen of oppakken
- afkeer van lichamelijk contact
- maakt afwezige indruk bij lichamelijk onderzoek
- extreem seksueel gekleurd gedrag en taalgebruik
Stappen schema
Fase 1: De leidster heeft een vermoeden
- Observeer en leg vast
- Onderzoek naar onderbouwing
- Leg waarnemingen vaan aar verzorger(s)
Verantwoordelijkheid bij de leidster
Fase 2: De leidster bespreekt het onderbouwde vermoeden in een overleggroep
- Bespreken informatie
- (Eventueel) extra gegevens
- Plan van aanpak
Verantwoordelijkheid bij de leidster en leidinggevende
Fase 3: Het uitvoeren van een plan van aanpak
- Consulteren Veilig Thuis
- Praten met verzorger(s)
- (Eventueel) praten met kind
- Bespreken van de resultaten
Verantwoordelijkheid bij de leidinggevende
Fase 4: Beslissing
- De vermoedens zijn na overleg met de betrokkenen niet bevestigd
- Na gesprek(ken) met verzorger(s) is duidelijk dat verzorger(s) ook bezorgd zijn
- Na overleg met verzorger(s) blijft er ernstige twijfel bestaan
- Het vermoeden van kindermishandeling blijkt na het gesprek met de verzorger(s) gegrond
- Er ontstaat een crisissituatie
Verantwoordelijkheid bij de (aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep
Fase 5: Handelen:
- Wanneer de vermoedens na overleg met de betrokkenen niet zijn bevestigd: vernietig de werkaantekeningen en sluit de zaak af
- Wanneer na een gesprek(ken) met verzorger(s) duidelijk is dat de verzorger(s) ook bezorgd zijn, verwijs de verzorger(s) door
- Wanneer er na overleg met verzorger(s) ernstige twijfel blijft bestaan spreek een extra observatieperiode af
- Wanneer het vermoeden van kindermishandeling na het gesprek met de verzorger(s) gegrond blijkt, wordt er melding bij Veilig Thuis gedaan
- Wanneer er een crisissituatie ontstaat, wordt er gemeld bij:
- politie of
- crisisdienst bureau Jeugdzorg
Verantwoordelijkheid bij de (aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep
Fase 6: Evaluatie:
- Evalueer het proces en de procedure
- Stel zonodig afspraken bij
- Registreer
Verantwoordelijkheid bij de (aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep
Fase 7: Nazorg:
- Blijf alert op het welzijn van het kind
- Blijf signalen en zorgen melden bij Veilig Thuis
Verantwoordelijkheid bij de (aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep