Chiro: geschiedenis van de grootste jeugdbeweging van België
De Chiro is de grootste jeugdbeweging van Vlaanderen en België. Er zijn meer dan honderdduizend leden verspreid over bijna duizend groepen. Er gingen heel wat jaren overheen voor de Chiro zo populair werd en de jeugdbeweging heeft een indrukwekkende geschiedenis met veel veranderingen. Vandaag is de jeugdbeweging veel breder dan ze in het Katholieke begin was, en is het vooral een plek waar kinderen kunnen spelen, vrienden leren kennen en zichzelf kunnen zijn. Vanaf zes jaar is iedereen welkom en elk jaar gaan de groepen op kamp.
Het katholieke patronaat
Jeugdzorg van de katholieke kerk
Door de industriële revolutie moesten arbeiderskinderen in de 19de eeuw al van jongs af aan meewerken in de fabrieken. De Kerk en de rijke burgerij waren bang dat de jeugd het verkeerde pad zou kiezen dus startten ze in Vlaamse steden de patronaten op: parochiale jeugdverenigingen. Hiermee wilden ze de volkskinderen beschermen tegen de 'verderfelijke' buitenwereld en hen tegelijk opvoeden, vooral godsdienstig. Over meisjes werd voorlopig nog niet gesproken, enkel jongens waren toegelaten.
De jongeren werden op zondag, hun enige vrije dag, van ’s morgens vroeg al bij de mis verwacht. In de voor- en namiddag kregen ze catechese, om vijf uur ’s middag gingen ze naar 'het Lof' (gebedsdienst met zang) en nadien speelden ze rustige spelletjes. De kinderen hadden geen inbreng en stonden constant onder toezicht van een priester en enkele mensen uit de burgerij, daarom kunnen we de patronaten nog geen echte jeugdbeweging noemen.
Na de Eerste Wereldoorlog nam de concurrentie toe en dreigden de patronaten vergeten te worden. Er waren betere scholen en nieuwe vormen van ontspanning zoals de bioscoop, en er ontstonden vooral nieuwe jeugdbewegingen waaronder de KSA, de KAJ, de BJB en de scouts.
Jos Cleymans brengt nieuw leven
In 1943 introduceerde Jos Cleymans de naam Chiro en ontfermde zich over de jongenspatronaten. Hij was algemeen secretaris van het Jeugdverbond voor Katholieke Actie (JVKA) en werkte dus in opdracht van de kerkelijke overheid. De door paus Pius IX gelanceerde 'Katholieke Actie' betekende voor Vlaanderen dat elke sociale stand een eigen jeugdbeweging kreeg met de KAJ voor de arbeidersjeugd, de BJB voor de boerenjeugd en de KSA voor de studenten. Ook de patronaten hoorden erbij. Zij richtten zich op alle jongeren, ook de jongsten, en hadden dus een heel brede doelgroep.
Ruzie binnen de Kerk
De patronaten en de KAJ mikten op dezelfde groep: de volksjeugd. KAJ-proost Jozef Cardijn was daar helemaal niet blij mee en er volgde een hevig conflict met Jos Cleymans. De Kerk kwam tussen beiden en besliste dat de patronaten enkel kinderen onder de 14 jaar mochten hebben en geen uniform mochten dragen. Cleymans was het hier niet mee eens en zag de toekomst groter, maar in 1935 werd hij pastoor van Willebroek. Sommigen beweren dat dit geen toeval was en dat hij met opzet een andere opdracht kreeg omdat Cardijn hem weg wilde.
De opkomst van de Chirojeugd
Antwerpse studiekring onder leiding van Leo Van Hoebroeck
In 1938 volgde Van Hoebroeck Cleymans op als nationale proost van de patronaten en richtte samen met enkele andere bestuurders en priesters een studiekring op in Antwerpen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verboden de Duitsers alle niet-religieuze groepsactiviteiten en censureerden ze alle publicaties. De vernieuwingsgezinde patronaten bleven overeind en de nieuwe naam werd officieel: Chirojeugd. In tegenstelling tot de jongens waren de meisjespatronaten niet aan een parochie maar aan een school verbonden en na de oorlog was er bijna geen sprake meer van. Daarom ontwikkelde Van Hoebroeck de meisjeschiro in 1938 naar voorbeeld van de jongens.
De landsbond
Net na de Tweede Wereldoorlog transformeerde de studiekring naar een Landsbond, een overkoepelende structuur voor de Chirojeugdgroepen. Ze gaven boeken en brochures uit, en organiseerden cursussen voor de leiding. In 1941 kwam de eerste editie van het leiderstijdschrift Mededeelingen van Chirojeugd uit. Eind 1945 erkende kardinaal Van Roey de Chirojeugd officieel als volwaardige jeugdbeweging. Daardoor hoefde de Chirojeugd geen rekening meer te houden met de anderen jeugdbewegingen van het JVKA en kregen de leden nu ook een eigen uniform.
De Kroonwacht van West-Vlaanderen
Groepen bepaalden zelf of ze zich aansloten bij de grote Chiro. In het begin waren het de verbonden die groepen oprichten, zij mochten zelf kiezen of ze bij de Landsbond wilden of niet. Alle verbonden sloten zich meteen aan, uitgezonderd van West-Vlaanderen. De jongen werden pas in 1950 lid, de meisjes hadden zelfs tot in 1965 een eigen jeugdbeweging: de Kroonwacht.
De onverwachte beroerte die Van Hoebroeck in 1942 overviel en tot zijn dood leidde, had als gevolg dat Albert Peeters proost werd. Hij schreef het basiswerk en handboek van de Chiro: Grondslagen der Chirowerking.
Gouden tijden in de geschiedenis
Financiële onafhankelijkheid
Na de oorlog bleef het ledenaantal fors groeien en de Landsbond was alomtegenwoordig om de nieuwe Chirogeest te verspreiden. Er waren films en publicaties, grote evenementen en georganiseerde bedevaarten en 1946 markeerde de start van de Chirobanier, de nationale verkoopdienst. De jeugdbeweging was nu financieel afhankelijk van anderen en jongens en meisjes konden er al hun uniformen en benodigdheden kopen. In 1957 werd de naam afgekort tot De Banier.
Chiro aan de andere kant van de wereld
Vlaamse missionarissen startten in de jaren 1950 de eerste Chirogroepen buiten Europa. Zij namen het concept onder andere mee naar Congo, Zuid-Afrika, Rwanda, Chili, Taïwan en Ghana. Er waren uitwisselingsstages met de Vlaamse Chirojeugd, in de publicaties verschenen regelmatig artikels en elk jaar in januari zamelden de Chiroleden geld in voor de missies. Nadien nam Broederlijk Delen de financiële kant over. De Chiro blijft de acties ondersteunen.
Het hoogtepunt van de Chiro
Op 24 mei 1964 zakten meer dan zestigduizend jongeren af naar het Antwerpse Bosuilstadion voor Top 64, een spectaculaire belijdenisfeest. Het was de kroon op dertig jaar Chirowerk en de start van heel wat vernieuwingen. De moderniseringsgolf die in de jaren 60 over de wereld spoelde zorgde voor drie opmerkelijke veranderingen: het einde van 'Christus Koning' en het begin van 'Jezus Christus', een gemengde werking van jongens en meisjes en drie nieuwe kernwaarden: democratie, openheid en creativiteit. Chiro was niet langer uitsluitend een Katholieke Actiebeweging en in de jaren 70 ging de jeugdbeweging op zoek naar haar vernieuwde identiteit.
De nieuwe Chiro: grootste jeugdbeweging van België
Maatschappelijke betrokkenheid en spel
Actief deelnemen aan de maatschappij, dat is wat de Chiro van zijn leden verlangde. Passief toekijken volstond niet. Op de Landdag Impuls 70 stelde het bestuur in 1970 het Impulsmanifest voor waarin het haar leden opriep om actief deel te nemen aan de maatschappij. De Chiro klaagde regelmatig wantoestanden aan en organiseerde vele vredesmanifestaties. Maar wilden kinderen wel de hele tijd op de barricades springen? Het kader besefte dat de meeste jongeren in de eerste plaats kwamen om te spelen en ze wilden de twee verzoenen. 'Spel kan de wereld veranderen', was één van de slogans. Op de Landdag van 1978 'Samen beweging maken' stelde De Chiro haar nieuwe visie voor. Ze is voortaan een geloofs-, spel- en maatschappijbeweging. Vanuit die visie volgde de 'Streeflijn'. Hoe groepen die in de praktijk omzetten kan je lezen in het 'Aktieboek'.
Crisis in de jaren 80, succes in de jaren 90
Alle Vlaamse jeugdbewegingen zagen hun ledenaantal drastisch dalen in de jaren 80. De Chiro verloor meer dan twintigduizend leden en een honderdtal groepen, maar hield stand. Het kader weigerde toe te geven aan de negatieve sfeer onder de jeugd en bleef jongeren stimuleren om door middel van spel op te komen voor verbondenheid, solidariteit en vrede. Vanaf de jaren 90 gaat het weer beter en groeit het ledenaantal. Er volgde ook een nieuw uniform. In 2016 waren er 902 groepen en een globaal totaal van 107 576 leden.