Spelen met prentenboeken: leuk en leerzaam

Interactief voorlezen
Voorlezen is leuk én leerzaam. Door interactief voor te lezen betrek je je publiek er zoveel mogelijk bij. Dit doe je door niet alleen het verhaal te vertellen, maar de kinderen uit te nodigen mee te doen en mee te denken met het verhaal. Hiervoor kun je voor, tijdens en na het voorlezen verschillende activiteiten inzetten.Activiteiten rondom het voorlezen van een prentenboek
Met prentenboeken zijn veel activiteiten te bedenken. Door het prentenboek niet alleen voor te lezen, maar ook activiteiten rondom het verhaal en thema te bedenken, ontstaat er een wisselwerking tussen boek en activiteit, waardoor ze elkaar versterken en het verhaal meer gaat leven. Om je als ouder of juf/meester op weg te helpen is het fijn om hier wat hulp bij te krijgen.Spelen met prentenboeken
In het boek 'Spelen met prentenboeken' (Lemniscaat, 2017) staan veel voorleestips en activiteiten bij 22 prentenboeken van Uitgeverij Lemniscaat. Dit boek is de opvolger van het populaire boek van Margriet Chorus uit 1997 met dezelfde titel. Maar bij alle prentenboeken kun je natuurlijk zelf ook soortgelijke activiteiten voor peuters en kleuters (of basisschoolkinderen uit groep 3 of 4) bedenken.Het begin
Lees het prentenboek eerst helemaal door, zodat je goed weet hoe het verhaal loopt. Ga na wat het thema is van het prentenboek. Mocht je twijfelen, raadpleeg hiervoor dan de website van de uitgeverij of kijk op de website van een boekhandel of bol.com. Neem het thema (of een van de thema's) en het verhaal als uitgangspunt van je activiteiten. Bedenk vooraf voor welke leeftijd je activiteiten wilt bedenken. Om het voor alle kinderen uitdagend te houden, kun je het beste niet alleen rekening houden met het huidige niveau van de kinderen, maar ook aansluiten bij de 'zone van de naaste ontwikkeling', zoals de Russische pedagoog Lev Vygotsky het noemde. Hierbij stimuleer je de ontwikkeling van het kind door in te spelen op het gebied dat ligt tussen datgene wat het kind al zelfstandig kan (niveau van de actuele ontwikkeling) en wat het kind met begeleiding kan (niveau van de naaste ontwikkeling). Dit geeft het kind de mogelijkheid om verder te groeien en zich optimaal te ontwikkelen.Wat ga je doen? Het type activiteit
Om te bepalen wat je wilt doen is het belangrijk om vooraf na te gaan wat de mogelijkheden zijn van de kinderen. En wat je zelf leuk vindt om te doen natuurlijk. Wordt het knutselen, schrijven, tekenen, gymmen, rekenen, rennen, en/of iets heel anders? Wil je binnen of buiten zijn? Sommige boeken lenen zich uitstekend bij uitstek voor buitenactiviteiten (zoals 'Mijn kleine tuin' of 'Mijn kleine bos' van Karin Wiehle, uitgeverij Querido). Andere boeken kun je hierbij laten aansluiten.Waarom? Het doel van een activiteit
Het is de bedoeling dat je het type activiteit combineert met een bepaald vooraf gesteld doel. Welke ontwikkeling wil je stimuleren of waar wil je gericht aandacht aan geven? Wat wil je van het thema naar voren halen? Hieromheen verzin je een of meer activiteiten.Beweegactiviteiten
De motorische ontwikkeling is gebaat bij veel bewegen. Je kunt dan denken aan activiteiten die de fijne of de grove motoriek stimuleren. Als het gaat om de fijne motoriek kun je kinderen laten knutselen of schrijven. Denk hierbij ook aan knutselactiviteiten die misschien wat minder voor de hand liggen, zoals het maken van een kijkdoos of diorama of schrijfdansen. Bij de grove motoriek kun je denken aan activiteiten waarbij kinderen in actie moeten komen, en grote bewegingen moeten maken, zoals dieren nadoen (zoals Eric Carle; 'De spin die het te druk had' of 'Wil je mijn vriendje zijn?', beide van uitgeverij Gottmer), bepaalde bewegingen nadoen (bijvoorbeeld zoals het gezin in 'We gaan op berenjacht' van Helen Oxenbury/Michael Rosen, uitgeverij Gottmer) of gewoon rennen ('Fiet wil rennen!' van Bibi Dumon Tak, uitgeverij Querido) of verstoppertje spelen.
Denkactiviteiten
Wil je kinderen actief aan het denken zetten en zo de cognitieve ontwikkeling stimuleren, bekijk dan waar dit mogelijk is aan de hand van het boek. Wil je kinderen laten rekenen, leg dan bijvoorbeeld de nadruk op de in het boek genoemde hoeveelheden (Eric Carle: 'Rupsje Nooitgenoeg', uitgeverij Gottmer) of laat de kinderen het aantal personages of andere dingen in het boek (op)tellen (in 'Netjes wachten in de rij' van Tomoko Ohmura, uitgeverij Gottmer, verzamelen zich wel vijftig dieren op een rij). In het boek 'Kleine muis zoekt een huis' van Petr Horacek (uitgeverij Gottmer) wil een muis een grote appel in steeds een te klein dierenhol meenemen. Pas als er genoeg van is gegeten lukt het. Dit biedt veel aanknopingspunten voor vergelijkingen.
Taalactiviteiten
Leg begrippen of moeilijke woorden uit. Het liefst niet alleen in woorden, maar ook door het te laten zien. Spelen begrippen als bijvoorbeeld 'groot' en 'klein' een rol (zoals in 'Vliegensvlugge vlieg' van Michael Rosen, uitgeverij Lemniscaat), benoem deze woorden dan en verzin er een spel omheen, bijvoorbeeld door de kinderen verschillende plastic of houten dieren met elkaar te laten vergelijken (of mama/papa dieren en babydieren): wat valt op? Sommige boeken zijn op rijm (zoals het juist genoemde 'Vliegensvlugge vlieg', maar ook 'Gigantosaurus' van Jonny Duddle, uitgeverij De Fontein) waardoor de link naar spelen met taal snel is gemaakt.
Fantasie- of verbeeldingsactiviteiten
Door in te spelen op de fantasie van het kind of de kinderen, kan het verhaal nog meer gaan leven en kun je de fantasie stimuleren. Laat de kinderen zich verkleden, bouw samen een hut of gebruik allerlei kosteloze materialen waarbij kinderen zelf kunnen bepalen wat ze ervan maken. Een verhaal als 'Woeste Willem' van Ingrid en Dieter Schubert (uitgeverij Lemniscaat) leent zich hier heel goed voor. Maar ook een prentenboek als 'Agent en boef' van Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer (uitgeverij Lannoo) biedt veel aanknopingspunten voor verkleden, achtervolgingspartijen en het bedenken van verschillende manieren om een boef te vangen.
Samen- of groepsactiviteiten
Sommige activiteiten kun je het beste individueel laten doen, maar vaak kun je juist ook heel goed kinderen samen iets laten doen. Door een grote groep op te delen in kleinere groepjes, houd je het overzichtelijk voor de kinderen én jezelf. Zo kun je de kinderen verstoppertje laten spelen, met of zonder grote wolf ('Zullen we wolfje spelen?' van Grégoire Mabire, uitgeverij Clavis).
Zintuiglijke activiteiten
Om de zintuigen te prikkelen en/of te stimuleren kun je denken aan spelletjes waarbij je iets moet proeven (zoals in Nandi's verrassing van Eileen Browne, uitgeverij Middernacht Pers), waarbij je dingen kunt aanraken (bijvoorbeeld het lees- en voelboek 'Kom uit het ei, kleintje' van Shen Roddie, uitgeverij Sjaloom) of goed moet luisteren naar de verschillende geluiden die dieren maken ('Wat het lieveheersbeestje hoorde' van Julia Donaldson, uitgeverij Lemniscaat).
Gevoelsactiviteiten
Sta stil bij de emoties die worden gevoeld door de hoofd- en/of bijpersonen in het prentenboek. Zoals in het boek 'Kleine kangoeroe' van Guido van Genechten (uitgeverij Clavis) waarbij het thema 'zelf op avontuur in de wereld en het loslaten van mama' jonge kleuters zeker zal aanspreken. Dat geldt ook voor het boek 'De mooiste vis van de zee' van Marcus Pfister (uitgeverij De vier windstreken) waarin onder meer thema vriendschap centraal staat. Ook pijnlijke gevoelens of moeilijke situaties kunnen aan de hand van een prentenboek worden besproken. Zo heeft het boek 'Max en de toverstenen' van Marcus Pfister (uitgeverij De vier windstreken) twee eindes: een goed en een slecht einde om aan te geven dat alles wat je doet invloed heeft op de toekomst van de aardbol. Het boek 'Kikker en het vogeltje' van Max Velthuis (uitgeverij Leopold) geeft op een eenvoudige manier aandacht aan de thema's dood en verdriet.