Pestaanpak van Dan Olweus om het pesten te bestrijden (OBPP)
Vanaf de jaren zeventig zette de Scandinavische geleerde Dan Olweus zich in voor een onderzoek naar de vraag hoe pestgedrag effectief kan worden tegengegaan. Het resulteerde in een pestaanpak, die als OBPP (Olweus Bullying Prevention Program) bekend is komen te staan. Dit is een schoolbrede werkwijze, waarbij de pestkoppen, de gepesten, de klasgenoten, de ouders, de leraren en de school als geheel betrokken worden bij het streven om het pesten geheel te laten stoppen. Deze manier om pesten aan te pakken wordt hoog geprezen, maar de effectiviteit ervan staat ter discussie.
Voorgeschiedenis van Olweus' onderzoek
Lang in de geschiedenis is de ernst van pesterijen miskend. Het werd als tamelijk normaal gedrag onder schooljongens gezien. Na enkele zelfmoorden in Noorwegen werd de bevolking daar wakker geschud. Pesten bleek verschrikkelijk te zijn. Olweus had dus alle reden om er een uitgebreid onderzoek naar te verrichten om zo preventieve maatregelen te kunnen nemen.
Inhoud van het Olweus Bullying Prevention Program (OBPP)
Het doel van de pestaanpak van Olweus is het verbeteren van de relaties tussen jongeren en het laten ophouden van het pestgedrag. Bovendien is het anti-pestprogramma ervoor bedoeld om pesten ook in de toekomst te voorkomen. Dat verstrekkende doel wordt bij het OBPP vooral nagestreefd voor kinderen in de leeftijd van vijf tot vijftien jaar. Deze leeftijdscategorie had Olweus namelijk oorspronkelijk in gedachten bij zijn onderzoek.
De filosofie achter de pestaanpak OBPP
De gedachte achter het programma om pesten tegen te gaan, is dat de schoolomgeving als geheel veiliger moet worden wanneer er pestgedrag plaatsvindt. Vooral voor volwassenen en in het bijzonder de leraren is hierbij een bijzondere rol als drager van een voorbeeldfunctie weggelegd. Docenten moeten daarom een warme uitstraling hebben en interesse voor hun leerlingen tonen.
Als er zich ongeregeldheden in de sociale omgang voordoen, dienen de leraren scherp de gestelde grenzen af te bakenen zonder fysiek geweld als consequentie in te zetten. Zij moeten slechts straffen inzetten, die niet vijandig richting leerlingen zijn. Zorg is hierbij het sleutelwoord. De docenten moeten namelijk positief sociaal gedrag (zoals het helpen en beschermen van medeleerlingen) aanmoedigen door dit gedrag te belonen.
De aanpak van Olweus in praktijk
Olweus' aanpak kent vele componenten, want een gehele scholengemeenschap moet zich bewust worden van het feit dat pesten absoluut intolerabel is. Allereerst wordt er een speciaal team gevormd, waarin leraren, onderwijsondersteunend personeel, de leiding van de school, de ouders en eventueel leerlingen vertegenwoordigd zijn. Zij worden getraind om het anti-pestprogramma in praktijk te gaan brengen en zijn in het bijzonder degenen die op de uitvoering ervan toezien.
Verder wordt in de hele school een vragenlijst afgenomen om het daadwerkelijke pestgedrag in beeld te brengen. Periodiek worden hierbij door de leerlingen zelf zo'n veertig gestandaardiseerde vragen beantwoord. Aan de hand hiervan kunnen specifieke voorbeelden van pesterijen scherp in de gaten gehouden worden.
Wanneer een leraar vervolgens het pestgedrag voor zich ziet of ervan hoort, kan hij direct actie ondernemen door het gesprek met de pestkop en de gepeste leerling aan te gaan. Hierin wordt de pestende leerling voorgehouden dat zijn gedrag ontoelaatbaar is en bestraft zal worden. Ouders van zowel de pestende als de gepeste leerlingen worden hierbij op de hoogte gehouden en bij het gesprek betrokken. Op die manier wordt er een net rond een pestkop gespannen, die daardoor moeilijker op geniepige wijze zijn gang kan gaan.
Schoolregels tegen pesten
Door de hele school heen worden de regels ten aanzien van het pesten verspreid. Behalve een verbod op pesten, staat in dit reglement dat scholieren geacht worden om gepeste medeleerlingen te helpen en voor hen in de bres te springen. Verder moeten leerlingen er zorg voor dragen dat geen van hun klasgenoten buiten de boot zal vallen. Zij mogen dus niemand links laten liggen. Tenslotte krijgen zij ook ten taak om bij het signaleren van pestgedrag direct een volwassene (zoals een leraar of een van hun ouders) te informeren.
Om de bewustwording van de deelname aan dit programma te versterken, moet de school ook een startmoment organiseren. Daarin wordt het signaal om pesten tegen te gaan, duidelijk vertolkt. Jaarlijks kan dit vervolgens herhaald worden om ook de nieuw komende leerlingen de boodschap mee te laten krijgen. Pesten kan op die manier als intolerabel gedrag neergezet worden. De regels ten aanzien van pesten kunnen hierbij ook geïntroduceerd worden.
Het trainen van leerlingen om pesten te bestrijden
Het programma om pesten aan te pakken krijgt ook vorm door geregeld over pesten in groepsverband te praten. Dergelijke gesprekken kunnen onder meer met ouders gevoerd worden. Ze moeten verder plaatsvinden in wekelijkse mentormomenten met de klas. Daarin kunnen rollenspellen gespeeld worden om het inlevingsvermogen van leerlingen te vergroten. Ook worden er praktische tips gegeven voor leerlingen als zij te maken krijgen met pestgedrag.
Controle op de voortgang van het programma tegen pesten
Dit project tegen pesten neemt jaren in beslag. De schoolleiding en een groep leraren bekijkt gedurende deze tijd maandelijks (samen met een commissielid van het anti-pestprogramma) de voortgang van het traject. De hoop en verwachting is dat zij hierbij stap voor stap verbeteringen zien, zodat het pesten en uitsluiten van leerlingen voorgoed uitgebannen wordt.
Effectiviteit van de pestaanpak
De mate waarin Olweus' aanpak werkt, is omstreden. Zelf stelde Olweus dat zijn aanpak de relaties tussen jongeren op scholen verbeterde en dat het pestgedrag met ongeveer de helft teruggedrongen werd. Hij baseerde zich daarbij op de vragenlijsten, die hij na zijn schoolcampagne tegen het pesten afnam. Leerlingen gaven daarbij aan dat hun situatie verbeterd was.
Tegengeluiden ten aanzien van de effectiviteit van de pestaanpak
Op andere scholen in onder meer Amerika is zijn aanpak (wegens de effectiviteit die het scheen te hebben) herhaald. Ook daarbij werden naderhand enquêtes afgenomen. Hieruit bleek echter dat de sociale situatie op scholen nauwelijks verbeterde of dat het pestgedrag juist was toegenomen. De mate waarin Olweus' pestaanpak in elke situatie effect heeft of aan te raden is, blijft daarmee in het ongewisse.
© 2016 - 2024 Ddek, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Bronnen en referenties
- D.L. Espelage e.a., Bullying in North American Schools (New York en Londen 2004).
- E. Aronson e.a., Sociale Psychologie 7e Editie, (Amsterdam 2011), 434.
- S. Nofziger, Bullies, Fights, and Guns: Testing Self-control Theory with Juveniles (El Paso 2011).
- J. Feng, Teacher as Researcher: Action Research by Elementary Teachers (Raleigh 2013).
- D. Olweus, Bullying Prevention Program: Schoolwide Guide (Center City 2007).
- http://www.violencepreventionworks.org/public/olweus_bullying_prevention_program.page
- https://www.psychologytoday.com/blog/resilience-bullying/201108/norway-massacre-what-it-reveals-about-the-olweus-bullying-program
- http://www.nji.nl/Pesten-Praktijk-Wat-werkt
- http://guidebook.eif.org.uk/programmes-library/olweus-bullying-prevention-programme-obpp
- https://nobullying.com/what-is-the-olweus-bullying-prevention-program/
- http://wij-leren.nl/pesten-op-school.php
- http://www.bobvandermeer.info/index.php?option=com_content&task=view&id=213&Itemid=78
- http://www.bullyingpreventioninstitute.org/LinkClick.aspx?fileticket=5BnCPJGFPhc%3D&tabid=72