Enig kind zijn: de voor- en nadelen
De babyboom die plaats vond na de Tweede Wereldoorlog ligt al een hele tijd achter ons. Sindsdien zijn de geboortecijfers in de Westerse landen er sterk op achteruit gegaan. Een gevolg hiervan is dat er steeds meer éénkindsgezinnen voorkomen. Maar zijn er nu voor- of nadelen gebonden aan het opgroeien als enig kind? Worden de mythes doorprikt of hebben ze toch een grond van waarheid?
Redenen voor een enkel kind
Een kind kiest natuurlijk nooit zelf in hoe een groot gezin het wordt geboren, die keuze ligt bij de ouders. Daarom eerst een opsomming van redenen waarom er nu sneller wordt gekozen voor een kleiner gezin of een éénkindsgezin.
De meest voor de hand liggende reden is dat nu in de meeste gevallen beide ouders uit werken gaan. Dit in tegenstelling tot vroeger, toen het bijna regel was dat de vrouw slechts huisvrouw bleef om thuis voor de kinderen te zorgen. Meer werken is gelijk aan minder vrije tijd, wat de druk op gezinnen met meerdere kinderen kan verhogen. Daarom dat steeds meer koppels de bedenking maken of het wel haalbaar is hun drukke leven – werk in combinatie met eventuele hobby’s – te combineren met het hebben van (meerdere) kinderen.
Maar het is niet altijd een bewuste keuze van de ouders om het bij één kind te houden. Het aantal mensen met auto-immuunziekten en kanker zijn de laatste decennia sterk gestegen. Gezondheidsproblemen van één of beide ouders kan dan ook een belangrijke rol spelen in hun beslissing. Er zijn ook meer koppels met vruchtbaarheidsproblemen. Hier bieden methoden van kunstmatige bevruchting een oplossing, maar deze zijn niet 100% accuraat en zijn bovendien erg duur. Dit heeft soms als gevolg dat koppels die wel (meerdere) kinderen willen hun kinderwens niet vervult zien worden.
Als laatste reden kan het om een financiële overweging gaan. In tijden van economische crisis stellen koppels het hebben van kinderen vaker uit of beperken ze zich tot één kind. Dit omdat ze vrezen het hebben van meerdere kinderen financieel niet te kunnen dragen.
Zijn er voordelen?
Enige kinderen zijn vaak op een jongere leeftijd zelfstandiger. Omdat er geen broertjes of zusjes zijn, moeten ze vaker alleen nieuwe zaken ontdekken en op hun eigen benen leren staan. Maar dit wilt niet zeggen dat ze hierdoor eenzaam zijn. De ouders kunnen al hun aandacht schenken aan het enige kind. Hierdoor wordt het kind sneller en vaker gestimuleerd dan wanneer die aandacht verdeelt zou worden onder meerdere kinderen.
Omdat de kans groter is dat ze zich op jonge leeftijd vaker in hun eentje moeten amuseren, moeten ze meer hun verbeelding gebruiken. Enige kinderen kunnen dan ook zeer inventieve en creatieve geesten zijn. Ze hebben ook vaker een rustiger leven. Alle aandacht gaat naar hen en ze hebben geen last van banale kinderruzies thuis. Ze hebben hierdoor meer vrijheid om nieuwe dingen te proberen en te gaan en staan waar ze willen.
Zijn er nadelen?
De nadelen zijn vaak verbonden met de positieve punten. Wanneer deze in het extreme worden getrokken verandert het voordeel in een nadeel. Als het kind op jonge leeftijd te veel op zichzelf is aangewezen bestaat de kans wel dat het zich eenzaam gaat voelen. Nieuwe ervaringen of geheimen thuis niet kunnen delen met een leeftijdsgenoot kan als een gemis aanvoelen.
Omdat de ouders al hun aandacht schenken aan het enige kind bestaat het risico dat ze een druk van de ouders voelen om bijvoorbeeld goed te scoren op school. Veel aandacht kan ook overgaan in het overbeschermen van het kind. Dit zal ervaren worden als controle, en dan is er van meer vrijheid ook geen sprake meer.
Mythes
Er circuleren veel mythes rond enige kinderen. Dat ze vaker eenzaam zouden zijn is hierboven al vermeld. Als gevolg hiervan zouden ze ook minder sociaal zijn dan andere kinderen. In sommige gevallen is net het tegendeel waar. Net omdat ze enig kind zijn, zullen ze sneller geneigd zijn sociale contacten te leggen buiten de huiselijke sfeer. Het hangt meer af van de persoonlijkheid van het kind, elk kind is nu eenmaal anders, dan van het feit dat het als enig kind is opgegroeid.
Een andere mythe is dat enige kinderen een grotere kans zouden hebben om in de criminaliteit te belanden. Dit wordt gesteund door de hypothese dat ze geen correctiegedrag ondervinden van broers of zussen. Ook omdat ze sneller zelfstandig zijn, zouden ze dan een grotere kans maken om slechte keuzes te maken in het leven.
Dit brengt ons bij het laatste pakket vooroordelen. Namelijk dat enige kinderen verwend en/of egocentrisch zouden zijn. Hoewel dit in sommige misschien wel het geval kan zijn, heeft dit niets te maken met het gezinsaantal, maar - en dit geldt ook voor de vorige mythe – met de opvoeding die het kind gekregen heeft. Laat dit dan ook de conclusie zijn voor al deze mythes: de opvoeding is van het grootste belang, uit hoeveel kinderen het gezin ook mag bestaan.