Zorgsector Vlaanderen
In de zorgsector van Vlaanderen kunnen we vijf belangrijke sectoren onderscheiden. Het Vlaams Agentschap voor personen met een Handicap zorgt voor personen met een beperking. Daarnaast hebben we ook 'kind en gezin', de bijzondere jeugdzorg, het algemeen welzijnswerk en de geestelijke gezondheidszorg.
Zorg voor personen met een beperking
Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (afgekort VAPH) staat in voor subsidiëring van de zorg voor personen met een beperking. Men kan drie grote vormen van hulpverlening onderscheiden:
- residentieel: 24u op 24u, 7 dagen op 7
- semi-residentieel: overdag, een bekend voorbeeld is een dagcentrum
- ambulant: tijdelijk
Kind en gezin
Kind en gezin staat onder bestuur van de Vlaamse overheid. De organisaties van kind en gezin bieden ondersteuning om het welzijn te bevorderen van jonge kinderen en gezinnen. Het betreft kinderopvang, adoptie en hulp (onder de vorm van voorlichting/infomomenten) voor de gezinnen in het algemeen.
Centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (CKG)
Een belangrijke pijler hierbij, zijn de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning (afgekort CKG), waar sprake is van ambulante en residentiële begeleiding. Een CKG wordt ook vaak geconfronteerd met crisisopvang. Jonge kinderen die afkomstig zijn van een gezin waar bij de vader en/of moeder een verslavingsproblematiek aanwezig is kunnen hier naartoe. Wanneer het kind geboren is na een verslaving bij de moeder zal het onthoudingsverschijnselen vertonen. Dit wordt ook wel het neonatale abstinentiesyndroom genoemd (afgekort 'NAS').
Bijzondere jeugdzorg
De bijzondere jeugdzorg wordt bestuurd door het Agentschap jongerenwelzijn. Zij bieden hulp aan minderjarigen die terechtkomen in moeilijke opvoedingssituaties. Dit wordt ook wel POS (= problematische opvoedingssituaties) genoemd. Sinds 2014 is de term POS nog altijd in gebruik, maar men begint meer en meer over verontrustende situaties te spreken (afgekort VOS). Hiernaast richten zij zich ook tot jongeren die een misdaad omschreven feit hebben gepleegd (afgekort MOF). Zij zijn door de jeugdrechter doorverwezen en hebben aangepaste hulp nodig. Wanneer er twijfel is over waar een jongere terecht moet, worden deze vaak eerst doorverwezen naar een OOOC (onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum). Hier worden zij gediagnosticeerd en doorverwezen naar de juiste hulpverlening. De hulpverlening binnen de bijzondere jeugdzorg kan zowel (semi)-residentieel als ambulant zijn.
Algemeen welzijnswerk
Hierbij zijn de CAW's (centrum algemeen welzijnswerk) belangrijk. Mensen die vragen en problemen hebben kunnen voor professionele hulpverlening zich tot daar wenden. Een speciale dienst voor jongeren heet het JAC (Jongeren Advies Centrum). Naast welzijnswerk biedt een CAW residentiële-, ambulante- en crisishulp.
Geestelijke gezondheidszorg
De geestelijke gezondheidszorg richt zich tot personen met een psychische en psychiatrische problematiek. Vaak worden mensen via de huisarts doorverwezen naar een psycholoog of psychiater wanneer er sprake is van psychische klachten. Van daaruit kan iemand ook doorgestuurd worden naar een voorziening of opgenomen worden in een psychiatrisch ziekenhuis. In de geestelijke gezondheidszorg zijn er drie types zorg te onderscheiden.
Ambulante zorg
Hierbij zijn er bureaus voor alcoholisten, psychotherapeuten en algemene centra voor geestelijke gezondheidszorg.
Transmurale zorg
Dagcentra voor vrije tijd en arbeid, alsook beschut wonen.
Semi- murale zorg
Opvang in (psychiatrische) ziekenhuizen (dag- of nachtopvang).