Types buitengewoon onderwijs in België
Kinderen en jongeren die door een beperking niet mee kunnen met het 'gewoon onderwijs', kunnen naargelang hun beperking les volgen in acht verschillende types van het buitengewoon onderwijs (BuO). Deze types richten zich naar een specifieke doelgroep. Type 1: ontwikkelingsachterstand of lichte verstandelijke beperking. Type 2: ernstige of mentale beperking. Type 3: ernstige emotionele of gedragsproblemen. Type 4: lichamelijke beperking. Type 5: langdurige ziekte en instabiele gezondheid. Type 6: visuele beperking. Type 7: auditieve beperking. Type 8: ernstige leerstoornissen.
Type 1: ontwikkelingsachterstand of lichte verstandelijke beperking
Niet veel verschil met het gewoon onderwijs
Meestal komen leerlingen in dit soort onderwijs terecht als ze in het gewoon onderwijs het niveau niet kunnen volgen. Veel verschil met de leerstof van het gewoon onderwijs is er niet, maar aangezien er toch meer tijd en een trager tempo nodig is kunnen zij hier terecht. Het gaat hier om buitengewoon lager onderwijs (BuLO-niveau) en secundair onderwijs (BuSO). In België zijn er in totaal 145 vestigingen die zich richten tot deze doelgroep.
Type 2: ernstige of matige mentale beperking
Omdat het hier om een zwaardere beperking gaat, is deze soort van onderwijs reeds actief vanaf het kleuteronderwijs (BuKO: buitengewoon kleuteronderwijs). Hier ligt de nadruk op het versterken van de sociale kwaliteiten, het aanleren van nuttige vaardigheden en het bevorderen van taal en communicatie, alsook 'gepast' gedrag. Vanaf het BuLO worden ze dan voorbereid op het kunnen functioneren in een beschermd arbeidsmilieu (denken we aan beschutte werkplaatsen). Hiervoor zijn er in België 87 vestigingen.
Type 3: ernstige emotionele of gedragsproblemen
Persoonlijke ontwikkeling
Hier wordt de nadruk sterk gelegd op de persoonlijke ontwikkeling. Het gaat hier vaak om kinderen en jongeren die door een moeilijke thuissituatie en leefomgeving een achterstand hebben verworven in de persoonlijkheidsontwikkeling. Vaak achten zij zichzelf minderwaardig. In tegenstelling tot de twee vorige types, is het goed mogelijk dat een leerling toch naar het gewoon secundair onderwijs kan doorstromen. 49 vestigingen bekommeren zich om deze doelgroep.
Type 4: lichamelijke beperking
Fysieke handicap
Hier gaat het hem niet om een mentale beperking, maar om kinderen en jongeren die met een fysieke handicap door het leven moeten. Zij zijn bijvoorbeeld verlamd, hebben spierklachten of motorische stoornissen. Voor deze doelgroep zijn er 34 vestigingen.
Type 5: langdurige ziekte en instabiele gezondheid
Doordat zij in een ziekenhuis of andere voorziening moeten verblijven, gaan onderwijzers daar de leerstof aan de man brengen. Op deze manier probeert men te voorkomen dat ze later met een grote leerachterstand zitten. Slechts 11 vestigingen zorgen hiervoor.
Type 6: visuele beperking
Beperkt in leervermogen
Een speciaal onderwijs gericht naar kinderen en jongeren die door een visuele beperking beperkt zijn in hun leermogelijkheden. Hier leren zij het braille schrift en manieren om te leren omgaan met hun beperking. Zij kunnen vaak later aansluiten bij het gewone onderwijs. 5 vestigingen investeren in de toekomst van deze doelgroep.
Type 7: auditieve beperking
Liplezen en gebarentaal aanleren maakt dat kinderen en jongeren zich op de duur op deze manier uit de slag kunnen trekken en zich kunnen beginnen te concentreren op de leerstof. Niet te onderschatten is ook de achterstand op het vlak van taal en emotionele ontwikkeling die zij hebben door deze beperking. Elf vestigingen zetten zich hier voor in.
Type 8: ernstige leerstoornissen
Omdat deze kinderen door hun tekort aan schoolse vaardigheden niet meekunnen, zorgen deze scholen ervoor dat zij toch kunnen begeleid worden en hun opgelopen leerachterstand wat in te lopen. Vaak komen er dan ook kinderen in deze scholen terecht die reeds door hun schools onaangepast gedrag in de moeilijkheden zitten. Net als type 1 onderwijs wordt deze vorm van onderwijs enkel ingericht vanaf BuLO. In totaal zijn er hier 126 vestigingen.
Besluit
3 grote groepen buitengewoon onderwijs
Het buitengewoon onderwijs (BuO) kan dus opgedeeld worden in drie grote groepen:
- BuKO (buitengewoon kleuteronderwijs)
- BuLO (buitengewoon lager onderwijs)
- BuSO (buitengewoon secundair onderwijs)
Type 2 tot 7 wordt ingericht vanaf BuKO, terwijl 1 en 8 slechts aangepast onderwijs voorzien door middel van BuLO. Over heel België gezien zijn er 468 vestigingen die zich inzetten voor het BuO.