Wanneer jongeren het nest verlaten
Iedereen weet dat kinderen enig moment uitvliegen, dat is de bedoeling. Toch scheelt het nog veel wanneer jongeren daadwerkelijk zelfstandig de-grote-boze-mensen-wereld benaderen. Hoewel uitzonderingen nog altijd de regel bevestigen, zijn er wel duidelijke trends waarneembaar als het gaat om hoe snel (of niet), deze jongeren het nest verlaten in Europa.
We doen overal onderzoek naar, dus waarom ook niet naar de leeftijd waarop jongeren "het nest verlaten" en hoe ze zich in deze periode op enkele vlakken "voortbewegen" in de wereld. Enkele onderzoeksresultaten uit 2012 en 2013.
Nederlandse jongeren
Hoewel het ook wel eens anders is geweest, verlaten jongeren in Nederland relatief jong de thuissituatie. Misschien niet helemaal, want een deel gaat op kamers wonen in verband met de studie en behalve dat het weekend dan de wasmachine thuis veelvuldig moet draaien, wordt ook de koelkast “leeggeroofd”. Je moet je afvragen in hoeverre je dat volledig zelfstandig kunt noemen. Echter, als je uitgaat van een gescheiden financiële huishouding, is de jongere dus op zichzelf. Soms deels gefinancierd door ouders, maar vaak met bijbaantjes in de winkel of horecagelegenheid.
Het verenigingsleven
Een ander cijfer wat er uit springt, is de grote mate van activiteiten door Nederlandse jongeren in verenigingsverband. Hoewel Nederland niet uniek is met het leren aan jongeren dat zaken in verenigingsverband op meerdere vlakken “goed” voor je is, blijven Nederlandse jongeren wel langer actief in verenigingsverband. Het verenigingsverband is als breed te betitelen en niet zelden gaan jongeren over van actief meedoen, naar leiders- of ondersteunende rollen.
Met name sportverenigingen varen er wel bij, waarbij de teamsporten het weer beter doen dan de individuele sporten. Een verschil van zo’n 7 procent.
Gemiddeld in Europa
Als je de cijfers er echter op naleest dan blijkt toch dat er een daling zit in de jongeren die het huis uit gaan. Waarbij bij het ene onderzoek “jongeren” tot 29 jaar betiteld worden en bij het andere tot 25 jaar. Daar zit een kleine nuance verschil in. Echter, het nuanceverschil komt cijfermatig niet verder dan ruim 1 tot 1,5 procent. Totaal komt het tussen de 6 en 7 procent uit dat Nederlandse jongeren eerder (dan voor 2005) het huis uit gaan. Daar staat tegenover dat de Europese jongeren gemiddeld langer thuis blijven, maar de verschillen zijn groot. Noord Europese jongeren verlaten op jongere leeftijd de thuisbasis, maar landen waar de recessie ernstig heeft toegeslagen (bijvoorbeeld zuid oost Europese landen) blijven de jongeren veel langer thuis. Oplopend tot zo’n 82 procent van de jongeren. Dit heeft zeer waarschijnlijk te maken met de jeugd die meer dan gemiddeld last heeft van de recessie en het ontbreken van banen.
Ouders/opvoeders stomen klaar
Ieder ouder/opvoeder stoomt zijn/haar kind klaar om enig moment voor zichzelf te kunnen worden. Waarbij zelfredzaamheid erg belangrijk is, zelfstandig op alle vlakken is een basisuitgangspunt voor ouders/opvoeders. Nederland doet het goed op deze ladder, want het gaat vrijwel gelijk op met de Noord Europese jongeren die bovenaan staan. Het is in Nederland wel eens anders geweest (- 5 procent). Duitsland scoort iets minder dan Nederland, maar verschil is bijna te verwaarlozen. Op meerdere vlakken gaan Duitse en Nederlandse ouders/opvoeders redelijk gelijk op. Bij buurland België ligt dat anders, maar binnen België is zelf ook een tweedeling waarneembaar. Er zijn hier geen exacte cijfers over gepubliceerd, maar met name het Franstalige gebied tegen de Franse grens heeft een “afwijkend” patroon versus de rest van België, althans zo wordt het betiteld.
Cultuuraspecten die een rol spelen
Zuid Europese landen lopen duidelijk “achter”, tenminste als je het zo moet betitelen. Het zit ook in de cultuur om kinderen dicht bij zich te houden en zaken uit handen te nemen. In deze landen is er tevens een duidelijker verschil zit tussen meisjes en jongens waar te nemen en ook dat wordt betiteld binnen de cultuuraspecten.
Veiligheidsaspecten
Als het gaat om op eigen benen staan versus veiligheidsaspecten, dan zijn er landen die beduidend beter scoren dan Nederland dit doet. Het gevoel van veiligheid (wat wil zeggen: alles kunnen doen binnen de marge waarin men zich veilig voelt) is zo’n 3 procent afgenomen, waar dit in Noord Europa gelijk gebleven is. Of dit een substantiële rol speelt in het wel of niet uit huis gaan, wordt niet aangegeven.
Dicht bij huis of ver weg
Als er wordt gekeken naar hoe ver men van huis gaat, is dat deels naar de grote stad in verband met studie en voor een ander groot gedeelte een baan. Een baan die toch vaak in de omgeving wordt gezocht en gevonden en valt binnen de marge van wat we “de regio” noemen. Dit zijn de punten waarop veruit het grootste gedeelte wordt verdeeld.
Hoewel veel jongeren blijven “hangen” na de studietijd, zie je een groeiend percentage (3 procent van de doelgroep jongeren) wat uiteindelijk toch weer naar de oorspronkelijke regio terug gaat. Vaak speelt dit nog geen rol als er een relatie is, maar wel als er jonge kinderen in het spel komen. Echter, het grootste geelde valt binnen de leeftijdscategorie van > 30 jaar en daar zijn geen exacte cijfers van gepubliceerd.
Tot slot
Het is opvallend te zien dat de recessie niet echt veel effect heeft gehad op de Nederlandse jeugd die uitvliegt en hoe anders dit is in andere landen. Gemiddeld genomen ligt de standaard bij Nederlandse jongen relatief hoog en of dit helemaal te vergelijken valt met enkele landen uit het onderzoek, valt nog te bezien.