Voorkeur vader of moeder
Nee mama, jij niet! Papa moet het doen. Heeft jouw kind een voorkeur voor één van zijn/haar ouders? Het kan in gelijke gevallen zowel de vader als de moeder zijn die afwijzend wordt behandeld. Als afgewezen ouder sta je machteloos aan de zijlijn toe te kijken. Het maakt dat je je verschrikkelijk voelt. Gelukkig is er goed nieuws. Maak je er niet té druk om: het is vaak namelijk maar een fase!
Toch is het akelig voor de afgewezen ouder. Het kan zelfs leiden tot spanningen tussen de ouders. De afgewezen ouder kan de ander bijvoorbeeld gaan verwijten dat hij of zij het kind teveel verwent. Door dat te doen maak je de situatie natuurlijk alleen maar erger. Maar wat kun je dan wél doen?
Waarom heeft mijn kind een voorkeur?
De voorkeur kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan het zijn dat de ene ouder meer aanwezig is dan de ander. Hierdoor is het kind gewend geraakt aan de zorg die hij/zij krijgt van die ene ouder. Maar het kan ook andersom werken. Als één van de ouders veel afwezig is kan dit er ook voor zorgen dat jouw kind zich juist helemaal op die ouder richt. Hij/zij wil dan juist minder weten van de ouder die het meeste voor hem/haar zorgt. Hiermee laat het kind merken dat het de afwezige ouder heeft gemist.
Daarnaast kan er sprake zijn van een verschil in opvoeding. Beide ouders hebben hun eigen manier van opvoeding. Hierdoor kan een situatie ontstaan die ervoor zorgt dat het kind meer naar een van de ouders toetrekt. Stel dat het kind bij de ene ouder meer mag dan bij de ander, zal het meer naar de ene ouder toetrekken. Het kan ook zijn dat een kind door het verschil in opvoeding zich meer geborgen voelt bij een van de ouders.
Een andere oorzaak kan het botsen van karakters zijn. Als het kind een heel verschillend karakter heeft van dat van de ene ouder, zal het meer naar de andere ouder toe kunnen trekken. Ook hier is het tegenovergestelde weer mogelijk. Als het karakter van de ene ouder heel erg lijkt op dat van het kind kan dit zorgen voor botsingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan driftigheid. Als zowel het kind als de ouder snel driftig worden zal dit snel voor botsingen kunnen zorgen.
Hoe ga ik daarmee om?
Het is belangrijk dat de ouders er geen groot punt van maken. Maak samen afspraken over hoe jullie omgaan met de voorkeur. Als het kind meer naar de andere ouder toetrekt en bijvoorbeeld niet wil dat je hem/haar aankleedt, zeg dan bijvoorbeeld 'Nee, mama is even druk met iets anders. Papa gaat jou nu naar bed brengen'. Ga het echter niet teveel forceren. Als het kind blijft weigeren, neem dan wat afstand.
Als je eigen kind je afwijst doet dat pijn. Laat dit niet teveel merken aan het kind. Hij/zij zal dit kunnen zien als machtsmiddel. Het is ook niet zo dat je moet doen alsof het je niets doet. Zeg bijvoorbeeld dat je het jammer vindt dat je hem/haar niet mag voorlezen.
Kijk de kunst af bij de ouder waar het kind voorkeur voor heeft. Wat doet de andere ouder anders dan jij doet? Bijvoorbeeld de manier van aankleden of een ritueeltje voor het slapen gaan. Of probeer juist een eigen manier te vinden om aansluiting te krijgen met je kind. Het kind raakt er zo aan gewend dat papa de dingen anders doet dan mama en andersom. Op deze manier kan de band met het kind worden versterkt.