Hoe is de buitenschoolse opvang wettelijk geregeld?
Van de buitenschoolse opvang wordt door veel ouders gebruikt gemaakt. Om te zorgen dat de buitenschoolse opvang goed wordt geregeld, zijn er enkele wettelijke regels en voorwaarden opgesteld. Door deze regels wordt er gezorgd voor veiligheid en een goed geregelde buitenschoolse opvang voor elk kind!
De basisschool regelt buitenschoolse opvang
Basisscholen in Nederland zijn wettelijk verplicht om de buitenschoolse opvang te regelen als ouders hierom vragen. Dit kan de school zelf doen door een aparte organisatie op te richten. Daarnaast kan de basisschool de hulp inroepen van een kinderopvangorganisatie. Als je er geen is op de buitenschoolse opvang, zorgt de school ervoor dat er een andere (tijdelijke) plaats is om het kind onderdak te bieden na school. Een basisschool die speciaal onderwijs aanbiedt, hoeft geen buitenschoolse opvang te regelen voor haar leerlingen.
Ouders zijn betrokken bij het bestuur van een buitenschoolse opvang
Als ouders vragen om een buitenschoolse opvang, wordt met hen overlegd over hoe de buitenschoolse opvang georganiseerd gaat worden. Vanuit dit overleg stelt de school een uitvoeringsmodel op. In dit uitvoeringsmodel staat precies hoe de buitenschoolse opvang geregeld gaat worden. Als een ouder het niet eens is met iets in het uitvoeringsmodel, dan kan deze zich melden bij de medezeggenschapsraad van de basisschool in kwestie.
Veiligheid in de buitenschoolse opvang
De veiligheid van kinderen en leiders is enorm belangrijk binnen een buitenschoolse opvang. Dat er iets ergs gebeurd, is iets wat we liever niet zien. Daarom heeft de overheid regels opgesteld om de veiligheid in de buitenschoolse opvang zoveel mogelijk te waarborgen.
Erkende buitenschoolse opvang
Elke buitenschoolse opvang moet zich registeren. Dat kan via een kindercentrum of bij een gastouderbureau. Een buitenschoolse opvang kan eventueel ook binnen de school worden geregistreerd. In het Landelijke Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) kunnen ouders en andere betrokkenen kijken om te zien of een buitenschoolse opvang ook echt geregistreerd is. Een buitenschoolse opvang moet hier ook geregistreerd staan als een ouder gebruik wilt maken van de kinderopvangtoeslag. Alleen als een buitenschoolse opvang voldoet aan alle wettelijke eisen, wordt deze opgenomen in het LRKP.
VOG voor personeel
Personeel bij een buitenschoolse opvang is verplicht een Verklaring Omtrent goed Gedrag (VOG) aan te vragen voor zij bij een buitenschoolse opvang mogen werken. Dit geldt ook voor stagiaires.
Vierogenprincipe
Sinds 1 juli 2013 moeten kinderendagverblijven werken volgens het vierenogenprincipe. Er moeten altijd twee medewerkers aanwezig zijn op een groep kinderen die de kinderen kunnen zien of horen. Dit zorgt ervoor dat een leider niet voor lange tijd alleen staat met een groep kinderen.
Speelruimte
De buitenschoolse opvang moet zorgen dat er tenminste 3,5 m2 oppervlakte (speel)ruimte voor elk kind aanwezig is. De ruimte(s) waarin kinderen spelen moet veilig zijn en er moet een risico inventarisering gemaakt worden. Mogelijke risico's zijn bijvoorbeeld brand, vergiftiging en gevaar op inslikken van voorwerpen.
Ratio leider/kinderen
Het is belangrijk dat alle kinderen de aandacht krijgen die ze verdienen. Ook is het belangrijk dat een leider de kans krijgt om de veiligheid van kinderen te kunnen waarborgen. Daarom is er een ratio leider/kind bedacht. In deze ratio staat hoeveel leiders er op een aantal kinderen nodig zijn. Dit aantal is afhankelijk van onder andere de leeftijd van de kinderen. Op de site www.1ratio.nl kun je dit aantal uitrekenen. Zijn er bijvoorbeeld veertien kinderen met een leeftijd van vier tot acht jaar en twee kinderen met een leeftijd tussen de acht en de twaalf jaar, dan moeten er twee beroepskrachten zijn.
In dit artikel wordt leider genoemd, voor dit woord kun je ook leidster lezen indien van toepassing