Je weet dat je ouder van een hoogbegaafd kind bent als
Hoogbegaafde kinderen denken anders dan 'gewone' kinderen. Tenminste, dat is de ervaring die veel ouders van hoogbegaafde kinderen hebben. Hoogbegaafde kinderen zijn nieuwsgierig, gedreven, creatief en intens. Ze en denken al heel vroeg na over de 'diepere' dingen in het leven. Maar waar waar merk je dat nou aan, die andere manier van denken?
De volgende uitspraken zijn een mooie illustratie van de denkwereld van hoogbegaafde kinderen. Herken je je kind in meerdere van deze uitspraken? Dan kán het zijn dat je kind hoogbegaafd is.
Je weet dat je de ouder van een hoogbegaafd kind bent als...
- Je driejarige (nadat hij een broertje heeft gekregen), naar een documentaire over kikkers kijkt, en dan naar je toe komt met de volgende vraag. 'Papa, ik heb net een programma over kikkers gekeken, en alle soorten kikkers planten zich op een andere manier voort. Maar ze hebben één ding gemeen, het zaadje moet bij het eitje komen. Hoe is jouw zaadje bij mama's eitje gekomen?'
- Je zesjarige uitlegt dat haar stukken Lego vechtende ruimteschepen voorstellen. Wanneer je dan vraagt wie de goeien en wie de slechten zijn, legt ze uit dat er geen goeien en slechten zijn. Beide partijen zijn vanuit hun eigen perspectief de goeien, en vinden dat de ander de slechten zijn.
- Wanneer je je anderhalfjarige vraagt hoe zijn ijsje smaakt, en dan als antwoord krijgt: 'Het smaakt naar het vergif van een duizendpoot!'
- Je zevenjarige een boek vasthoudt, en jou vraagt: 'Mama, waar denk je dat er meer van zijn, atomen in de omslag van dit boek, of mensen in de wereld?'
- Voor het slapen gaan, je bijna zesjarige zich afvraagt of de we écht leven, of slechts speelgoed zijn voor de kleinkinderen van God..
- Wanneer je tweejarige dochter vraagt hoe het kan dat de zon én de maan tegelijkertijd aan de hemel staan. En je daarna meteen geruststelt: 'Als je het niet weet is het niet erg mama, dan zoeken we het gewoon op op het Internet'.
- Je kind ineens besluit vegetariër te worden omdat ze niet wil dat dieren sterven.
- Je zevenjarige dochter tegen haar vader reageert: 'Deze straf is géén logische consequentie van mijn gedrag!'
- Je zesjarige om een tussendoortje vraagt, maar je hem die niet wil geven, omdat het eten al op staat. Waarop je hem met de kookwekker laat zien dat hij nog 12 minuten geduld moet hebben, en hij verbolgen reageert: 'Maar dat is wel 720 seconden, mama!'
- Als de dokter je vijfjarige vertelt dat hij een 'smeerseltje' krijgt voor zijn ontstoken ogen, en hij droog reageert met: 'Oh, je bedoelt zeker antibacteriële zalf'.
- Je bijna vierjarige vertelt dat ze op de zondagsschool hebben gepraat over het conflict in het Midden-Oosten. Als je vraagt hoe ze daar zo op kwamen, legt hij uit, dat ze het eerst over Mozes en de farao hadden. Mozes was Joods, en hij had beredeneerd dat de farao waarschijnlijk een Arabier was. 'En het was toen niet veel anders dan wat er nu in de kranten staat, mama.'
- Als de kleuterjuf vraagt of er dieren in het klaslokaal aanwezig zijn. Er zijn geen huisdieren in de klas. Toch antwoordt je zoon triomfantelijk 'Jazeker, zijn er dieren in dit lokaal, stofmijten!'
- Je vijfjarige, die net bezig is met leren lezen, naar het dierenboek van zijn babyzusje wijst. 'Kijk mama, een leguaan'. Waarop je hem geduldig verbetert. 'Nee lieverd, het is een hagedis, zie je? De eerste letter is een H'. Waarop hij antwoordt dat het tóch een leguaan is, want het beest op het plaatje heeft een gekrulde staart, en hagedissen kunnen hun staart niet opkrullen.
- Als je met je drie-en-halfjarige langs een aantal kruisbeelden rijdt, en ze zich afvraagt of de Here Jezus echt zal terugkeren op aarde, want met al die kruizen die overal staan, is Hij misschien bang dat ze hem nóg een keer zullen kruisigen.
- Je vierjarige tijdens een nachtelijke autorit vraagt hoe het kan dat de bomen donkerder zijn dan de nacht zelf.
- Je achtjarige zoon, (die nog wel eens nachtmerries heeft) zichzelf geruststelt door te zeggen dat cyclopen niet eng zijn, omdat ze maar één oog hebben en dus diepteperceptie missen, waardoor je ze makkelijk zou kunnen ontvluchten.
Ik herken mijn kind in deze uitspraken. Wat nu?
Als je je kind in deze uitspraken herkent, dan kan het zijn dat het hoogbegaafd is. Wat kan je dan het beste doen? Veel deskundigen raden aan niet te lang door te blijven lopen met zo'n vermoeden. Hoogbegaafde kinderen vervelen zich vaak op de basisschool, omdat de stof te makkelijk voor hen is. Ook voelen ze zich eenzaam, omdat de andere kinderen hen vaak niet begrijpen. Op lange termijn kan een kind daar erg ongelukkig van worden. Daarom is het raadzaam om je vermoedens met de leerkracht te bespreken.
Als je zeker wilt weten of je kind hoogbegaafd is, dan kan je het laten testen. Dit kan onder andere bij het CBO. Dit bureau is gespecialiseerd in het testen van hoogbegaafde kinderen. De uitslag van zo'n test vertelt nooit het hele verhaal, maar kan wel duidelijkheid scheppen. Het CBO kan ook adviezen geven over hoe om te gaan met een hoogbegaafd kind. Vaak zal er dan geadviseerd worden om het kind uit te dagen met extra lesstof. Daar zijn drie strategieën voor: het zogenaamde versnellen verdiepen en verrijken. Bij
versnellen doorloopt het kind de normale lesstof, maar dan op een sneller tempo. Bij het
verdiepen doorloopt het kind de reguliere lesstof, op hetzelfde tempo als de klas dat doet, maar wordt er dieper ingegaan op de lesstof. Bij het
verrijken krijgt een kind naast de reguliere lesstof, ook andere onderwerpen aangeboden.
Ook kan het een kind helpen om zogenaamde 'ontwikkelingsgelijken' te ontmoeten. Dat zijn leeftijdsgenootjes met hetzelfde verstandelijke niveau. Daardoor voelt het kind zich minder eenzaam, en kan het vriendschappen leren opbouwen. Daar is in de gewone schoolsituatie vaak geen gelegenheid toe. Dit is omdat de klasgenootjes in sociaal en emotioneel opzicht vaak een stuk 'jonger' zijn. Een kleuter kan maandag beste vrienden zijn met Storm, dinsdag met Fatima, en woensdag met Karel, omdat Karel toevallig een gave brandweerauto heeft. Een hoogbegaafde kleuter kan daardoor teleurgesteld worden, omdat hij een andere verwachting van vriendschap heeft. 'Hoezo ben je nu beste vrienden met Karel, je was toch beste vrienden met míj?'
Voor advies en tips van andere ouders kun je bij
Pharos terecht. Dit is de vereniging voor ouders van hoogbegaafde kinderen. Zij organiseren activiteiten waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten. Voor wie online ervaringen wil uitwisselen, is er het
hb-kind-forum. De (Vlaamse) website
hoogbegaafdvlaanderen.be biedt een schat aan informatieve artikelen.
Lees verder
Reacties
Reinout Mechant, 27-03-2015
Ikzelf ben hoogbegaafd (getest door Mensa), maar volgens deze vragenlijst hier boven zou ik als kind dan nooit hoogbegaafd geweest zijn. Wat Jolan schrijft is correct, vaak zullen hoogbegaafden niet op zo een manier hun talenten tonen. Het merendeel van die antwoorden berusten trouwens ook op verhoogde algemene kennis, wat op zich los staat van hoog IQ, én meestal externe triggers heeft. Kortom, als je het hoogbegaafde kind niet eerst een trigger geeft in een bepaalde richting, zal het niet op dergelijke manier antwoorden met algemene kennis.
Vragen die je kan krijgen van hoogbegaafde kinderen zullen meestal gebaseerd zijn op logische denkpatronen, volgtrekkingen of eventueel vreemde interesses of kronkels.
De soort antwoorden hierboven kunnen weliswaar van hoogbegaafden komen, echter pas nadat de hoogbegaafde door de omgeving al voldoende als hoogbegaafd geprezen is en ze door dit soort antwoorden willen pronken met hun kennis.
Reactie infoteur, 01-04-2015
Goed punt, al zullen er zekere ook kinderen zijn die wél dit soort vragen stellen.
Jolan, 17-03-2015
Is dit een wet van meden en persen? Ik herken mijn kind totaal niet in deze uitspraken, op 1 na. Maar hij is gediagnosticeerd met pddnos. Ik ben er van overtuigd dat hij (misschien niet hoogbegaafd, maar zeker slimmer dan gemiddeld) zijn talenten niet toont op de geijkte wijze zoals hier getoond wordt. Hij vraagt niet, hij doet wat van hem verlangt wordt. Verlang je niet meer, doet hij niet meer. Terwijl hij het wel kan.
Reactie infoteur, 01-04-2015
Geen wet van Meden en Perzen, zeker niet. Het is gewoon een indicatie.