ADHD is niet altijd de oorzaak bij overactieve kinderen
Het opvoeden van drukke, overactieve kinderen is niet altijd gemakkelijk. Sommige kinderen zijn heel meegaand en geven nauwelijks problemen. Andere kinderen zijn echter overactief, heel erg alert, en houden hun ouders doorlopend bezig. Dergelijke kinderen zijn niet gemakkelijk in het gareel te houden, maar dat hoeft niet altijd negatief te zijn en ook niet direct de diagnose ADHD te betekenen. De onderzoeksdrang van kinderen is bekend en wie meer op onderzoek uitgaat, ontdekt ook meer. Een dergelijk kind doet meer ervaringen op en leert vanuit zijn eigen dadendrang. Tot zover is er niets aan de hand. Het wordt echter lastig als zo'n kind steeds weer de regels probeert te ontduiken om zijn dadendrang te bevredigen. Tot hoever kan men een kind zijn gang laten gaan?
ADHD
ADHD is de afkorting voor de stoornis Attention Deficit / Hyperactivity Disorder. Kinderen met deze stoornis kunnen zich niet concentreren en hebben weinig aandacht voor hun omgeving. Daarbij zijn ze overactief en overzien vaak de gevolgen van hun impulsieve gedrag niet. Niet ieder kind dat druk en beweeglijk is, heeft echter ook die stoornis.
De eigen aard van het kind speelt altijd mee
Elk kind wordt met zijn of haar eigen aanleg geboren. De vorm en de kleur van de ogen, handen, voeten, haren, enzovoorts zijn allemaal in aanleg aanwezig. De aanleg van het karakter is een van de zaken die al in aanleg aanwezig zijn. Het karakter kunt u tijdens de opvoeding wel beïnvloeden en vormen, maar u kunt het karakter zelf niet veranderen. Het ene kind is overactief en het andere super rustig.
Rustige kinderen
Ouders van rustige kinderen maken zich soms zorgen over de te rustige aard van hun kind. Van andere ouders horen ze hele verhalen en anekdotes over kinderen die allerlei kattenkwaad uithalen, maar hun eigen kind is meestal braaf, gezeglijk en probleemloos. Daar hoeft echter niets mis mee te zijn. Wanneer u ziet dat uw kind heel oplettend is, zich normaal ontwikkelt, op tijd gaat lopen, praten, enzovoort en zich daar goed bij voelt, ligt het gewoon in de “aard van het beestje” om regelmatig rustig in zijn eentje te zitten spelen.
Drukke, overactieve kinderen
Is uw kind heel snel in zijn bewegingen, heel alert en heel onderzoekend, dan is daar meestal ook niets mis mee. Kijk eens rond in uw familie. Meestal herkent u wel wat van die eigenschappen bij uw eigen familie of die van uw partner. Drukke kinderen zijn echter inderdaad niet altijd gemakkelijk te hanteren. Daar komt veel fantasie en flexibiliteit bij kijken.
De grenzen opzoeken en testen
Zij proberen alle gestelde grenzen uit en testen niet eenmaal, maar vele malen uit of die grenzen nog steeds hetzelfde zijn. Hun onderzoeksdrang is soms ongelooflijk. Ze vinden de gekste dingen uit en zijn ook vaak nergens bang van. Alleen "grenzeloos" nieuwsgierig. Vaak moeten zij dan ook tegen zichzelf beschermd worden, want ze lopen soms in zeven sloten tegelijk als er even niet op hen gelet wordt.
Een raamwerk van regels
Drukke kinderen zijn vooral gebaat met een raamwerk van regels. Deze regels moeten niet al te strak zijn, maar een stel vaste regels moet er wel zijn. Daarbij gaat het om vaste tijden van slapen, opstaan, aan tafel eten en het gebruikelijke reglement, zoals het niet zelf aanzetten van de tv of computer, het afblijven van dure apparatuur, het afblijven van de inhoud van de keukenkastjes, enzovoort.
Zelf ook geen regels breken
Houd u zelf ook aan die vastgestelde regels voor het kind en breek die onder geen voorwaarde. Mag het kind bijvoorbeeld een uur voor het avondeten niet snoepen, neem dan zelf in die tijd ook geen snoepje of koekje, want dan breekt u uw eigen regel. Regels geven een druk kind het gevoel van zekerheid en veiligheid. Het zal echter altijd proberen om die regels te breken, maar daar bent u dan zelf ook nog bij.
Overactieve kinderen niet te vaak straffen
Drukke, overactieve kinderen zondigen vaak tegen de opgelegde regels. Straf echter alleen als dat echt nodig is. Bij overactieve kinderen kunt u anders wel de hele dag mopperen en straffen. Probeer de minder belangrijke vergrijpen te vermijden. Een kind dat een ander schopt, moet natuurlijk een flink standje krijgen, maar een kind dat, ondanks een verbod om er niet aan te komen, een vingertje aan de oven verbrand heeft, is al genoeg gestraft.
Probeer te relativeren
Overactieve kinderen maken door hun ondoordachte dadendrang sneller iets kapot dan rustige kinderen. Dat gebeurt echter vaak niet met opzet. Daar kunt u verschil in maken. Het is nooit leuk als er iets stuk gaat. Datt weten we allemaal. Gaat er iets door een te drukke actie kapot, maar was dat niet met opzet, dan mag u best even mopperen. Geef daar dan echter geen overmatige straf voor.
Een positieve reactie werkt vaak beter dan straf
Beter is het om regelmatig een positieve reactie te geven. Heeft het kind iets goed gedaan, zeg dat dan ook. Prijs het kind voor het probleemloos opruimen van speelgoed, het rustig gaan slapen, het lief spelen met broer, zus of vriendje of voor het helpen bij het boodschappen doen. Bij een overactief kind hebt u vaak de neiging om alleen maar te mopperen, maar er zijn beslist veel positieve momenten.
Neem eens de tijd om rustig te kijken als het kind bezig is
Ga af en toe eens gewoon zitten en kijk naar uw kind terwijl het bezig is. Wedden dat u ook leuke acties en reacties ziet? Die moet u juist naar voren halen. Daarnaast is het goed om af en toe ook iets door de vingers te zien dat niet echt een afstraffing waard is. Teveel straffen is ook niet goed. Straf dus alleen als het kind gevaarlijke acties onderneemt of als het echt uw spaarzame regels breekt.
Naar de dokter of niet
Wie met een overactief kind naar de dokter gaat, komt vaak in een onderzoekstraject terecht. Men vindt er altijd wel iets (of denkt dat te vinden) en veel kinderen lopen rond met medicijnen, waardoor ze wel rustiger worden, maar waarvan het de vraag is of zij ze wel nodig hebben. Alle medicijnen hebben echter bijwerkingen. Heeft uw kind ze nodig, dan moeten die bijwerkingen vaak voor lief genomen worden, maar als het niet nodig is, kunt u dat beter vermijden.
Stickertjes plakken is niet altijd een goed idee
Drukke kinderen krijgen via de medische weg vaak het stempel “ADHD” of iets dergelijks. Niet altijd is het goed om dat te laten uitzoeken. Wanneer uw drukke kind hanteerbaar is via uw raamwerk van regels en niet te zeer uit de rij danst, laat het dan zo.
Een kind gebruikt het als excuus
Een kind dat weet dat het ADHD heeft, zal zich anders gaan gedragen. Het heeft dan een excuus voor vervelend gedrag en dat maakt het probleem alleen erger. Ook zelf hebt u dan het idee dat “het kind er niets aan kan doen” en hebt u de neiging om meer toe te staan, dan eigenlijk wenselijk zou zijn.
Gevolgen voor later
Ook in het latere beroepsleven kan een uitspraak als ADHD problemen opleveren. Zo zijn er mensen die daardoor elke drie jaar een rijtest moeten afleggen. Ook werkgevers schrikken terug voor de term ADHD, terwijl dat zelfs een zeer geïnteresseerde, heel onderzoekende en creatieve medewerker kan opleveren.
Alleen onderzoek als het nodig is
Mocht uw kind echt niet meer te hanteren zijn en hebt u het gevoel dat er iets niet klopt, dan is het natuurlijk goed om het na te laten kijken. Plak echter niet al te snel een stickertje op het voorhoofd van uw kind. De diagnose van een echt probleem mag geen excuus worden voor vervelend of opvallend gedrag. Met een goede opvoeding en een liefdevolle omgeving is veel te regelen. Uw kind is ermee geholpen.