Voorschoolse- en vroegtijdige educatie: VVE
De Nederlandse overheid investeert geld en tijd in Voorschoolse- en Vroegtijdige educatie (VVE). Dit houdt in dat peuters reeds zodanig begeleid worden, dat er ontwikkelingsachterstanden voorkomen worden. Er zijn speciale VVE-peuterspeelzalen, maar ook VVE-kinderdagverblijven. De overheid kijkt door het inzetten van VVE naar effecten op de lange termijn: ze beogen hiermee de werkloosheid in de toekomst terug te dringen, en asociaal gedrag in de maatschappij sterk te verminderen.
Sharon Dijksma van de PVDA trekt veel geld uit voor VVE
Zij ziet de meerwaarde ervan in om door middel van educatieve programma's extra te werken aan de ontwikkeling van kinderen, al vanaf de peuterleeftijd. Zo pleit zij ook voor een taaltoets voor drie-jarigen.
Het VVE-beleid is gericht op achterstandsgroepen.
Voor- en tegenstanders
De
voorstanders van VVE en een taaltoets voor driejarigen zijn van mening dat er inderdaad iets moet gebeuren om ontwikkelingsachterstanden terug te dringen, vooral op taalgebied. Zij staan achter het motief van de overheid: de kinderen van nu voorbereiden op een redelijke toekomst, in staat om een goede opleiding te volgen, hun eigen centjes te verdienen en sociaal aangepast in de maatschappij te staan. De VVE-programma's zijn namelijk niet uitsluitend gericht op de taalontwikkeling, hoewel deze het meest worden ingezet. Ze zijn ook gericht op de cognitieve (leren, begrijpen en onthouden) en sociaal-emotionele ontwikkeling.
De
tegenstandersvinden dat de huidige maatschappij al te veel eisen stelt aan kinderen. Ze moeten de lagere schooltijd het liefst in 8 achtereengesloten jaren doorlopen, ze beginnen vaak al op vier-jarige leeftijd met zwemlessen om hun A, B én C diploma te halen en ze 'moeten' ook nog naar allerlei clubjes. Tegenstanders vinden het overdreven dat peuters al met educatieve programma's aan de gang gaan.
Spelenderwijs
De educatieve programma's die ingezet worden bovenop de gewone begeleiding, vinden spelenderwijs plaats. Peuters hebben niet in de gaten dat ze aan het werk worden gezet. Voor een VVE-peuterspeelzaal geldt dat er behalve de leidster, een tutor aangesteld is die zich speciaal bezig houdt met de begeleiding in het kader van het VVE-programma.
Werkt VVE?
Tijdens de ontwikkeling van jonge kinderen worden er in de hersenen 'neurale routes' aangelegd. De belangrijkste routes worden aangelegd in de eerste zes jaren van hun leven. Dat betekent dat naarmate de kinderen met een diversiteit aan ontwikkelingskansen in aanraking komen, neurale routes goed en stevig worden gelegd: zodoende ontstaan
vaardigheden waar kinderen de rest van hun leven profijt van kunnen hebben. Wel is het belangrijk dat de ontwikkelingskansen zich blijven voordoen en dat de kinderen de kans krijgen om aan hun vaardigheden te blijven werken.
Maar hoe dan ook is het van groot belang dat ontwikkelingskansen zich voordoen, anders kunnen vaardigheden niet ontstaan. Peuters leren graag en spelenderwijs, ze zijn goed te 'kneden', dus het aanbieden van de stof uit de VVE-programma's zal zeker een plus zijn voor hun ontwikkeling.
De feiten
Of VVE al dan niet werkt, is en wordt uitgebreid onderzocht. De uitkomsten vallen tot nu toe niet tegen, vooral waar het gaat om de
taal- en spraakontwikkeling en de cognitieve ontwikkeling. Wanneer de programma's goed worden uitgevoerd zijn de resultaten zeer goed. Dure programma's worden goed uitgevoerd, dus de positieve resultaten gelden voor de duurdere programma's. De kwaliteit is aanzienlijk beter. Bij goedkopere programma's en slechtere kwaliteit nemen de resultaten ook af. Goede resultaten zijn nog niet speciaal geboekt waar het gaat om de
sociaal-emotionele ontwikkeling, hier valt niet echt aan te tonen dat deze ontwikkeling ook daadwerkelijk beter verloopt door de aanvullende educatie.
VVE op peuterspeelzaal en op kinderdagverblijf, het verschil in resultaat
De speciale VVE-begeleiding heeft op kinderdagverblijven niet persé een goede invloed. Dit komt doordat kinderdagverblijven er voornamelijk op gericht zijn om kinderen
op te vangen. Het educatieve aspect op een kinderdagverblijf is dus minder aanwezig. Op peuterspeelzalen heeft het dus wel effect (zie hierboven). Peuterspeelzalen hebben sowieso al een educatief karakter en bereiden kinderen voor op de basisschool.