Taalonderwijs: hoe creëer je een stimulerende leeromgeving?
Tegenwoordig is woordenschat één van de lastige onderwerpen in het basisonderwijs. Om de woordenschat te vergroten is het van belang om een stimulerende leeromgeving te creëren voor de leerlingen. Een omgeving waar de leerlingen van en vooral met elkaar kunnen leren. Een stimulerende leeromgeving kan gecreëerd worden door interactief voor te lezen, materialen in de klas te labelen, een lettermuur of een leeshoek.
Taalonderwijs
Goed taalonderwijs bestaat niet alleen uit geven van goede lessen en een goede instructie, het gaat ook om een stimulerende leeromgeving. Om een stimulerende leeromgeving te creëren kan de leerkracht de volgende manieren inzetten in het lokaal: interactief voorlezen, materialen in de klas benomen, leeshoek en de lettermuur.
Interactief voorlezen
Interactief is erg van belang in het onderwijs. Het interactief voorlezen wordt ook veel gebruikt in het onderwijs, omdat het de taalontwikkeling, woordenschat en het verhaalbegrip van de leerlingen zou bevorderen. Daarnaast wordt er tijdens de interactie tussen de leerlingen en de leerkracht niet alleen gebruik gemaakt van communiceren, maar ook om verbanden te ontdekken en oplossingen te bedenken.
Naast het interactief voorlezen is interactie in de kleine kring ook erg belangrijk. Het hoofddoel van de activiteit is dan het gesprek. Het gesprek wordt gevoerd door ongeveer vier leerlingen en de leerkracht. Hierbij is het van belang dat de samenstelling van het groepje gematigd heterogeen is. Door de interactie tussen de leerlingen en de leerkracht wordt de woordenschat van de leerlingen groter. De leerlingen leren tijdens het voorgelezen verhaal of tijdens het gesprek nieuwe woorden van elkaar. Er is hier sprake van interactief onderwijs.
Drie pijlers interactief onderwijs
De drie pijlers van het interactief onderwijs zijn sociaal leren, betekenisvol leren en strategisch leren. Bij het sociale leren gaat het erom dat leerlingen van en vooral met elkaar leren. Er is zowel veel sprake van interactie met de leerkracht als met klasgenoten. Het betekenisvol leren gaat om de mate waarin de leerlingen het op een functionele manier in kunnen zetten, waardoor de leerlingen gemotiveerd raken om met dit onderwerp van taal aan de slag te gaan. Tot slot is er het strategisch leren. Bij het strategisch leren gaat het om de verschillende methoden en strategieën die de leerling kan toepassen.
Materialen in de klas benoemen
Ook is er vaak in een kleuterklas te zien dat er materialen worden gelabeld. Op de deur staat vaak het woord deur geplakt, net zoals op het raam, op een stoel, op de tafel. Ook hierdoor wordt de woordenschat van de leerlingen vergroot. Naast dat de woordenschat wordt vergroot, wordt ook de letterkennis van de leerlingen vergroot. De woorden en de letters worden voor de leerlingen visueel gemaakt, dit zorgt ervoor dat het woord beter in het geheugen van de leerling blijft hangen.
Leeshoek
In de leeshoek kunnen leerlingen zelfstandig boeken bekijken of boeken voorlezen aan andere leerling of aan de knuffels in de leeshoek. Het is van belang dat de leerkracht de boekenhoek blijft aanvullen met andere boeken of boeken die bij het thema passen, zodat het aantrekkelijk blijft voor de leerlingen. Ook in de leeshoek wordt de woordenschat van de leerlingen vergroot. Doordat zij elkaar de boeken “voorlezen”, leren de leerlingen van en vooral met elkaar.
Lettermuur
De lettermuur is een hulpmiddel voor het fonologisch bewust zijn. Ook hierbij kan de woordenschat vergroot worden. Wanneer er een nieuwe letter is aangeleerd, worden hier verschillende woorden bij bedacht die met de letter beginnen. Door de nieuwe letter op een interactieve manier met de leerlingen te bespreken en samen met de leerlingen de lettermuur te vullen, wordt de woordenschat van de leerlingen groter. Daarnaast wordt de lettermuur met concrete voorbeelden uitgebeeld.
Instructie en feedback
Niet alleen het creëren van een rijke en stimulerende leeromgeving is van belang bij het taalonderwijs. Ook het geven van goede instructie en gerichte feedback speelt een grote rol. Goede instructie is gekoppeld aan het doel wat de leerkracht wil behalen. Bij het woordenschatonderwijs is het belangrijk dat het nieuwe begrip wordt aangeboden. Om het begrip goed aan te bieden en het woord goed te leren, moet het woord minstens zeven keer worden aangeboden aan de leerlingen. Een juiste feedback zorgt ervoor dat de leerlingen naar het doel toewerken en gemotiveerd zijn om dit doel te behalen.