Orgaandonatie: argumenten voor en tegen doneren organen
In Nederland kun je in het donorregister laten vastleggen of je na je dood orgaandonor wilt zijn of niet. Je kunt de keuze over orgaandonatie ook aan iemand anders overlaten. Het is belangrijk goed na te denken over deze keuze. Er zijn verschillende argumenten voor en tegen het doneren van organen. Deze argumenten kunnen onder meer persoonlijk, gevoelsmatig of religieus van aard zijn. Wil je geen donor zijn dan is het erg belangrijk om je keuze vast te leggen in het donorregister. Door het aannemen van de initiatiefwet van D66-Kamerlid Pia Dijkstra in 2018 wordt namelijk iedereen donor tenzij expliciet een andere keuze gemaakt is en deze keuze is geregistreerd middels het invullen van een donorformulier. We krijgen daardoor een systeem van Actieve Donorregistratie (ADR).
Inhoud
Over orgaandonatie
Onder bepaalde omstandigheden is het mogelijk om na je dood diverse organen beschikbaar te stellen voor
transplantatie. Het gaat dan niet alleen om organen als hart en nieren, maar ook bijvoorbeeld om darmweefsel, huid, oogweefsel, pezen en kraakbeen. Het doneren van organen en weefsel kan het leven redden van iemand die zonder orgaantransplantatie zou komen te overlijden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan iemand met een aangeboren hart- of longafwijking of iemand die door een ongeval een huidtransplantatie nodig heeft.
Het is niet altijd mogelijk om jouw organen na je dood te gebruiken voor transplantatie. De omstandigheden van je dood zijn hierbij van belang. Veel succesvolle transplantaties worden uitgevoerd wanneer iemand als gevolg van een ongeval hersendood is maar waarbij de organen wel altijd voorzien zijn gebleven van zuurstof. Ook is het belangrijk dat de donor geen actieve virale infectie onder de leden heeft zoals hiv of herpes zoster. Voor het doneren van nieren en de lever bestaat geen leeftijdsgrens, maar voor alle andere organen wel. Zo kan een hart alleen gedoneerd worden wanneer de donor jonger dan 65 jaar is en geldt voor de pancreas een leeftijdsgrens van 60 jaar.
Statistieken
De Nederlandse Transplantatie Stichting houdt statistieken bij over orgaandonatie in Nederland. Hieruit valt af te lezen dat in 2017 in totaal 244 mensen organen doneerden en 1.510 mensen weefsels doneerden. 2.274 mensen waren ontvanger van een orgaan of weefsel. De meest uitgevoerde transplantatie was een hoornvliestransplantatie (1.454). In totaal stonden in 2017 1.883 op een wachtlijst voor orgaandonatie zonder dat er een orgaan beschikbaar kwam. Jaarlijks overlijden honderden mensen omdat er niet op tijd een donororgaan beschikbaar komt.
Vastleggen keuze voor orgaandonatie in het donorregister
Het is in Nederland mogelijk om vast te laten leggen of je na je dood je organen beschikbaar wilt stellen voor transplantatie. Vanuit de overheid zijn er zoveel spotjes en voorlichtingsmaterialen over orgaandonatie dat bijna iedereen gedurende zijn leven diverse malen geconfronteerd is met de vraag of hij of zij orgaandonor wil worden. Je keuze leg je vast in het
donorregister. Om je keuze te kunnen vastleggen moet je minimaal 12 jaar oud zijn, ingeschreven staan bij een Nederlandse gemeente en wilsbekwaam zijn. Bij kinderen tussen de 12 en 16 jaar oud kan de beslissing herroepen worden door de ouders of voogd. Vanaf 16 jaar is de keuze van de donor bindend. Iedereen die ingeschreven staat in een Nederlandse gemeente krijgt kort na zijn achttiende verjaardag een brief van het Ministerie van Volksgezondheid met daarin het verzoek om een
donorformulier in te vullen en daarmee een keuze vast te leggen in het donorregister. Het invullen van een donorformulier is vrijwillig, er geldt geen verplichting.
Leg je je keuze vast in het donorregister dan kun je kiezen tussen vier opties:
- Ja, ik geef toestemming voor orgaandonatie*
- Nee, ik geef geen toestemming voor orgaandonatie
- Mijn partner of familie beslist voor mij
- Een andere door mij gekozen persoon kiest voor mij
*
De toestemming geldt voor de organen en weefsels: alvleesklier, bloedvaten, botweefsel, kraakbeen, pezen, darmen, hart, hartkleppen, huid, lever, longen, nieren en oogweefsel. Je kunt aangeven als je bepaalde organen of weefsels om wat voor reden dan ook niet beschikbaar wilt stellen voor transplantatie.
Argumenten voor orgaandonatie
Het belangrijkste argument voor orgaandonatie is dat het levens kan redden en de kwaliteit van leven van zeer zieke mensen aanzienlijk kan verbeteren. En dit terwijl je na je dood zelf niets meer aan je organen hebt. Sommige mensen zien het daardoor als een morele verplichting om hun organen na hun dood af te staan. Dit gevoel kan alleen maar versterkt worden wanneer je in je nabije omgeving hebt meegemaakt dat iemand gered is door een orgaantransplantatie of misschien juist is overleden omdat er niet snel genoeg een donororgaan beschikbaar was.
Iets dat bij veel mensen meespeelt in hun beslissing is de mogelijkheid dat je ooit zelf een donororgaan nodig hebt. Ook al ben je nu gezond, één of meerdere organen kunnen door ziekte in rap tempo aangetast worden waardoor je zelf niet kunt overleven zonder een door een ander gedoneerd orgaan. Ook al is het zelf geregistreerd staan als orgaandonor
geen voorwaarde om een orgaan van een ander te mogen ontvangen, kan het wel tot een gevoelsmatig onrechtvaardige situatie leiden wanneer de vrijgevigheid niet wederzijds is.
Religie kan een rol spelen in een beslissing om na de dood organen beschikbaar te stellen. Zo ziet de rooms-katholieke kerk orgaandonatie als een goede daad (doch niet als een plicht). Verschillende vrijzinnige richtingen binnen het protestantisme zien donatie van organen als een vorm van naastenliefde.
Argumenten tegen orgaandonatie
Een veel gehoord argument tegen het afstaan van je organen is dat artsen minder hun best zouden doen om je leven te redden wanneer bekend is dat je geregistreerd staat als orgaandonor. Dit is in ieder geval voor wat betreft Nederland echter absoluut een fabeltje. Artsen hebben een eed afgelegd waarin ze gezworen hebben om bepaalde beroepsregels te zullen handhaven. Dit houdt onder meer in dat zij streven naar het welzijn van al hun patiënten, waarbij het ene mensenleven niet meer waard is dan het andere. In Nederland zal geen ziekenhuis een patiënt moedwillig laten overlijden om een orgaantransplantatie te faciliteren.
Veel argumenten tegen orgaandonatie hebben een religieuze oorsprong. Zo beleven moslims soms een innerlijk conflict omdat hun religie hen enerzijds voorschrijft dat het belangrijk is om zieken te helpen en te handelen in het maatschappelijk belang (
maslaha) en anderzijds dat hun lichaam na hun dood intact moet blijven. Iedereen moet hierin een eigen afweging maken. Binnen het hindoeïsme is orgaandonatie niet verboden maar is bij veel gelovigen de overtuiging dat het lichaam ongeschonden dient te blijven na de dood sterk. Binnen het shintoïsme staat het uitnemen van organen gelijk aan het onteren van het lichaam en brengt het de hergeboorte van de ziel in gevaar waardoor weinig aanhangers van deze religie orgaandonatie overwegen. Het 'intact' het graf in willen gaan is overigens een gevoelsmatige overweging die niet alleen een rol speelt bij mensen met een sterke religieuze overtuiging maar uiteraard ook onafhankelijk van religie kan bestaan.
Een ander argument tegen orgaandonatie is dat je niet weet wie je met deze daad een levensverlenging schenkt. Alhoewel je er veel 'onschuldigen' mee kunt redden wordt op de wachtlijst voor orgaantransplantatie geen onderscheid gemaakt tussen bijvoorbeeld mensen met en zonder strafblad. Zo kun je er in principe ook een veroordeelde moordenaar mee redden. Dit is een gegeven dat mensen kan verontrusten.
Belang vastleggen keuze bij invoering donorwet
In 2016 is door de Tweede Kamer een
initiatiefwetsvoorstel van D66-Kamerlid Pia Dijkstra met een minimale meerderheid aangenomen. Na een spannende stemming haalde de wet het in februari 2018 ook in de Eerste Kamer. Het belangrijkste onderdeel van de initiatiefwet - vaak de Donorwet genoemd - is het principe dat iedere Nederlander orgaandonor is tenzij expliciet een andere keuze is gemaakt en is geregistreerd. Met het aannemen van het wetsvoorstel ontstaat er een groot belang voor mensen die geen donor willen zijn om hun keuze officieel te laten vastleggen. Gebeurt dit namelijk niet dan kunnen zij tegen hun wil in orgaandonor worden. Dit nieuwe systeem wordt ook wel Actieve Donorregistratie (ADR) genoemd. Iemand die geen keuze heeft geregistreerd wordt dan geacht geen bezwaar te hebben tegen orgaandonatie.
De donorwet die maakt dat iedereen donor wordt tenzij een andere keuze is vastgelegd is op
1 juli 2020 van kracht geworden. Iedereen die op dat moment zijn of haar keuze nog niet heeft vastgelegd krijgt tussen 1 september 2020 en eind maart 2021 een brief van de overheid met de vraag om hun keuze alsnog vast te leggen. Wordt op de eerste brief niet gereageerd dan ontvangt men nog een tweede brief. Heb je na twee brieven nog steeds geen keuze vastgelegd dan word je geregistreerd met 'geen bezwaar'. Die geldt voor iedereen van 18 jaar en ouder die is geregistreerd in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) van een Nederlandse gemeente.
Lees verder