De Koerdische staat en de PKK: de aartsvijand van Turkije
De PKK is al tientallen jaren de grootste vijand van Turkije. Al die tijd vecht het Turkse leger tegen de leden van de PKK, maar nog steeds zonder succes. Overigens zijn veel van de PKK-leden niet in Turkije, maar wonen ze in Noord-Irak in de bergen.
Turkse Koerden en de PKK
Turkse Koerden blijven over het algemeen erg trouw aan de PKK. Dit omdat zij vinden dat de beweging strijdt voor een eigen staat die ook zij willen.
Wat is de PKK?
De PKK is in 1978 opgericht als de Koerdische Arbeiderspartij. Oprichter was student politieke wetenschappen Abdullah Ocelan. Het hoofddoel van de organisatie die is gestoeld op marxistische-leninistische leest is een eigen staat. Dit Koerdistan zou moeten bestaan uit delen van:
- het zuidoosten van Turkije
- Het noordoosten van Syrië
- Het noordwesten van Iran
Koerdische staat is opgegeven door de PKK
Halverwege de jaren ’90 van de 20e eeuw gaf de PKK de eis voor een eigen staat op. Vanaf dat moment wil de PKK autonome en meer culturele rechten voor de 15 miljoen Koerden in Zuidoost Turkije
De PKK als terroristische organisatie
De Europese Unie, de Verenigde Staten, Turkije en de Navo en veel andere staten en instanties beschouwen de PKK als een terroristische organisatie.
Branden in Koerdische dorpen
In de jaren negentig van de 20e eeuw was de strijd tussen de Koerden en het Turkse leger het hevigst. Veel Koerdische dorpen liepen toen leeg, omdat mensen bang waren het leven te verliezen. Nu daar niet meer gevochten wordt en mensen terugkeren, woedden er wel elke zomer veel branden in het gebied. De Turkse regering zegt dat dit het gevolg is van gevechten, maar de Koerden zeggen dat de branden worden gesticht.
Grote gevolgen
De branden die in de Koerdische dorpen woeden hebben echter wel grote gevolgen voor de economie van het gebied, want het gras in het veeteeltgebied brandt daardoor af en de koeien hebben daardoor niets te eten. In andere dorpen zijn vooral de fruitbomen afgebrand en ook dat zorgt voor veel minder inkomsten. Daar waar akkerbouw de hoofdinkomsten zijn, is een groot deel van de oogst verloren gegaan.