Gülen en de Gülenbeweging - ontwikkeling en tegenstand
In 2016 kwamen Fethullah Gülen en de Gülenbeweging volop in het nieuws vanwege de mislukte couppoging van mei '16 in Turkije. Gülen en zijn beweging waren ook daarvoor al actief, maar weinig in het nieuws en daarom relatief onbekend. Er zijn veel vraagtekens rond de persoon en zijn beweging. Zoveel is wel duidelijk: Gülen is omstreden; hij heeft wereldwijd vele aanhangers maar ook tegenstanders. Tot de laatsten behoort zonder meer de Turkse president Erdoğan, die ook als zijn grootste vijand betiteld kan worden. De strijd tussen aanhangers van Erdoğan en aanhangers van Gülen heeft ook in Nederland tot problemen binnen de Turkse gemeenschap geleid.
Inhoud
Fethulah Gulen
Opleiding en eerste optreden
Muhammed Fethullah Gulen werd in 1941 geboren in Turkije, in de provincie Erzurum. Hij volgde onderwijs op een traditionele koranschool. Nog maar veertien jaar oud begon hij op te treden als prediker. Al in 1959 werd hij aangesteld als imam in Edirne in het uiterste westen, het Europese deel van Turkije. Hij bleef zich vervolgens verder ontwikkelen door zelfstudie; zo las hij de klassiekers uit de wereldliteratuur, zowel die van de westerse als oosterse wereld, en verdiepte zich in kunsten, wetenschap en maatschappelijke problemen.
Koranleraar en openbaar optreden
In 1961 ging hij in militaire dienst. Hij bleef ook actief als godsdienstleraar (als 'prediker'). In '64 werd hij koranleraar in Edirne. De volgende jaren was hij actief op het gebied van onderwijs en organiseerde hij bijeenkomsten waar hij lezingen hield om zijn opvattingen over de islam (wat het is dan wel wat het zou moeten zijn) te verbreiden. Ook stichtte hij studentenhuizen in Izmir, in het westen van Turkije. In 1971 werd hij gearresteerd en kreeg hij een verbod op het houden van lezingen. In ’75 organiseerde hij conferenties over onderwerpen als wetenschap, islam en darwinisme. Dit is typerend voor zijn activiteiten, ook in latere periodes: hij wilde tonen dat de traditionele religieuze waarden niet strijdig zijn met de moderne wetenschap. Hij pretendeerde ook te willen werken aan harmonie tussen wetenschap en religie ten bate van menselijk welzijn; goed onderwijs achtte hij in dat geheel onontbeerlijk.
Eind jaren 70 gaf hij ook lezingen in het buitenland (Duitsland) en preekte bovendien in een moskee in Istanbul waarbij de toenmalige Turkse premier Demirel onder de aanwezigen was.
Beweging
Gülen heeft als imam in de moskeeën en daarbuiten zijn opvattingen over maatschappelijke en godsdienstige onderwerpen verspreid. Sinds 1981 toen hij stopte met lesgeven deed hij dat als emeritus-imam meer specifiek in het publieke domein. Hij hield lezingen, organiseerde conferenties, trad op in binnen- en buitenland en publiceerde boeken. Al met al verwierf hij veel aanhang, zowel in binnen- als buitenland. Zo is er een internationale beweging ontstaan, een
Hizmet-beweging van vrijwilligers, beter bekend als de Gülenbeweging (
Hizmet is Turks voor dienstbaarheid).
Tegenstand
Het kon natuurlijk niet uitblijven dat zijn optreden en opvattingen voor- en tegenstanders kende (en kent); onder meer zijn arrestatie in 1971 toont dat aan. De seculiere Turken verdachten hem ervan in wezen de macht te willen grijpen om van Turkije een islamitsche staat te maken, compleet met het invoeren van de sharia. De islamisten, die een politieke, conservatieve islam voorstaan, beschuldigden hem er daarentegen van dat hij - ook vanwege zijn buitenlandse betrekkingen en belangstelling voor westerse cultuur - heulde met de (westerse) vijanden van de islam. Juist door zijn interreligieuze activiteiten vreesden minderheden als de Koerden dat hij hen wilde integreren in de Turkse cultuur.
Naar Amerika
Ook bij het leger was hij verdacht. Hij zou zich de macht in het land willen toe-eigenen en een moslimstaat vestigen. Toen men hem wilde arresteren in 1999 vluchtte hij uit Turkije en vestigde zich in Amerika. Daar woont hij anno 2016 in een beveiligd gebouw in de bossen van Pennsylvania (VS), omringd door ruim duizend volgelingen. Desondanks heeft hij nog altijd veel invloed in zijn geboorteland.
Gülen en de AK-partij
In 1960, 1971 en 1980 pleegde het leger een staatsgreep, maar steeds weer werd het militaire bestuur afgewisseld met een civiele regering.
Sinds 2002 is in Turkije de AK-partij (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) aan de macht die zich profileert als een islamistische centrumpartij. Oprichter is Recep Tayyip Erdoğan, die in 2002 premier en in 2014 president van Turkije werd. In de periode 2001-2010 steunde Gülen Erdoğan; hij verwachtte dat er veel ten goede zou veranderen wat betreft de ontwikkeling van de democratie en het onderwijs, de interculturele en internationale dialoog. Tegelijk nestelden aanhangers van de Gülenbeweging zich in vele geledingen van de staat. Dit werd door Erdoğan steeds meer als bedreigend ervaren te meer omdat het duidelijk was dat de AK-partij en de Gülenbeweging verschillende visies hadden op binnenlandse en buitenlandse politie.
In 2010 kwam het tot een felle botsing tussen de twee partijen. Gülen beschuldigde Erdoğan ervan vroegere beloftes niet te zijn nagekomen en Erdoğan schaarde steeds duidelijker de Gülenaanhangers onder zijn tegenstanders. Een dieptepunt in de betrekkingen tussen de twee vormde de onthulling in 2013, van een linkse krant in Turkije, dat Erdoğan al lang van plan was de Gülenbeweging uit te schakelen.
De Gülenbeweging
Het gedachtegoed van de beweging (ontleend aan www.fethullahgulen.nl)
Volgens Gülen zijn de drie grootste gevaren voor de samenleving: onwetendheid, armoede en verdeeldheid.
Het eerste probleem wil hij oplossen door middel van onderwijs en educatie, niet alleen van kinderen maar van jong en oud, geschoold en ongeschoold. Persoonlijke ontwikkeling is een bepalend onderdeel binnen de beweging. In dat kader zijn wereldwijd scholen en onderwijsinstellingen opgezet. Er wordt veel waarde gehecht aan wetenschappelijke en religieuze kennis; die dienen elkaar aan te vullen.
Armoede kan worden bestreden door geld te verdienen en dit in dienst van anderen te stellen. Daartoe zijn organisaties opgezet die, op vrijwillige basis, activiteiten ontplooien ter bestrijding van armoede. Zo werden fondsen in het leven geroepen om vluchtelingen en slachtoffers van natuurgeweld te helpen. Daarbij richt men zich de laatste tijd ook op Afrikaanse en Aziatische landen.
Verdeeldheid, is een bron van veel kwaad; het wordt vooral veroorzaakt door etnisch-racistisch separatisme. Dit kan bestreden worden door te streven naar eenheid via verdraagzaamheid, tolerantie en dialoog. Juist religie moet daarbij verbindend zijn; spirituele mensen staan open voor het goddelijke en het humane, dat is liefde en menselijkheid. Dialoog tussen religies, culturen en beschavingen is essentieel.
Kanttekeningen
In een artikel in Trouw van 10 september 2016 plaatsen wetenschappers enige kritische kanttekeningen bij het op zich zo mooie gedachtegoed van de beweging. Over veel zaken zijn vragen te stellen, maar duidelijke antwoorden blijven uit, zo is de conclusie; het blijft ongrijpbaar en de grote man zelf, Gülen, is onbenaderbaar. De problemen worden ook veroorzaakt omdat de opvattingen en ambities nogal eens veranderden in de loop der jaren. De beweging wordt in het artikel vergeleken met een ui: er is een mooie glanzende buitenkant maar binnenin zitten ook rotte plekken. Van conservatief lijkt men opgeschoven naar de liberale kant, maar hoe echt dat is blijft duister. Bedenkelijk is ook de heersende hiërarchie met een charismatische leider (Gülen) aan het roer van een beweging die wereldwijd miljoenen aanhangers heeft en zonder meer sektarische trekken vertoont. Mondiaal is de Gülenbeweging zeker: tot in de verste uithoeken zijn organisaties en scholen eraan gelieerd. Er is een handelskantoor in China, een denktank in India, een eigen universiteit in Georgië en een leerstoel in Leuven.
De coup van 2016 en de gevolgen
In 2010 ontstond er dus een kloof tussen Gülen en Erdogan. Die werd verder verdiept door de protesten die in 2013 vanaf 28 mei plaatsvonden in heel Turkije, onder meer, in het begin, op het Taksimplein in Istanboel. De protesten waren gericht, tegen het volgens zijn tegenstanders autoritaire optreden van Erdogan en zijn partij. Het protest werd met geweld neergeslagen, met doden en duizenden gewonden en arrestaties als gevolg. Op 15 juli 2016 pleegde een deel van de legertop, dat de zogenaamde Vredesraad vormde, een staatsgreep – de zoveelste militaire coup in Turkije. Die mislukte, maar Erdoğan wees onmiddellijk degene aan die er achter zou zitten: Fethullah Gülen; hij vroeg de VS om diens uitlevering.
De Gülenbeweging na de coup
Gülen ontkende in alle toonaarden zijn betrokkenheid en die van zijn beweging bij de staatsgreep. Hij verklaarde sowieso tegenstander te zijn van een gewelddadige staatsgreep.
Uitlevering van Gülen door de VS lijkt anno 2016 nog steeds uitgesloten. Maatregelen tegen de coupplegers in Turkije volgden natuurlijk onmiddellijk. 104 soldaten die betrokken waren bij coupplegers sneuvelden tijdens de onderdrukking van de coup. Vele militairen werden gearresteerd en duizenden van hen ontslagen. Ook duizenden ambtenaren werden ontslagen of op non-actief gesteld. Op 16 augustus ’16 waren 40.000 mensen opgepakt waarvan een groot deel onderwijzers en leraren; meer dan de helft werd onder formeel arrest geplaatst. Later werden nog meer mensen ontslagen zodat het totaal op 79.000 kwam, terwijl meer dan 4000 bedrijven werden gesloten. Vanzelfsprekend heeft de verdenking connecties te hebben met de Gülenbeweging een belangrijke rol gespeeld.
Situatie in Nederland
Het Turkse conflict sloeg ook over naar Nederland en dat had gevolgen want ook in Nederland zijn vele Gülenaanhangers en organisaties, onder meer Turkse scholen, die gelieerd zijn aan de Gulenbeweging of daarvan door de aanhangers van Erdoğan verdacht worden. En die aanhangers vormen de meerderheid. Zo is de situatie ontstaan dat ook in Nederland twee Turkse groepen tegenover elkaar staan. Daarbij voelen de Gülenaanhangers zich bedreigd, wat er onder meer toe heeft geleid dat Turkse ouders hun kinderen van Turkse scholen halen die verdacht worden van betrokkenheid bij de Gülenbeweging – men vreest voor de veiligheid van de kinderen. Temeer omdat Turken opgeroepen worden hun landgenoten te melden die verdacht worden van betrokkenheid bij de beweging. Ondertussen heeft de Nederlandse regering haar bezorgdheid over en afkeuring van de ontstane situatie binnen de Nederlandse Turkse gemeenschap uitgesproken.