De voedingsbodem van terreurorganisatie Boko Haram
Het begrip 'islamitisch terrorisme' is sinds de aanslagen van 11 september 2001 in de VS geen onbekende meer. Dit is dan ook het geval in Nigeria, waar het extremistische geweld sinds 2009 de kop opsteekt in opdracht van de terreurorganisatie Boko Haram. De situatie van onrust en geweld veroorzaakt door Boko Haram is het resultaat van een viertal factoren; de economische marginalisatie, het falen van het Nigeriaanse bestuur, de aanwezigheid van extremistische operaties en de onmogelijkheid om de veiligheid te verzekeren.
Boko Haram en Nigeria
Terreurorganisatie Boko Haram
Al sinds 2009 wordt Nigeria geteisterd door de extremistische, islamitische groepering Boko Haram. Deze organisatie was oorspronkelijk niet terroristisch. Ze is pas het terroristische pad ingeslagen in 2009, nadat de oprichter van de Boko Haram-beweging, Mohammed Yusuf, stierf in gevangenschap door de politie. Het feitelijke terrorisme is dus slechts begonnen na de dood van de geestelijke leider Mohammed Yusuf. De terroristische acties van Boko Haram hebben meer al enorm veel levens gekost in Nigeria. Van 2009 tot 2016 waren er al meer dan 12.000 slachtoffers. Daarenboven zijn reeds honderdduizenden mensen gevlucht. Boko Haram is veeleer een reactie op de armoede en het slechte bestuur in Nigeria dan wereldwijd islamitisch terrorisme. Anno 2016 is de organisatie nog actief in Borno, Yobe en Adamawa. Men kan zich dus levendig voorstellen dat deze regio’s de laatste jaren niet meer veilig zijn, en dat de bevolking ook lijdt onder deze dreiging.
Verdeeldheid noord-zuid
Er heerst een verdeeldheid tussen het islamitische noorden en het christelijke zuiden. Het noorden is tevens gekant tegen het Westers educatieve systeem dat volgens hen falend is. Het zuiden daarentegen geniet van de voordelen van liberalisatie en van een diversiteit op vlak van waardevolle diensten. Een oplossing voor de mistoestand van Nigeria is volgens het noorden het streven naar een islamitische staat en de daarbij horende sharia-wetgeving.
Veiligheid in Nigeria
In Nigeria is er dus sprake van een lage subjectieve en objectieve veiligheid. Dit betekent dat er een potentiële kans is op bedreigingen en dat de vrees voor bedreigingen aanwezig is. Aangezien men duidelijk beseft dat het een probleemsituatie is, is een
gepast beleid mogelijk. Een oplossing vinden voor het verdeelde Nigeria is van vitaal belang voor het overleven van de staat. Nigeria wordt duidelijk geteisterd door drie van de vijf grote door de EU gestelde bedreigingen namelijk terrorisme, regionale conflicten en falende staten. De andere twee bedreigingen geformuleerd door de EU zijn de proliferatie van massavernietigingswapens en georganiseerde criminaliteit. Het veiligheidsbeleid van de EU wordt afgesteld op de bestrijding van deze gevaren.
Voedingsbodem van de terreur
Economische marginalisering
Allereerst is er de economische marginalisering. Wanneer men hierover spreekt moet men vooral naar de moslims in het noorden kijken, daar is er namelijk een grote armoede en onteigening. Men kan dus als het ware spreken tussen een ongelijkheid tussen noord en zuid. Het zuiden heeft kunnen profiteren van de liberalisering terwijl het noorden eerder uitgezogen werd. Wel belangrijk is het feit dat het hier niet om een globaal islamitisch terrorisme in samenwerking met andere terroristische groepen gaat, maar eerder over een Nigeriaans probleem met als basis armoede en een zwakke Nigeriaanse regering.
Noord-zuidverdeling
Bovendien kan men in Nigeria spreken van een heuse noord-zuidverdeling. Zowel op vlak van religie, als op vlak van armoede. In het noorden van het land heeft men een moslim-meerderheid, terwijl men in het zuiden een christen-meerderheid heeft. Het noorden heeft ook een groot probleem van analfabetisme, en dit uit zich dan ook op economisch vlak.
Scholing
Aangezien zoveel jongeren in het noorden ongeschoold zijn, raken ze moeilijk aan werk. Zelfs geschoolde moslims uit het noorden hebben het zeer moeilijk om werk te vinden. Dit fenomeen zorgt voor een grote neiging naar wraak tegen het mislukte westerse opleidingssysteem en ook voor woede tegen de afgestudeerde westerlingen die in hun land het werk komen inpikken. De werkloosheid bij jongeren resulteert in een groot percentage hangjongeren en het ontstaan van criminele jeugdbendes.
Het falen van de regering
Niet enkel de ongelijkheid en armoede zorgen ervoor dat dit conflict zo blijft aanslepen, ook de slechte reactie of passiviteit van de Nigeriaanse regering heeft hier een groot aandeel in. Zij heeft als het ware de opsplitsing noord-zuid niet proberen te voorkomen, integendeel, zij heeft deze opsplitsing nog groter gemaakt dan ervoor. Dit heeft voor radicalisering in het noorden gezorgd, gevolgd door een golf van religieuze intolerantie. Zoals reeds is aangehaald, is de rol van de regering hierin niet onbelangrijk. Het zwakke regeringsbeleid en bovendien de corruptie van de regering hebben ervoor gezorgd dat deze opsplitsing groter is dan ooit tevoren. Het oorspronkelijke doel van de Boko Haram-beweging was dan ook een protest tegen deze corruptie en slecht beleid. Het is pas later dat de beweging een terroristische ommekeer heeft gemaakt.
Extremistische operaties
De oorspronkelijke bedoeling was dus dat men mensen wilde overtuigen dat de regering corrupt was en dat mensen zich zouden aansluiten om te streven naar een regering gebaseerd op de Sharia. Na de dood van Yusuf kwam Boko Haram echter terug als een agressievere organisatie die vanaf 2010 onder leiding stond van Abubakar Shekau. Vanaf dan was er ook een beperkt contact met andere islamitische terroristische groeperingen, maar er was nog geen sprake van integratie in globale terroristische netwerken. Hieruit vloeide voort dat een groep zich afsplitste, Ansaru, omdat zij tegen het geweld, dat tegen de moslims gebruikt werd, waren. Het is ook onder Shekau dat het religieus radicalisme langzaam verdween door het gebruik van geweld, kidnappings, moord, …
Het falen in de veiligheidsvoorziening
Veiligheidsbeleid
Ook op het vlak van veiligheidsvoorziening faalt de regering. Zo zorgt het willekeurig doden van moslimjongeren uit het noorden, het arresteren van familie van Boko Haram-leden ervoor dat er geen samenwerking mogelijk is met het leger en dat er bovendien nog meer haat ontstaat tegenover de staat. Als Nigeria het gevoel van veiligheid wil verhogen, dan zal ze moeten streven naar
human security. Dit is een toestand waarbij mensen vrij zijn van trauma’s die hun ontwikkeling bedreigen. Men moet met andere woorden streven naar het verbannen van honger, ziekte en onderdrukking, evenals naar bescherming tegen externe factoren die het dagelijkse leven op negatieve wijze beïnvloeden. De staat kan haar ‘responsability to protect’-plicht niet nakomen om de veiligheid van haar onderdanen te waarborgen en daarom lijkt het aangewezen om de optie op een internationale interventie open te houden.
Militair beleid
Het gebrek aan een goed regeringsbeleid is ook duidelijk merkbaar op militair vlak. Het leger is onvoldoende opgeleid en uitgerust. Boko Haram deinst er niet voor terug om de mensenrechten te schenden, maar deze werden zeker in het verleden ook geschonden door het leger. Dit laatste zorgt voor wantrouwen in de goede werking van de staat en voor afschuw vanuit de bevolking. Indien de Staat het vertrouwen van de bevolking wil heroveren, zal ze moeten starten met een georganiseerde en gelegitimeerde manier van strijden tegen Boko Haram, teneinde de objectieve en subjectieve veiligheid te verhogen.