Islamitische Staat (IS) en het beleid van het Westen
Het Midden-Oosten is sinds het begin van de Arabische Lente een zeer onstabiele regio geworden, gekarakteriseerd door oorlog, aanslagen, opstanden, vluchtelingen en vele slachtoffers. Islamitische Staat (IS) heeft van deze instabiliteit gebruik gemaakt om gebieden te veroveren en op diverse plaatsen de sharia in te voeren, zo ook in grote delen Syrië. Het Westen heeft vanaf het begin van de oorlog in Syrië een terughoudende positie ingenomen omdat deze kwestie zeer gevoelig ligt. Na veel onenigheid en aanslagen op eigen gebied, werd er dan toch actie ondernomen tegen IS.
De 'soft power' van het Westen en Islamitische Staat (IS)
De manier waarop het Westen moet reageren op de dreiging van IS, is een delicaat onderwerp. Het gebruik van geweld ligt namelijk gevoelig, alsook het inzetten van eigen troepen die het gevaar lopen te sneuvelen in een oorlog die niet de hunne is. Er bestaat echter een andere aanpak: onderhandeling en het gebruik van soft power. De vraag is echter in hoeverre dit een optie is. De volgende vraag stelt zich op: in welke mate kan de ‘soft power’ van het Westen een organisatie zoals Islamitische Staat (IS) bemeesteren?
Islamitische Staat (IS)
IS is een jihadistische, fundamentalistische organisatie wiens eindobjectief een eigen staat is. Islamitische Staat streeft dus naar een kalifaat en is een fundamentalistische organisatie zowel op theologisch als op filosofisch en historisch vlak. Men beschouwt de Koran als onfeilbaar en ongeschapen. Aangezien IS zijn geloof als het enige ware geloof beschouwt, heeft het Westen niet veel invloed op hun doen en denken. Het is dus zeer moeilijk voor het Westen om de westerse denkpatronen aantrekkelijk te maken voor de leden van IS aangezien deze voor hen als onmogelijk en ongelovig worden beschouwd. Het Westen wordt door IS niet enkel als ongelovig gezien, maar ook als grote vijand.
Soft power
Alvorens in te gaan op de kern van de vraag is het uiterst belangrijk om de term ‘soft power’ te verklaren. Deze term is opgebouwd uit twee termen, namelijk: soft en power. Het gaat hier dus over een vorm van macht (power). Macht kan omschreven worden als het vermogen personen hun gedrag te beïnvloeden om te bekomen wat men wil, zijn wil/gedachtegoed op te leggen. Het verschil tussen macht en gezag vindt men in het feit dat gezag een vorm van macht is, gelegitimeerde macht als het ware. Het begrip ‘soft’ wijst op de afwezigheid van drukkingsmiddelen zoals bijvoorbeeld geweld en dreigementen (militair/economisch/ …). Soft power steunt op het vermogen om de keuzes en het gedrag van anderen te vormen naar zijn voorkeur en dit op een indirecte manier. We kunnen soft power dus definiëren als de macht van aantrekking, de macht om anderen te overtuigen door zichzelf en zijn ideeën aantrekkelijk te maken zonder gebruik te maken van geweld, dreigementen of andere stimulansen of drukkingsmiddelen. Men laat de ander dus geloven dat de beoogde doeleinden legitiem zijn.
Deze vorm van macht wordt door het Westen frequent gebruikt aangezien het de liberale visie ondersteunt. Het Westen gelooft dat democratie de weg is naar een vreedzame samenleving. De verspreiding van democratie draagt dus bij tot een goede internationale samenwerking en diplomatieke, vredevolle oplossingen voor conflicten. Dit alles staat echter haaks op de visie van een organisatie zoals Islamitische Staat (IS).
Gebruik van soft power door het Westen
Het lijkt dus zeer onwaarschijnlijk en moeilijk om via soft power Islamitische Staat te bemeesteren. Daarenboven komt dat de inmenging van het Westen in het Midden-Oosten de soft power van IS vergroot en dit vooral op het vlak van rekrutering. Het is echter wel mogelijk dat men via soft power van het Westen deze rekrutering kan tegengaan, vooral op eigen grondgebied. De moslims die richting conflictgebieden trekken om er te gaan vechten in naam van IS, vormen namelijk een belangrijk onderdeel van de strijdkrachten. Het Westen kan zijn soft power aanwenden om dit minder aantrekkelijk te maken door bijvoorbeeld de gruweldaden van IS tegen het ‘eigen volk’ en de contradicties met de islam te benadrukken. Men zal echter zowel soft power als hard power nodig hebben om IS een halt toe te kunnen roepen.
Onderhandeling met IS?
Een onderhandelde oplossing met IS is vrijwel ondenkbaar of zelfs onmogelijk. Islamitische Staat wil niet onderhandelen met het Westen omdat de westerse denkpatronen haaks staan op hun visie en ze deze zelfs bestrijden. Vanuit het standpunt van IS heeft het Westen niets te bieden. Zelfs als men (puur hypothetisch) zou toestaan dat IS zijn regime uitoefent in een bepaald gebied, zou dit geen vreedzame oplossing opleveren aangezien IS streeft naar een eigen staat en niet gelooft in seculier bepaalde grenzen. Buiten het feit dat IS niet bereid is tot onderhandelen, is het ethisch ondenkbaar dat men toegevingen zou doen aan een organisatie die symbool staat voor terrorisme en niet van plan is te stoppen met het plegen van misdaden tegen de rechten van de mens. Sinds de oprichting van de organisatie, begaat IS op dagelijkse basis gruweldaden en oorlogsmisdaden en dit niet enkel op de ‘ongelovigen’, maar ook op iedereen die hen ook maar iets in de weg staat of weigert de organisatie en het geloof te dienen. Onthoofding, verkrachting, bomaanslagen, slavenhandel en executies zijn maar enkele voorbeelden van de gruweldaden. IS staat voor alles wat het Westen met het internationaal recht probeert te bestrijden. Onderhandelen met dit soort van terreurorganisatie lijkt dus ondenkbaar vanuit een westers standpunt.
Samenwerking met het Syrische regime
Moet men samenwerken met het Syrische regime, zoals met het Irakees regime om IS uit te schakelen? Dit is geen gemakkelijke vraag. Om hier een antwoord op te kunnen bieden, is het noodzakelijk om een verschil te maken tussen het Irakees en Syrisch regime.
Het Irakees regime
Allereerst is het belangrijk om te vermelden dat het Irakees regime zelf om hulp heeft gevraagd in de strijd tegen de fundamentalistische bewegingen. Er is dus een VN-mandaat om als internationale macht op te treden in Irak. Men kan tevens stellen dat het Westen deels verantwoordelijk is voor de actuele chaos in Irak. Na het uitschakelen van het Hoessein-regime in 2003, is het land in een instabiele situatie terecht gekomen wat een voedingsbodem was voor fundamentalisme. Het Westen heeft echter ook gedurende lange tijd geïnvesteerd om democratische waarden en stabiliteit te installeren in Irak (peacekeeping en nation-building!).
Het Syrisch regime
Het regime van Assad (president van Syrië) heeft echter geen hulp gevraagd aan het Westen om samen te werken. Er is dus geen VN-mandaat om mee op te treden in Syrië. Het is belangrijk te vermelden dat de oorlog in Syrië ontstaan is als burgeroorlog. In 2011 begon deze oorlog met protesten en opstanden (Arabische Lente). De burgers kwamen namelijk in opstand tegen het regime van Assad. Sindsdien beheerst deze oorlog heel Syrië en heeft het regime van Assad reeds veel oorlogsmisdaden op haar naam staan (chemische wapens, executies, …) en deinst er niet voor terug om haar eigen burgerbevolking aan te vallen (snipers, bombardementen, …). IS kwam op het toneel in 2014 en heeft van de instabiliteit misbruik gemaakt om zijn extremistische gedachtegoed te verspreiden en zich in de strijd te mengen om terrein en invloed te winnen. Het Westen staat dus voor een zeer moeilijke keuze. Indien men het regime van Assad steunt, bestrijdt men ook de Syrische rebellen die in opstand zijn gekomen tegen het wanbeleid van Assad en de burgerrechten verdedigen. Dit zou ook niet logisch zijn aangezien het Westen Assad reeds meerdere malen heeft veroordeeld vanwege begane oorlogsmisdaden. Indien men wel samenwerkt, zou IS waarschijnlijk beter en sneller teruggedrongen kunnen worden. Steunt men het regime van Assad niet, bestaat de kans dat IS aan terrein en invloed wint. Men zou ook de rebellen kunnen steunen (financieel/wapenlevering/ …), maar de kans bestaat dat zich dit tegen het Westen zou kunnen keren aangezien IS diep in de rangen van de rebellen is gedrongen. De VN wou eerder optreden tegen Assad, maar vanwege een veto van China en Rusland (bondgenoten Syrië) is dit niet doorgegaan.
Verdeeldheid in de VN
Anno 2016 is de VN nog steeds in twee groepen opgedeeld aangaande het optreden in Syrië. De eerste groep wil eerst een einde brengen aan het Assad-regime om daarna IS te bestrijden. De tweede groep wil eerst IS bestrijden en sluit een eventuele samenwerking met het regime van Assad niet uit omdat men de strijd tegen fundamentalisme als prioriteit beschouwt. Het Westen staat dus voor een enorm dilemma. Naar westers standpunt is een samenwerking met het Assad-regime niet echt mogelijk omdat men niet in staat is doelgericht IS te bestrijden en men waarschijnlijk ook de Syrische rebellen uitschakelt, die in eerste instantie opkwamen voor burgerrechten. Men kan immers ook geen vrijgeleide geven voor latere sancties vanwege de vele begane oorlogsmisdaden van Assad. Niets doen is echter ook geen oplossing want de bevolking van Syrië lijdt enorm onder zowel de terreur van de IS als de oorlog. Men zal de afweging moeten maken waar men de prioriteiten legt.
Bereidheid Iran omtrent verdeling van de macht in Irak en Syrië
De relatie tussen de soennieten en sjiieten verloopt zeer moeilijk. De vraag of Iran bereid is om een verdeling van de macht (soennieten-sjiieten) te steunen in Irak en Syrië is zeer delicaat. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is het noodzakelijk om de achtergrond van Iran en het verschil tussen soennieten en sjiieten te bestuderen.
Soennieten en sjiieten in Iran
Iran is een sjiitisch land, dit in tegenstelling tot de strijders van IS die soennitisch zijn. De Sjiieten geloven dat Ali (neef en schoonzoon van de profeet Mohammed) de rechtmatige opvolger van Mohammed is en niet de kaliefen zoals de soennieten geloven. Deze breuklijn tussen de twee fracties heeft gezorgd voor de vijandigheid en onenigheid die heerst tussen de sjiieten en de soennieten. Aangezien IS vanaf 2015 stevig oprukte in zowel Syrië als Irak, kwam de veiligheid van Iran in gevaar, des te meer omdat de IS enkel bekering tot de soennitische visie of de dood als alternatief biedt voor de sjiitische visie. Dit is één van de redenen waarom Iran het eerste land was dat het Irakees regime steunde in de strijd tegen de fundamentalistische organisaties. Iran deed dit niet enkel met woorden, maar ook met daden in de vorm van het leveren van wapens, strategische bombardementen op stellingen van IS alsook met het ter beschikking stellen van hun militaire adviseurs.
Samenwerking met het Westen
Een samenwerking met het Westen op dit vlak is anno 2016 echter nog lang niet aan de orde aangezien Iran niet Westers gezind is en het Westen mee verantwoordelijk acht voor de actuele situatie in het Midden-Oosten. Theoretisch gezien neemt Iran voornamelijk een realistische houding aan omdat ze bekommerd is om de veiligheid en overleving van de staat. Als een verdeling van de macht in Irak en Syrië dit zou bewerkstelligen en haar belangen als soevereine staat niet schaadt, bestaat de mogelijkheid dat Iran hiertoe bereid is. Een kanttekening die hier echter bij gemaakt moet worden is het feit dat Iran belang heeft bij een meerderheid aan sjiitische macht in Irak en Syrië aangezien het land zelf sjiitisch is en zo eventuele bondgenoten krijgt/behoudt. Als er niet langer een bedreiging is van de oprukkende IS-strijders, lijkt het vrij onwaarschijnlijk dat Iran uit zichzelf toenadering zal zoeken naar deze twee landen en de machtsverdeling tussen sjiieten en soennieten zou steunen aangezien het Westen in beide landen reeds intervenieert en na de oorlog/strijd liefst democratische waarden installeert om een goede samenwerking te bekomen later. Zeker in het geval van Syrië zou Iran met de val van het Assad-regime (sjiitische minderheid die soennitische meerderheid domineert) een bondgenoot verliezen. Het zou dus in tegenstelling tot de situatie in 2016 niet gebaat zijn bij een verdeling van de macht in Syrië. Ook in Irak is na de val van Saddam Hoessein een sjiitische regering aan de macht die min of meer gesteund wordt door Iran. De situatie in 2016 is voor Iran dus beter dan een herverdeling van de macht, maar het oprukkende gevaar van de soennitische IS-strijders kan misschien wel de doorslag hierin geven om zichzelf te beschermen.