Transmigratie in Indonesië
Indonesië is een eilandenrijk, met een aantal overbevolkte eilanden en met eilanden waarnauwelijks mensen wonen. Met dit in het achterhoofd begonnen de Nederlanders al in de negentiende eeuw met iets dat Transmigratie werd genoemd: Het overbrengen van mensen van de overbevolkte eilanden (zodat daar de bevolkingsdruk minder zou worden) naar minder dichtbevolkte plekken (die dan snel verder ontwikkeld konden worden). Het idee werd overgenomen door de Indonesische regering na de onafhankelijkheid maar is een plan met enorme haken en ogen. Met de transmigratie vond in Indonesië een van de grootste volksverhuizingen ter wereld plaats.
Nederlanders en Transmigratie
Het waren de Nederlanders die transmigratie (
transmigrasi in het Indonesisch) bedachten om zo de bevolkingsdruk en armoede op met name Java te verlichten. Daarnaast zouden hardwerkende armen op deze manier een kans krijgen om zich op te werken en kon er beter gebruik worden gemaakt van de natuurlijke hulpbronnen op diverse eilanden die tot dat moment min of meer ongebruikt lagen. Er werd met transmigratie begonnen door de Nederlanders in het begin van de negentiende eeuw. De eerste Javanen vertrokken in die periode naar Sumatra om daar op plantages te werken. In 1929 was het plan op zijn hoogtepunt en werden 260.000 mensen naar Sumatra gebracht, grotendeels Javanen. Deze mensen hadden een zogenaamd '
koelie-contract' ondertekend, waar ze later nauwelijks onderuit konden. De sterfte onder deze koelies was hoog en de omstandigheden waarin ze leefden en werkten was slecht.
Transmigratie na de Onafhankelijkheid
Na de onafhankelijkheid van 1949 zette Indonesië het Transmigratie-programma voort en breidde het zelfs uit. Het programma bereikte een hoogtepunt in de jaren 1979 tot 1984 toen bijna 2.5 miljoen mensen verhuisden als gevolg van transmigratie. De Wereldbank en veel Westerse landen steunden het beleid van president Suharto, vanwege diens anti-communistische opstelling. In 1998 werd Suharto uit de macht ontzet en het transmigrantie-beleid kwam op een lager pitje te staan. Momenteel worden er jaarlijks zo'n 15.000 families (zo'n 60.000 mensen) naar nieuwe gebieden gestuurd.
Doelen van Transmigratie
Belangrijke doelen van het programma waren om met name op Java (waar zo'n 100 miljoen mensen van de totale 185 miljoen wonen, op 7% van het grondgebied van Indonesië), maar ook Bali en Madoera, de bevolkingsdruk te verminderen en de bevolking evenwichtiger over het land te verdelen. Door middel van land zou daarbij de armoede terug gedrongen worden en zouden de natuurlijke hulpbronnen beter worden gebruikt, die op veel eilanden nauwelijks gebruikt werden. Ook was er de hoop dat de nationale identiteit versterkt zou worden, doordat diverse bevolkingsgroepen meer vermengd zouden raken, waardoor de regionale identiteit minder belangrijk zou worden. Het motto van de Indonesische overheid was daarbij dat er geen 'inheemse groepen' bestonden, omdat vrijwel alle Indonesiërs inheems zijn (Chinezen vormden hierbij lange tijd een uitzondering). Elk gezin kreeg een huis, een stuk land en middelen om een periode te overleven en het land in cultuur te brengen. De planners verwachtten dat de gezinnen in elk geval rond zouden kunnen komen van hetgeen ze verbouwden, maar de opbrengst bleek vaak lager dan verwacht. Voor de migranten zelf waren een eigen woning, onderwijs en gezondheidszorg belangrijke motieven om te migreren naast het stuk land dat ze kregen toebedeeld.
Transmigratie: De Controverse
Transmigratie heeft grote controverses en problemen opgeroepen. Indonesië bezit een groot deel van het overgebleven tropisch regenwoud op aarde, waarvan zo'n 10% op de meer afgelegen eilanden. De grond van veel eilanden bleek niet bestand tegen het geweld van de nieuwe migranten, de Javaanse en Balinese bodem is veel productiever dan die van de meeste andere eilanden, die al snel uitgeput raakte. Daarbij waren veel van de migranten geen ervaren boeren, maar mensen die van oorsprong geen grond bezaten en weinig ervaring hadden met het in cultuur brengen van nieuw land. Hiermee samen hangt het probleem van overbegrazing en uitputting van tropische wouden en grond, wat tot ontbossing leidde in veel streken.
In veel gebieden wordt transmigratie als een poging gezien om de rest van Indonesië te '
Javaniseren' en te '
Islamiseren', wat heeft geleid tot grote problemen bij de oorspronkelijke bevolking op diverse eilanden. De lokale mensen zien het als een poging om de economische en politieke controle over hun gebied te vergroten, door middel van mensen uit met name Java, die loyaler staan tegenover de regering dan de lokale bevolking. De inheemse volkeren uit de gebieden, zoals de
Dayak van Kalimantan, hebben problemen met de manier waarop de overheid omgaat met hun traditionele manier van leven en hun rechten op land. Met name op Kalimantan en Papua heeft transmigratie tot heftige conflicten geleid, de Dayak van Kalimantan kwamen in opstand tegen de Madoerese migranten, waarbij tientallen doden vielen en veel migranten op de vlucht sloegen. Op Sumatra heeft transmigratie een bevolking van meer dan 15.5 miljoen migranten plus hun nakomelingen opgeleverd, op Kalimantan meer dan 2.5 miljoen en op Papua en West Papua meer dan een miljoen mensen.