Syrië in oorlog
Sinds maart 2011 is het onrustig in Syrië. In het begin waren er (vreedzame) demonstraties, nu is er een burgeroorlog. Hoe is het zover gekomen? Hier zijn de grote gebeurtenissen in Syrië op een rijtje.
Arabische lente
De Arabische lente begon in Tunesië, in december 2010. Vanuit Tunesië trokken de opstanden als een golf over de rest van de Arabische wereld. De landen werden vaak geregeerd door een sterke leider, die de bevolking onderdrukte of strak in de hand hield. Dit is de aanleiding voor de revolutie: het volk komt in opstand tegen zijn (corrupte) leider, tegen het feit dat verkiezingen worden beïnvloed en de bevolking geen invloed heeft op de politiek. In Syrië begonnen de opstanden in 15 maart 2011.
Assad
Bashar al-Assad is de president van Syrië. Officieel zijn er in Syrië verkiezingen voor een president, maar Assad volgde zijn vader op, die voor hem 29 jaar president van Syrië was geweest. Na de dood van zijn vader in 2000 werd Assad president. Hij werd herkozen in 2007. Allebei de keren waren er verkiezingen, maar had Assad geen tegenkandidaat. Oppositiepartijen zijn verboden in Syrië. Tot februari 2011 gold er een verbod op Facebook en Twitter.
Opstanden
De opstanden in Syrië begonnen 15 maart 2011. Het begon met een demonstratie van ongeveer 40 mensen tegen Assad. De demonstratie vond plaats in de hoofdstad van Syrië, Damascus. Eerst werden de demonstranten nog met rust gelaten door de veiligheidsdienst. Assad maakte zich niet zo'n zorgen; hij zei dat Syrië veel stabieler is en een veel betere economie had dan de andere landen waar er grote opstanden waren. Hij dacht dat de opstandelingen geen enkele kans hadden. De opstand werd alsnog gewelddadig toen Assad-aanhangers met de demonstranten begonnen te vechten. Twee dagen later was er weer een demonstratie in Damascus. Deze keer deden er 150 mensen mee. Dit keer trad de politie wel op en arresteerde 35 mensen. De demonstraties slaan nu ook over op andere steden, vooral naar Daraa, een stad 100 km van Damascus. Bij een demonstratie op 22 maart vallen daar 6 doden. Bij de begrafenis van de doden wordt er opnieuw geprotesteerd, nu liepen er 20.000 mensen mee. De regering zegt nu misschien hervormingen te willen doorvoeren, om verdere protesten te voorkomen. Bij nieuwe demonstraties treedt tegelijkertijd het leger sterker op en schiet mensen dood. Op 25 maart laat de regering 200 gevangenen vrij, om de betogers rustig te houden. Dit helpt niet; een dag later steken demonstranten een politiebureau en een regeringskantoor in brand. Het geweld wordt heviger en er wordt nu in 8 steden gedemonstreerd.
Complot
Op 28 maart 2011 wordt er aangekondigd dat Assad een belangrijke toespraak gaat houden. Als reactie hierop beginnen ook Assad aanhangers te demonstraties te houden: 10000 mensen gingen voor hem de straat op. In zijn toespraak beloofde Assad hervormingen, maar zei niet wat hij zou gaan veranderen. Verder zei hij dat de demonstraties een complot waren van mensen die Syrië wilden vernietigen. Hij ontkende dat hij politie opdracht had gegeven om geweld te gebruiken.
Meer doden
In april 2011 gaan de opstanden door. Er vallen steeds meer doden bij protesten. Aan de andere kant blijft Assad proberen de demonstranten rustig te stemmen door betogers die eerder zijn opgepakt weer vrij te laten. Inmiddels houden de protesten al een maand aan. Op 21 april heft Assad de noodtoestand op. De noodtoestand heerste sinds 1963, en hield in dat oppositiepartijen verboden waren. Deze regel werd ingevoerd door de vader van Assad, nadat hij aan de macht gekomen was. Hij heft de noodopstand op om een eind te maken an de protesten, maar dit helpt niet. Demonstraties blijven doorgaan en worden steeds bloediger. Eind april begint er ook protest te komen vanuit de partij van Assad zelf. 200 partijleden zegden hun lidmaatschap op. Ook het leger raakt verdeeld. Bij een demonstratie wil een deel de burgers beschieten, terwijl een ander deel ze wil beschermen. Het leger begint onderling te vechten. De volgende vier maanden blijven de demonstraties toenemen en het leger blijft steeds harder optreden. Eind augustus 2011 eisen de EU en de VS dat Assad aftreedt. Assad wil niet aftreden, maar belooft het leger niet meer in te zetten. Binnen twee dagen breekt hij zijn belofte al. Assad zegt dat hij de situatie nog steeds onder controle heeft. In november keert ook de Arabische Liga zich tegen Assad en zegt dat hij af moet treden. Dit weigert Assad. Hierop wordt Syrië geschorst door de Arabische Liga.
Mensenrechten
Eind november komen er signalen dat er kinderen worden gemarteld. Het leger pakt jongens op en martelt en verminkt ze. Ook verdwijnen mensen die zijn opgepakt, zonder dat ze een proces hebben gehad. Op 1 december meldt de VN dat er 4000 doden zijn gevallen, sinds het begin van de opstanden. Er blijven doden vallen. Syrië laat nu wel internationale waarnemers toe, maar zij mogen allen met hun begeleiders meelopen en niet zelf op plekken gaan kijken. Op 28 januari 2012 gaan de waarnemers weer weg, omdat het geweld blijft doorgaan en ze niet veilig zijn.
Oorlog
Er heeft zich inmiddels een groep gevormd die zich het Vrij Syrische Leger noemt. Deze groep bestaat uit opstandelingen en deserteurs van Assads regime. De groep pleegt verschillende aanslagen, zoals in Aleppo, op 10 februari 2012 en vecht in Homs.
De gevechten gaan door. Er komen ook steeds meer beelden van martelingen en doden. Op 27 maart 2012 stemt Assad in met het vredesplan van de EU en de Arabische Liga. Drie dagen later kondigt het Vrij Syrische Leger aan te stoppen met geweld als het leger van Assad zijn tanks terugtrekt. Een oplossing lijkt dichterbij. Op 11 april blijkt dat het leger zich niet houdt aan het vredesplan: ze trekken zich niet terug uit bezette steden. Eén dag gaat de wapenstilstand goed, maar op 14 maart bombardeert het leger de stad Homs. Gevechten gaan de hele zomer en herfst door, en EU-landen gaan steeds strengere sancties aan Syrië opleggen. Op 30 november 2012 legt de regering het internet plakt, zodat Syriërs niet meer met de rest van de wereld kunnen communiceren. Er zijn al een half miljoen Syriërs gevlucht naar buurlanden zoals Jordanië, Turkije, Irak en landen in Noord-Afrika.
2013
Op 6 januari 2013 houdt Assad weer een toespraak. Hij houdt nog steeds vol dat de rebellenlegers uit buitenlanders bestaan, die Syrië willen vernietigen. De gevechten blijven doorgaan. Ook jongeren uit Nederland gaan nu naar Syrië toe om tegen Assad te vechten. Zij sluiten zich aan bij radicale moslimgroepen. Op 19 februari 2013 heeft het leger een raketaanval tegen Aleppo uitgevoerd, wat op een bloedbad uitliep. Op dezelfde dag zijn er ook granaten gegooid naar het paleis van Assad. Alleen de muur van het paleis raakte beschadigd. Twee nieuwe granaten ontploften op 20 februari in een voetbalstadion in Damascus. Een voetballer overleed.
© 2013 - 2024 Else1, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
De Syrisch Arabische RepubliekSyrië in haar huidige vorm ontstond pas na de Eerste Wereldoorlog met de komst van de Fransen. In dit artikel een kort o…
Bezoek aan AuschwitzBijna iedereen weet wel wat er gebeurd is in Auschwitz en het is een feit dat het één van de gruwelijkste plekken op aar…
Neemt China de wereld over?Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er drie landen geweest die werden aangeduid als supermachten, de Sovjet Unie, het Brit…
Bronnen en referenties
- http://nos.nl/dossier/215542-arabische-lente/thema/syrie/
- http://www.nu.nl/onrust-midden-oosten/3234679/raketaanval-syrische-stad-aleppo.html