Karl Marx en Max Weber, religie en het kapitalisme
Max Weber (Erfurt, 21 april 1864 – München, 14 juni 1920) was een Duitse socioloog. Hij geldt als een van de grondleggers van de sociologie. Hij analyseerde de wereld vanuit de concepten 'verstehen' en ideaaltypen. Karl Marx (Trier, 5 mei 1818 – Londen, 14 maart 1883) was een Duitse filosoof die het zogenaamde historisch materialisme vertegenwoordigde. Beiden waren zij geinteresseerd in de genealogie van het kapitalisme. Hun verschillende benaderingen worden in dit artikel met elkaar vergeken.
Marx en Weber waren beiden geinteresseerd in veranderingen in de samenleving. Zij leefden in een tijd van voortgaande industrialisatie waarin het kapitalisme zich steeds dieper wortelde. Ze waren het er over eens dat het kapitalisme zou leiden tot een teloorgang van persoonlijke relaties ten bate van een abstract systeem. Zij gebruikten hiervoor de termen
entzaubering (Weber) en
vervreemding (Marx). Zij verschillen echter in hun opvattingen over het ontstaan van het kapitalisme, de genealogie:
Karl Marx
Gedreven door materialistische omstandigheden als technische innovaties en landtekort ontstond volgens Marx een onderklasse van vrije arbeiders die afhankelijk werd van de bourgeoisie, de klasse die de productiemiddelen in handen heeft. Inherent aan deze afhankelijkheid is volgens Marx conflict. Dit conflict tussen verschillende klassen in de samenleving is volgens Marx de drijvende kracht achter verandering van de maatschappij. Het conflict zal uiteindelijk leiden tot de val van het kapitalistische systeem en zorgen voor een universele omwenteling naar het communisme. Dit conflict, en de val, zit al ingebed in de productieverhoudingen van het kapitalistische systeem. Het is dus de structuur die bepalend is volgens Marx. Zowel voor het ontstaan als voor de val van het kapitalisme.
Max Weber
Weber draaide deze oorzaak-gevolg theorie van Marx om. Hij was niet geinteresseerd in conflict tussen klassen. Hij richtte zich meer op de sociale verhoudingen bínnen een klasse en hoe hun handelen de geschiedenis beïnvloedt. Weber hecht daarmee meer waarde aan
agency (menselijk handelen) dan Marx. Hij ging er vanuit dat mensen betekenis geven aan hun handelen en dat die betekenis hun handelen ook beïnvloedt. Hoe mensen de wereld begrijpen bepaalt dus hoe zij hun samenleving invullen en veranderen.
Weber zag hierin vooral een rol weg gelegd voor religie. Weber heeft deze theorie uitgebreid beschreven in zijn beroemde boek
Die protestantische Ethik und der Geist des Kapitalismus (1905). Zo heeft het protestantisme er volgens Weber toe geleid dat mensen een bepaalde betekenis gaven aan werk en geld. Door hard werken en weinig geld uitgeven hoopte men de predestinatie te omzeilen en een plaatsje in de hemel te bemachtigen. Deze arbeidsethos leidt bijna automatisch tot de accumulatie van kapitaal.
Bij deze redenatie ging Weber uit van een ideaaltype van het protestantisme en het kapitalisme. Ideaaltypen zijn overdreven generalisaties waaraan de werkelijkheid getoetst kan worden. Vanuit deze ideaaltypen redeneerde Weber historische ontwikkelingen terug.
Conclusie
Net als Marx had Weber een dyachronistische benadering en door zijn gebruik van ideaaltypen ook net als Marx een zeker universalisme. In tegenstelling tot Marx ging Weber echter niet uit van een door materialisme gedreven ontwikkeling maar juist van een idealistische drijfveer. De spirit of capitalism, het denken, bepaalt het handelen en dus het ontstaan van het kapitalistische systeem.
Tekenent voor hun verschillende opvattingen, zag Marx religie juist als niets meer dan een “false consciousness”, een zoethoudertje opgelegd door de bourgeois om de onrechtvaardige arbeidsverhoudingen te verhullen en in stand te houden.