Aristoteles' Poetica: waar is kunst goed voor?
'Poetica' is een van de bekendste werken van de Griekse filosoof Aristoteles. Hij geeft hierin zijn mening over poëzie, een begrip dat in Aristoteles' tijd breder was dan het nu is. Waar Plato niet zoveel goede woorden over had voor kunst, ziet Aristoteles wel degelijk het belang ervan. Zo kan je het boek dus ook interpreteren als een antwoord op Plato. Wat zijn de belangrijkste dingen die Aristoteles te zeggen heeft over kunst, de tragedie en wat deze kan doen voor mensen in 'Poetica'?
Wat is kunst?
Volgens Aristoteles
is kunst imitatie of representatie, in het Grieks 'mimêseis'. Dit betekent dat men in zowel schilderijen als gedichten in feite de werkelijkheid nabootst. Ook Plato vond dat kunst imitatie was, maar voor hem was dit iets erg kwalijks, kunst hoort dan ook
niet in zijn ideale staat thuis. In het werk
Poetica heeft Aristoteles het natuurlijk voornamelijk over poëzie. Dat was in zijn tijd een breder begrip dan het nu is. De kunstvormen die onder poëzie vallen zijn de epiek, tragedie, komedie, lofzangen en bepaalde soorten muziek. Volgens Aristoteles houden wij van kunst omdat wij een natuurlijke neiging hebben tot het houden van imitatie, mimêseis.
Kunstvormen
Aristoteles' onderscheid tussen de kunsten wordt bepaald door drie eigenschappen van kunstvormen. Deze zijn de media, de objecten en de modus. Kunstvormen bevatten altijd deze drie aspecten, en de verschillen erin bepalen over welke vorm we praten.
Media
De media zijn de dingen waar de kunstenaars mee werken, waar de kunst uit opgebouwd is. De drie media van de mimêseis zijn ritme, spraak en harmonie. Verschillende combinaties van deze media zijn mogelijk. Zo zijn harmonie en ritme samen instrumentale muziek, en is harmonie op zichzelf dans. Tragedie is juist een combinatie van alle drie de media.
Objecten
De objecten van mimêseis zijn wie of wat er nagemaakt of nagedaan worden. Vaak zijn dit mensen. In poëzie is het relevant hoe mensen worden afgebeeld. De enige manier waarop mensen in karakter verschillen, is volgens Aristoteles, door een verschil in goedheid. Sommige schrijvers geven mensen 'beter' weer dan ze in werkelijkheid zijn en anderen juist slechter. Dit is erg relevant voor de manier waarop mensen op de kunst zullen reageren, welke invloed de kunst op ze zal hebben.
Modus
De modus is de manier van weergave van de kunst. Je kan immers hetzelfde verhaal vertellen of weergeven op verschillende manieren, zelfs als je met dezelfde media werkt. Zo kan er bijvoorbeeld een verteller aan het woord zijn, of de persoon die het verhaal beleeft vertelt, of alle personages in het verhaal spreken zelf. Dit zijn de verschillende modi die er in de poëzie bestaan.
Tragedie
De tragedie is een erg complete vorm van mimêseis. Alle drie de media worden gebruikt, de spraak is dramatisch in plaats van vertellend en er wordt veel aandacht geschonken aan het opwekken van de emoties. Deze emoties, angst en medelijden, zorgen uiteindelijk voor 'katharsis'. Dit is een soort zuivering van de emotie, mensen leren door tragedie hoe ze met emoties om moeten gaan.
Onderdelen van de tragedie
De tragedie bestaat uit zes onderdelen. Deze zijn spektakel, woordexpressie, songwriting, plot, karakters en intellect. Woordexpressie en songwriting zijn beiden onderdeel van de media en spektakel is de modus van de tragedie. De andere drie zijn alledrie objecten. Zo is er de mimêseis van een actie, dat is het plot, de mimêseis van de karakters van de mensen en de mimêseis van hun intellect. Het plot is het belangrijkste onderdeel van de tragedie, want de tragedie ís de mimêseis van een actie. Hier zijn dan vaak in de tweede plaats ook mimêseis van karakters of intelligentie voor nodig. Het spektakel is het minst belangrijke deel van de tragedie, want dit heeft het minst te maken met de kunst. Het is er vooral om mensen te trekken.
Ordening van het plot
Hoe moet een tragedie geordend worden? De tragedie is de mimêseis van een actie, en die bestaat uit drie delen. De tragedie bestaat uit dezelfde drie delen, een begin, een midden en een eind. Het begin is geen gevolg, maar heeft gevolgen. Het eind is een gevolg, maar heeft geen gevolgen. Het midden is zowel een gevolg als dat het gevolgen heeft. Naast deze indeling moet ook gelet worden op de totale grootte van het plot. Met een te klein plot kan niet veel verteld worden en een te groot verhaal is niet te volgen. Het is belangrijk dat er eenheid is in een stuk, een tragedie gaat dan ook over precies één actie, niet meer of minder dan dat.
Bijzondere elementen
Er zijn twee soorten verhalen, simpele en complexe. De simpele verhalen bevatten één lijn die vanaf het begin van het verhaal dezelfde kant op gaat als aan het eind. Een complex plot bevat juist een plottwist, door Plato 'peripeteia' genoemd. Hierbij nemen de gebeurtenissen plotseling een andere wending, en dit volgt logisch gezien uit het plot. Hierbij komt vaak herkenning kijken, er is een realisatie bij een of meerdere personages van hoe de dingen werkelijk zijn. Dit kan zorgen voor de peripeteia. Dan is er nog 'pathos', het lijden dat weergegeven wordt in de vorm van verwoesting, dood of pijn. De peripeteia, herkenning en het pathos zorgen samen voor het opwekken van de emoties angst en medelijden, precies waar een tragedie voor is.
Geschikte verhalen
Welke verhalen zijn er nu geschikt om in tragedies te gebruiken? Nu hoeft er ten eerste geen verhaal verteld te worden, precies zoals het in werkelijkheid heeft plaatsgevonden. De kunstenaar hoeft niet te vertellen wat er precies gebeurd is, maar het soort ding dat gebeurde, wat er had kunnen gebeuren. Dit is het verschil tussen een poëet en een geschiedkundige, naast de vorm waarin ze schrijven. Hierin lijkt tragedie ook wat op filosofie, er worden algemene beweringen gedaan in plaats van specifieke. Het is ook erg belangrijk dat hetgene wat gebeurt in een tragedie, logisch volgt uit het voorgaande. Het moeten geen toevallige gebeurtenissen zijn. Verder moet een verhaal gaan over een goede persoon, die per ongeluk in de problemen komt door onwetendheid. Alleen met goede personen kunnen mensen immers medelijden hebben, en angst ontstaat alleen als er een kans is dat het publiek hetzelfde overkomt als de personages. Dit kan met onwetendheid dus goed. Als laatste is het natuurlijk het belangrijkst dat het verhaal zo is opgebouwd dat het meteen de toeschouwer raakt. Alleen door het plot zou men al ontroerd moeten worden, dan is er sprake van een geschikt verhaal. Het spektakel versterkt dit effect, maar het zou niet nodig moeten zijn.
Doel van de kunst
Het doel van de kunst is voor Aristoteles dus het raken van mensen met angst en medelijden en het daarmee voor katharsis zorgen. Zo leren de mensen met hun emoties om te gaan, en dit maakt ze tot betere mensen. Waar Plato niet ziet waar kunst goed voor is, en vraagt om redenen daarvoor, geeft Aristoteles een antwoord. Kunst kan mensen betere mensen maken, maar het moet wel goede kunst zijn.
Lees verder