Het genie in iedereen

Immanuel Kant is een bekend filosoof met veel metafysische ideeën en ook ideeën over kunst, die leefde van 1724 tot 1804. Volgens Kant kan kunst alleen gemaakt worden door een kunstenaar die genie is. Wat het genie doet maakt van een werk een kunstwerk. Het voegt iets toe aan het werk, iets origineels, iets wat niet rationeel te begrijpen is. Het genie wordt ook gebruikt voor de begaafdheid van de kunstenaar, van het genie. Het genie is aangeboren in bepaalde mensen, niet iedereen kan een genie zijn. Het genie is namelijk niet aan te leren, omdat het niet te begrijpen is. Maar waarom denkt Kant eigenlijk dat niet iedereen het genie in zich heeft? Waarom kunnen we niet allemaal een genie zijn?

Aan te leren?

Ten eerste, het feit dat iets niet te begrijpen is, betekent niet meteen dat het ook niet aan te leren is. Er zijn veel handelingen die je kan leren, zonder ze te begrijpen. Denk aan de simpelste dingen als lopen of drinken. Van deze dingen hoef je niet te begrijpen hoe je ze precies doet, om ze te kunnen doen. De kunstenaar is zich volgens Kant ook niet bewust van hoe zijn genie werkt. Je hoeft het genie daarom niet te begrijpen om het te kunnen zijn. Van bovenstaande handelingen weet je slechts onbewust hoe ze werken, toch kan je ze leren. Hetzelfde kan het geval zijn met kunst.

Te ontwikkelen?

Maar stel nu dat het genie echt niet aan te leren is. Dat genialiteit aangeboren is, betekent niet dat iedereen die een genie is, zich bewust is van zijn genialiteit. Het zou best kunnen dat iedereen een genie is, maar dat een heleboel mensen het genie in zich nog niet gevonden hebben. Geen enkele kunstenaar kon al van jongs af aan een goed kunstwerk maken. Ze hebben natuurlijk de techniek moeten leren beheersen, bijvoorbeeld het schilderen of noten schrijven. Maar hebben ze niet ook moeten leren hoe ze hun genialiteit moesten gebruiken? Dit zou eigenlijk betekenen dat het genie toch aan te leren is op een bepaalde manier, maar alleen door de mensen waarin de potentie tot genie aangeboren is.

Iedereen de potentie?

Volgens bovenstaande redenering zou het dus goed kunnen dat iedereen de potentie heeft genie te zijn. Kant geeft geen argumenten voor het feit dat slechts bepaalde mensen dit hebben. De enige dingen waar hij argumenten voor heeft zijn de feiten dat niet iedereen een genie is en dat het genie aangeboren moet zijn. Als we aannemen dat iedereen die de aangeboren genialiteit heeft, deze genialiteit nog moet ontwikkelen, nog moet leren hoe hij het gebruikt en hoe hij als genie kan handelen, is het mogelijk dat iedereen het genie, kunstenaar, kan worden. En dit idee wordt ondersteund door het feit dat alle genieën hebben moeten leren hoe ze hun genialiteit konden gebruiken, geen enkel genie kon vanaf zijn geboorte kunst maken.

Iedereen een genie?

Het is dus absoluut mogelijk dat iedereen het genie, kunstenaar, kan worden. De genialiteit op zich is niet aan te leren, maar het is wel te ontwikkelen door mensen die geboren zijn met de potentie genie te worden. Kant’s ideeën dat het genie is aangeboren en dat niet iedereen een kunstenaar is, laten toe dat iedereen een genie kan zijn. Het is zelfs mogelijk een strategie te ontwikkelen waarmee je mensen dichter bij hun genialiteit leert komen. Zo leer je indirect een genie te zijn. De genialiteit moet al in je zitten, maar het feit dat je de genialiteit hebt maakt je nog niet meteen een genie. Dit kan gelden voor iedereen, en zo is het mogelijk dat iedereen een genie wordt. Echter, filosofen en de wetenschap zijn het hier nog niet over eens.