Somalië van de val van Siad Barre tot UNOSOM II

Somalië van de val van Siad Barre tot UNOSOM II Een slechte veiligheidssituatie is niets nieuws voor Somalië. Een begin van de huidige situatie kan echter gevonden worden in de machtsstrijd na de val van president Siad Barre in 1991. Een humanitaire crisis ontvouwde zich, tezamen met een machtsstrijd. De VN probeerde hierop te reageren middels diverse missies, waaronder UNOSOM II.

Start van de machtsstrijd in Somalië

Na de val van President Siad Barre in januari 1991, ontstond er een machtsstrijd en andere gevechten tussen clans in Somalië. Deze gevechten begonnen in de hoofdstad maar wisten zich al snel te verspreiden. De machtsstrijd werd gevoerd door twee rivaliserende facties, de ene onder leiding van de interim president Ali Mahdi Mohammed, de ander onderleiding van de voorzitter van het verenigde Somalische Congres, generaal Muhammed Farha Aideed. Naast de strijd tussen deze twee facties, werden er acties uitgevoerd door onafhankelijke facties en plunderaars, hetgeen de humanitaire situatie verder verslechterde.

Humanitaire crisis

De gevechten hadden een grootschalige humanitaire crisis veroorzaakt, de helft van de bevolking was ondervoed, ongeveer 4,5 miljoen man. Ook waren er reeds 300.000 Somaliërs aan de gevolgen van ondervoeding overleden. Daarnaast waren een krappe miljoen inwoners het land ontvlucht. Door de slechte veiligheidssituatie en plunderaars kwam humanitaire bevoorrading niet aan. Daarnaast zorgde het conflict ook voor instabiliteit in de omliggende landen, waardoor ook de internationale veiligheid in het gedrang kwam.

NGO's

Vanaf maart ’91 waren er al diverse NGO’s betrokken met steun in Somalië. Ook de VN was in samenwerking met het Rode Kruis actief in het gebied. In januari ’92 was een onderhandelingsteam van de VN onder leiding van de vice Secretaris-generaal van Politieke Zaken James O.C. Jonah, erin geslaagd een staakt het vuren de bereiken. Generaal Aideed was de enige die daar geen gehoor aan gaf, wel werd er unaniem goedgekeurd dat de VN een rol zou hebben in het herbouwen van het land. Na verdere onderhandelingen kwam het in maart tot een staakt het vuren, waar 50 VN vredeswaarnemers zicht op zouden houden. Dit zorgde ervoor dat er een effectievere distributie van humanitaire hulp op gang kon komen. Daarnaast werd er door de Veiligheidsraad een wapenembargo aan Somalië opgelegd.

UNOSOM

In april ’92 werd besloten om de ‘United Nations Operation in Somalia’ (UNOSOM) in te zetten, pas op 12 augustus werd door de fractieleiders toegestaan om 500 onbewapende VN militairen in de hoofdstad het staakt het vuren te laten bewaken. Pakistan zou hier troepen voor leveren, het zou echter tot september duren voordat de eerste groepen militairen in het gebied arriveerden. Dit was het moment waarop gepoogd kon worden om humanitaire hulp op de plaatsen te krijgen waar er behoefte aan was. Landtransport, distributiepunten, transportschepen en vliegvelden waren nog regelmatig het doelwit van gewapende plunderaars. Geleidelijk werden meer troepen tot het land toegelaten waardoor het totaal op 4,219 troepen kwam, waarvan 500 in Mogadishu en 719 logistici. Naast de militaire inzet waren er wel 30 NGO’s in het gebeid werkzaam als “implementing” partners van de VN vredesmacht.


Verslechterende situatie Somalië

Ondanks de VN inzet verslechterde de situatie gedurende oktober en november; de rivaliserende facties en vele andere milities, evenals de gewapende plunderaars maakte de humanitaire assistentie nog steeds onmogelijk. Assistentie personeel werd met de dood bedreigd, door onder andere mortieraanvallen. Het resultaat was dat van de grote hoeveelheid beschikbare hulp goederen slechts een deel op locatie kwam. Desondanks pogingen de problemen diplomatisch aan de pakken, werd in december door de VN Veiligheidsraad uiteindelijk besloten geweld toe te staan om de humanitaire situatie in Somalië op te lossen.

UNITAF

Naar aanleiding van deze beslissing werd de Unified Task Force (UNITAF) in december ’92 ingezet, met als doel een stabiele en veilige omgeving te creëren voor de humanitaire assistentie. De VS had het initiatief genomen in de realisatie van deze inzet, de taskforce die werd gecreëerd bestond uit eenheden uit 24 landen. UNISOM bleef verantwoordelijk voor de humanitaire en politieke elementen van de inzet in Somalië. UNITAF slaagde er snel in vooruitgangen te behalen waarna kon worden overgegaan op voorbereidingen om UNOSOM en UNITAF te verenigen in UNOSOM II. Tegelijkertijd werd er in Addis Ababa van 4 tot 15 januari 1993 een conferentie gehouden waarbij veertien Somalische politieke bewegingen vertegenwoordigd waren. Hier werd overeengekomen zich te houden aan het staakt het vuren, te ontwapenen en werd er een comité opgericht om problemen op te lossen die de vereniging van het land onmogelijk maakte. Op 15 maart vond een vergelijkbare conferentie plaats waar een transitieregering en reconstructiewerken werden overeengekomen.

Sinds de inzet van UNITAF was de situatie in Somalië sterk verbeterd echter waren nog niet alle het hoofd geboden. Er waren 37.000 militairen ingezet, waarmee UNITAF slechts 40 % van land kon beslaan. De veiligheidssituatie liet nog veel te wensen over, er bleven gewelddadige acties plaatsvinden. Er was nog geen effectief landsbestuur, politie of leger. Daarnaast bleven er levensgevaarlijke situaties plaatsvinden waarbij VN personeel betrokken was. In gebieden als het grensgebied met Kenia en het noordoosten en noordwesten van
het land, was geen VN aanwezigheid. In deze gebieden was veiligheid daarom nog een groot probleem.

UNOSOM II en het mandaat

Het mandaat van UNOSOM II, dat werd goedgekeurd op 26 maart ’93, besloeg het gehele Somalische territorium en gold initieel tot oktober. Het bevatte de volgende militaire taken :

  • Monitoren van het staakt het vuren en andere gemaakte afspraken bij alle facties.
  • Voorkomen van hernieuwd geweld, zonodig acties ondernemen tegen de facties die het staakt het vuren bedreigde.
  • Controle over zware bewapening en georganiseerde facties, in afwachting op hun assimilatie in de Somalische krijgsmacht.
  • Inname van lichte wapens van alle ongeautoriseerde bewapende elementen en de registratie daarvan.
  • Beveiligen/Innemen van alle havens, luchthavens en verbindingen gerelateerd aan humanitaire assistentie.
  • Beschermen van personeel installaties en uitrusting van VN organisaties, Rode Kruis en NGO’s, het uitoefenen van geweld om deze te beschermen bij dreiging of aanval, in afwachting van een functionerende Somalische politie macht.
  • Onschadelijk maken van mijnenvelden.
  • Steun aan repatriatie van vluchtelingen binnen het land.
  • Andere functies die door de veiligheidsraad zouden kunnen worden goedgekeurd.

Van UNITAF naar UNOSOM II in Somalië

De secretaris generaal van de VN schatte dat er een militair contigent van 20.000 man groot nodig zou zijn om de gestelde taken uit te voeren. Daarnaast zou een 8.000 man sterke logistieke ondersteuning nodig zijn. De VS leverde een tactische Quick Reaction Force, daarnaast gingen 2.800 burgers mee in ondersteunende functies. De missie in Somalië werd budgettair en administratief op 1 mei 1993 overgegeven van UNITAF naar UNOSOM II, de Transfer of Command volgde op 4 mei.

De “Conference of National Reconsiliation of Somalia” ving aan op 15 maart ’93 en zou twee weken duren. Als voorzitter fungeerde de vertegenwoordiger van de VN voor Somalië, ambassadeur Kouyate uit Guinea. De leiders van alle politieke bewegingen in Somalië waren aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de vereniging van omringende landen en diverse andere belangengroepen. Er werd uiteindelijk unaniem een nieuwe transitie mechanisme goedgekeurd, voor een transitieperiode van twee jaar, geldend vanaf 27 maart ’93. Ook werd de ontwapeningsbelofte herhaald. Het transitie mechanisme bestond uit vier organen :

  • Transitional National Council (TNC), bestond uit 74 leden, één afgevaardigde uit iedere regio’s van Somalië, één afgevaardigde van alle 15 politieke bewegingen en 5 afgevaardigden uit Mogadishu. Dit orgaan had de hoogste politieke macht in het land gedurende de transitieperiode.
  • Central Adminstrative department, verantwoordelijk voor de oprichting en functioneren van staatsorganen en sociale, economische en humanitaire zaken. Om zo een formele regering mogelijk te maken.
  • Regional councils, opgezet in de 18 regio’s, waar 3 afgevaardigden van de districten in plaatsnamen.
  • District councils, opgezet in alle districten, leden werden geselecteerd middels stemmingen of consensus, in overeenstemming met Somalische traditie.
© 2012 - 2024 Polkozic, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Somalië en het falen van military coercionSomalië en het falen van military coercionDe beelden van een dode Amerikaanse militair die door de straten van Mogadishu gesleept werden zorgden in 1993 voor vold…
Wat is defensie?De Nederlandse defensie zet zich in voor de vrede en veiligheid. Hiermee levert Nederland een bijdrage aan de stabilitei…
De raskatten Somali en AbessijnDe raskatten Somali en AbessijnDe Somali is een langharige Abessijn. De Somali en Abessijn zijn bekend om hun vacht die een ticking heeft. Dit betekent…
Somalië in de jaren '80: Siad Barre's regimeSomalië kende een dictatuur in de jaren'80. De communistische revolutionair Siad Barre had de macht overgenomen en voerd…
Het kernkwadrant; kernkwaliteiten, valkuilen en uitdagingenHet kernkwadrant; kernkwaliteiten, valkuilen en uitdagingenDoor middel van het opstellen van een kernkwadrant kan een persoonlijkheid worden samengevat; waar liggen de sterktes en…
Bronnen en referenties
  • Inleidingsfoto: Clker Free Vector Images, Pixabay
  • Wijk de, R (2002). The Limits of Military Power. The Washington Quarterly winter 2002
  • Wijk de, R (2006). Criteria van Interventie. Internationale Spectator jaargang 60 nr. 1
  • http://www.un.org/Depts/dpko/dpko/co_mission/unosom1backgr2.html
  • http://www.un.org/Depts/dpko/dpko/co_mission/unosom2backgr2.html
  • http://www.un.org/Depts/DPKO/Missions/unosomi.htm
  • http://www.un.org/Depts/Cartographic/map/profile/somalia.pdf
  • http://www.globalsecurity.org/military/ops/continue_hope.htm
  • De Wijk(2005), The Art of Military Coercion, Why the West’s Military Superiority Scarcely Matters, Amsterdam: Mets & Schilt
  • http://www.tamilnation.org/intframe/rand/coercivediplomacy/MR1061.chap6.pdf
  • http://www.aeronautics.ru/nws001/survival01.htm
Polkozic (439 artikelen)
Gepubliceerd: 21-01-2012
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Diversen
Bronnen en referenties: 11
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.