Willy Brandt en de bouw van de Berlijnse muur
Willy Brandt maakte als burgemeester van West-Berlijn de bouw van de Berlijnse muur mee. De snelheid waarmee de muur gebouwd werd zorgde ervoor dat hier weinig tegen ondernomen kon worden; de reacties tegen de bouw van de muur kwamen dan ook zeer langzaam op gang. Het duurde 72 uur voordat het eerste officiële protest bij Moskou was ingediend. Willy Brandt en de Berlijnse muur zouden beiden een belangrijke rol spelen in de verhoudingen tussen de DDR en de BRD
Bericht over de bouw van de Berlijnse muur
“13 augustus 1961. Het was tussen vier en vijf uur ’s morgens, de speciale verkiezingstrein uit Neurenberg had juist Hannover bereikt, toen ik gewekt werd. Een spoorwegbeambte overhandigde me een dringende boodschap uit Berlijn. Afzender: Heinrich Albertz, hoofd van de kanselarij van de senaat. Inhoud: Het oosten sluit de sectorgrens. Of ik meteen terug wil komen naar Berlijn.” Deze boodschap is het eerste wat Willy Brandt te horen krijgt over de bouw van de Berlijnse muur.
Willy Brandt en de reactie tegen de Berlijnse muur
Brandt was vooral benieuwd naar de reactie vanuit het westen op de bouw van de muur. Het ging hem vooral over de sectorovergangen, de Sovjets kregen hierbinnen vrij spel. De Sovjets bepaalden waar de sectorovergangen kwamen namelijk. De eerste uren was er gewoon vanuit het westen geen reactie. Brandt kon er niet tegen dat er zo lang niet gereageerd werd. Zelf kon hij ook niet zo snel een effectieve tegenmaatregel bedenken. Hij wilde in ieder geval een protest naar alle hoofdsteden van het Warschaupact sturen. De beslissing om de muur te bouwen was echter door al deze hoofdsteden al goedgekeurd, dus achteraf gezien had een dergelijk protest geen nut gehad. Een ander idee van Brandt was om patrouilles naar de sectorgrens te sturen om de West-Berlijners een veilig gevoel te geven.
Ter illustratie van de traagheid waarmee de reacties tegen de muur op gang kwamen, hierbij een kort tijdschema:
- na 20 uur waren aan de grens in de stad pas de eerste militaire patrouilles
- na 40 uur werd er een officieel protest naar de Russische commandant gestuurd.
- na 72 uur kwam dit protest eindelijk in Moskou aan.
Volgens Brandt werd deze zaak afgedaan alsof het een routinekwestie was, zo langzaam.
Toen de betonpalen en de draadversperringen rond West-Berlijn werden aangelegd hadden de drie grote Westerse leiders vakantie. Alsof het ze niets kon schelen. John F. Kennedy was lekker aan het zonnen op zijn jacht aan de kust van Massachusetts. Harold Macmillan was op fazanten aan het jagen in Schotland en Charles de Gaulle was ongestoord op zijn landgoed in Colombey-les-Deux-Eglises.
Willy Brandt en het verzet tegen de muur
Op zestien augustus schreef Brandt een brief aan Kennedy waarin hij zijn ongenoegen liet blijken. Hij waarschuwde voor een grote vluchtbeweging vanuit West-Berlijn en vroeg om meer troepen. Kennedy stuurde daarom een aanvullende gevechtseenheid naar de stad. Zijn antwoord kwam tesamen met een bode (vice-president), Lyndon B. Johnson, die later president van de VS zou worden. In deze boodschap stond dat militair optreden tegen de bouw van de muur nooit aan de orde zou komen. Andere voorgestelde maatregelen waren ineffectief en stonden in geen proportie met de bouw van de muur zelf.
De eerste demonstraties tegen de muur
De dood van Peter Fechter, die probeerde te ontsnappen uit de DDR, op 17 augustus 1962 had enorme gevolgen op de West-Berlijnse situatie. Er waren talrijke demonstraties tegen de muur, sommige mensen dreigden er zelfs gaten in te slaan. Anderen bouwden tunnels en maakten zich verdienstelijk voor medeburgers. Op een gegeven moment werd Willy Brandt zelfs beschuldigd van verraad omdat hij de muur vanuit West-Berlijnse zijde liet beschermen door de politie. Met de rug naar de Oost-Berlijnse grensmuur stonden de West-Berlijnse politieagenten met gummiknuppels de muur te bewaken tegen degenen die de “Mauer der Schande” wilden bestormen. Wagens die de troepen vervoerden voor de troepenaflossing voor de muurwachten aan Sovjetzijde werden met stenen bekogeld. Tegen de Amerikaanse troepen werden leuzen geroepen als: “Wat, beschermingsmacht! Moordhelpers!” en “Ami go home!”. Brandt had op dit soort demonstraties weinig invloed. Op een gegeven moment werd er een protest betoging door hoofdzakelijk studenten aangekondigd. Willy Brandt stapte toen in een politieauto en reed rond terwijl hij de volgende woorden door de luidspreker aan de West-Berlijners scandeerde: “De muur is harder dan de hoofden die hem willen bestormen en kan niet door bommen uit de wereld worden geholpen.”
Dit soort tonelen van terechte machteloze woede moest worden beteugeld. Dit vond Willy Brandt een van zijn zwaarste opgaven in die tijd als burgemeester van West-Berlijn. Hij probeerde dit te beteugelen door bezoeken aan vele bedrijven en instanties. Hij probeerde de West-Berlijners de mogelijkheden en de onmogelijkheden betreffende de Berlijnse muur te laten zien. Waar wel heel goed aan werd gedaan in West-Berlijn was het zich minder isoleert gedragen dan dat het daadwerkelijk was. Nieuwe ontwikkelingen in de rest van de wereld werden goed in de gaten gehouden.
Onrust in West-Berlijn
Het jaar 1962 was een zeer moeilijk jaar voor Brandt. De uitspraken die door de West-Berlijners werden gedaan waren keihard, in een tijd van crisis is dit een normale reactie van de bevolking van zo’n stad. Door de bevolking van Berlijn werd hun stad niet anders gezien dan een vooruitgeschoven gevangenis, die ieder moment door de communisten kon worden overgenomen. Brandt kon ook niet anders dan impopulaire beslissingen nemen. Hij wist de gevolgen van zijn besluiten, maar vastberaden als hij was, stond hij onvoorwaardelijk achter zijn eigen besluiten. Dit soort impopulaire besluiten nam hij uit zijn verantwoordelijkheid als burgemeester, maar ook omdat de uitkomst hiervan het beste was voor West-Berlijn op lange termijn.
Ich bin ein Berliner
Anderhalf jaar na de bouw van de muur hield John F. Kennedy een bezoek aan Berlijn, waar hij een toespraak hield voor Berlijnse studenten. In deze wereldberoemde speech vroeg hij aan de Berlijners om te stoppen met klagen en te werken aan de verbetering van de situatie, die volgens hem haalbaar was. Hij sloot deze speech af met de wereldberoemde uitspraak: “Ich bin ein Berliner.” Brandts mening over John F. Kennedy werd door deze speech weer bijgesteld in positieve richting.
Toenaderingen tussen Oost-Berlijn en West-Berlijn
Tegen de jaarwisseling van 1963 naar 1964 aan begint Walter Ulbricht, de leider van het socialistische regime in Oost-Duitsland, contact te zoeken met de BRD regering in Bonn. Hij wilde onderhandelen over nadering tussen de twee regeringen. Hij probeerde het voortouw te nemen om wederzijdse betrekkingen (maar dan niet op diplomatiek vlak) aan te gaan. Hij bedoelde hiermee de passierscheinen zodat reizen van Oost- naar West-Berlijn mogelijk zou worden. Die bedoelingen heeft Ulbricht gekregen door de kunstige Duitsland politiek te gebruiken en realistisch in te schatten, waar Willy Brandt mee begonnen was. In de eerste instantie schrokken Brandt en zijn partij hiervan terug, omdat ze hun ogen niet konden geloven. In de ogen van vele kiezers was het niet nationalistisch en democratisch om tegen de passierscheinen te zijn.
Eerste passierscheinen
18 december 1963 was een van de grootste dagen uit Willy Brandts leven. Op deze dag waren er twee heugelijke dingen te vieren voor Willy Brandt. Hij vierde hier zijn vijftigste verjaardag wat een mijlpaal in zijn leven betekende. De dag dat hij deze mijlpaal bereikte was ook gelijk de eerste dag dat er passierscheinen uitgegeven werden. Doordat deze reisbewijzen uitgegeven werden was er dus verkeer van mensen tussen Oost- en West-Berlijn mogelijk. Dit was puur te wijten aan zijn ontspannen houding richting de DDR. Deze verdienste van Brandt drong ver door binnen het Amerikaanse politieke systeem, het state-departement beschreef Willy Brandt richting Kennedy als “wel onderlegde man, met een indrukwekkende torso op echter wat te korte beentjes.”