Bestuurskrachtmeting van gemeenten
Bestuurskrachtmetingen zijn een redelijk recent begrip, in 2002 is de eerste Nederlandse bestuurskrachtmeting uitgevoerd. Toch is dit tegenwoordig een krachtig instrument geworden om te kijken naar het functioneren van de Nederlandse gemeenten.
Ontstaan bestuurskrachtmetingen
Het begrip
bestuurskrachtmeting is onlosmakelijk verbonden met het begrip
bestuurskracht. Dit laatste begrip is ook stukken ouder en kent vele verschillende definities. Feitelijk is bestuurskracht echter niks anders dan het functioneren van een bestuurslaag, in dit geval de gemeente. Juist in verband met de talloze
gemeentelijke herindelingen die de afgelopen decennia hebben plaatsgevonden, is dit begrip veelvuldig gebruikt. Een gemeente met meerdere inwoners zou bijvoorbeeld over een grotere bestuurskracht beschikken: er zijn immers meer inkomsten, dus de gemeente kan beter functioneren. Tegenwoordig kan men echter stellen dat een grotere gemeente niet per definitie over meer bestuurskracht beschikt, dit hangt nauw samen met de taken waarmee een gemeente geconfronteerd wordt, maar ook met de specifieke uitdagingen van kleine, danwel grote gemeentes.
Ondanks het veelvuldige gebruik van het begrip bestuurskracht zijn er pas recent pogingen gedaan deze bestuurskracht daadwerkelijk te meten. De eerste Nederlandse bestuurskrachtmetingen hebben plaatsgevonden in de Limburgse gemeenten in 2002, op dringend verzoek van de provincie die het monitoren en verbeteren van de kwaliteit van de eigen gemeenten hoog op de agenda heeft gezet. Deze eerste bestuurskrachtmetingen hebben plaatsgevonden volgens het model van de
visitatiecommissies bij universiteiten en hogere beroepsopleidingen, waarbij dit model ook bij de bestuurskrachtmetingen goed toepasbaar is gebleken. De metingen in Limburg bleven echter niet zonder navolging, waardoor nu meerdere gemeenten ondertussen een bestuurskrachtmeting ondergaan hebben. Het is echter niet zo dat alle metingen volgens dezelfde format gebeuren: diverse gemeenten hanteren eigen methoden om de bestuurskracht te meten.
Inhoud bestuurskrachtmeting
In een bestuurskrachtmeting kan worden gekeken naar diverse zaken. Zo bestaan er zogenaamde brede bestuurskrachtmetingen en smalle bestuurskrachtmetingen. Een brede bestuurskrachtmeting bevat niet alleen de gemeente, maar kijkt naar het gehele samenspel van de lokale samenleving om zichzelf te sturen en reguleren. De gemeente kan immers niet alles alleen aan, het is een samenspel van diverse, eventueel afgesplitste, verantwoordelijkheden en taken. Bij een bestuurskrachtmeting in de enge zin van het woord gaat het voornamelijk om het functioneren van de gemeente zelf, dit is de meest gekozen variant vanwege de lagere kosten.
Bij het onderzoek van de bestuurskrachtmeting wordt gekeken naar de taken en doelstellingen die de gemeente gekregen, danwel op zich genomen heeft en of deze naar behoren worden vervult. Dit kan op allerlei verschillende manieren worden onderzocht, waarbij de onafhankelijke visitatiecommissie slechts één van de mogelijkheden is. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld dat de gemeente zichzelf beoordeeld, al geeft dit wel een vertekend beeld.
Uiteindelijk komt er een rapport uit van de bestuurskrachtmeting, die in sommige gevallen openbaar is, welke de sterke en zwakke punten van de gemeente aanwijst. Met dit instrument kan de gemeente zijn eigen functioneren verbeteren, danwel beslissen om uiteindelijk toch te kiezen voor een herindeling met een andere gemeente. Hoewel een bestuurskrachtmeting absoluut niet bedoeld is als een benchmarking instrument, gebeurt dit toch dikwijls. De kosten van de bestuurskrachtmetingen zijn overigens over het algemeen voor de gemeente zelf: slechts bij de eerste Limburgse bestuurskrachtmetingen werd een gedeelte door de provincie en een gedeelte door de staat betaald, die dit als een interessant experiment zag.
Na de bestuurskrachtmeting
Wat er met het uiteindelijke rapport gebeurt varieert van gemeente tot gemeente. Waar sommige bestuurskrachtmetingen slechts kort worden doorgesproken binnen de gemeente en daarna weer in de kast verdwijnen, zijn er ook gemeenten die met het rapport in de hand de verbeterpunten aanpakken. Eén van de meest drastische manieren om het uiteindelijke rapport te gebruiken is het besluiten tot een gemeentelijke herindeling, waarbij twee of meerdere gemeenten samen gaan in één nieuwe gemeente: dit is de afgelopen jaren dan ook voorgekomen en blijft een continue proces.