Jongeren in de digitale wereld: in hoeverre problematisch?
Van jongs af aan worden kinderen geconfronteerd met de digitale wereld. Computers, laptops, mobieltjes etc. zijn een belangrijk onderdeel geworden van de leefwereld van de hedendaagse jongere. Het zou bij de jeugd leiden tot het achteruitgaan van lees- en schrijfvaardigheden, het verarmen van contacten en het ontstaan van oogproblemen, hersentumoren en verslaving etc. De vraag is hoe groot de problemen werkelijk zijn.
Enkele veelvoorkomende vermelde problemen
Publicaties in allerlei bladen, al dan niet verwijzend naar onderzoek, geven aan dat digitale apparatuur als mobieltjes, laptops etc. tal van problemen met zich meebrengt zoals:
- leesvaardigheden verminderen
- persoonlijke contacten verarmen
- schrijfvaardigheden worden minder
- toenemende kans op hersentumoren
- oogproblemen
- bezoeken van ongewenste sites (porno, geweld, terrorisme)
- verslaving
Worden bovenstaande problemen te veel benaderd vanuit een te traditionele kijk?
Een andere benadering
Een benadering die meer de digitale wereld als vertrekpunt neemt gaat uit van:
- de wijze waarop jongeren gemotiveerd lezen en (leren) en
- dat digitale contacten niet meer weg te denken zijn
Jongeren lezen anders
Jongeren zijn anders gaan lezen en leren. In 2009 sprak Pisa (Programme for International Student Assessment) al van het ontstaan van een andere vorm van geletterdheid in vergelijking met de generaties voor hen.
1 Het lezen van boeken en kranten is ingeruild voor digitaal lezen. Op hun computer, mobieltje zoeken ze berichtjes en stukjes tekst die vlot en overzichtelijk te lezen zijn en die hen interesseren. De hierbij behorende vaardigheden kenmerken zich door:
- het snel lezen van mailtjes en het beantwoorden ervan
- het lezen van korte overzichtelijke informatieve teksten
- het stellen van eigen vragen en antwoorden hierop opzoeken op internet.
Korte informatieve tekstjes roepen weinig weerstand op. Vragen die door de lezer zelf worden gesteld om een antwoord te vinden zijn motiverend. Het lezen van boeken met lange teksten waarbij vragen door anderen (leraren, auteurs van (studie)boeken) worden gesteld roepen nogal eens weerstand op. Ze liggen vaak niet in de motivatiesfeer.
Leesvaardigheden die nodig zijn bij het interpreteren van tekstjes vereisen wel dat er onder meer:
- kritisch wordt gelezen,
- de tekst wordt begrepen
Deze vaardigheden vereisen oefening. Als het leren van deze vaardigheden aansluit bij informatie die ze digitaal zoeken en binnenkrijgen dan vermindert eventuele weerstand.
Contacten worden anders
Het ontvangen van tekstjes op de mobiel geeft een gevoel contact te hebben met anderen. Als je een berichtje plaatst en er wordt direct op gereageerd dan geeft het een gevoel van dat je actie wordt beloond. In de hersenen wordt dan het stofje
dopamine aangemaakt. Dit stofje zet het beloningscentrum in het brein in werking. Het is in feite niets anders dan stimulus-response reacties zoals het in de behavioristische leerpsychologie wordt beschreven. Op verschillende wijzen kunnen digitale contacten plaatsvinden.
Contacten door elkaar berichtjes te sturen
Het is een vorm van interactie, die niet tegen te houden is. Contacten via Facebook, Instagram, Twitter e.d. kunnen leiden tot intensieve contacten. Eenzaamheid kan hierdoor worden voorkomen.
2
Contacten door het spelen van online games
Bij games online kan een speler met andere spelers contact hebben. Een game kan spelers vragen om een bepaalde identiteit aan te nemen. Hierdoor leren ze zich te verplaatsen in anderen. Ook op het reflecterend vermogen wordt een beroep gedaan: de spelers kijken terug op hoe ze het hebben gedaan en brengen verbeteringen aan in de oplossingsstrategieën, waardoor ze hun eigen leerproces onder de loep nemen. Een gevaar kan zijn dat jongeren zich gaan vereenzelvigen met agressieve figuren. Het is niet duidelijk hoeveel jongeren hier gevoelig voor zijn. Het verslaafd raken bij gamespelen kan jongeren (ook ouderen) in een moeilijke situatie brengen. Het is te vergelijken met andere vormen van verslaving (drugs, alcohol e.d.).
Schrijven nog nodig?
Wat we niet oefenen wordt minder. Als schrijven minder nodig is zal ook de vaardigheid verminderen. Schrijven doet een beroep op de fijne motoriek waardoor het hersengebied dat daarmee te maken heeft gestimuleerd wordt. De vraag is in hoeverre dat hersengebied in het digitale tijdsperk voor schrijven nog nodig is. Door het gebruik van toetsen waarbij zowel de linker- als de rechtervingers worden gebruikt worden ook (fijn)motorische hersengebieden gestimuleerd. In Finland heeft de Onderwijsraad al besloten om vanaf schooljaar 2016-2017 typ- in plaats van schrijflessen op basisscholen te geven.
3
Mobieltjes veroorzaken hersentumoren?
Als mobieltjes tegen het oor worden gehouden en wel regelmatig dan zou dat kunnen leiden tot hersentumoren. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft hier al tussen 2000 en 2004 een groot onderzoek naar gedaan. Men kon geen duidelijk verband tussen mobiele telefoons en tumoren vinden.
4
Slecht voor de ogen?
Jongeren die veel op het scherm kijken en van dichtbij zouden problemen met hun ogen krijgen. Is dat veel anders dan een boek lezen waarbij de letters ook dichtbij de ogen zijn? Een mobiel wordt veelal dicht bij de ogen gehouden met veelal fel licht. Dat kan leiden tot bijziendheid (minder goed in de verte kunnen kijken). Dat bleek uit een onderzoek (2015) onder 5000 zes jarige kinderen door het EMC te Rotterdam. Men vermoedt dat het komt door de combinatie van veel binnen zitten, t.v., telefoon en tablet. Buitenspelen en -sporten zou de ogen meer oefenen in het kijken in de verte.
5 De vraag is of bijziendheid in de digitale wereld als een probleem moet worden gezien. Veel jongeren hebben al een bril of contactlenzen om in de verte goed te kunnen kijken. Volgens de de Amerikaanse optometrist Rosenfield kunnen problemen worden voorkomen of vermindert als het scherm op een afstand van 40 cm wordt gehouden en regelmatig rustpauzes in te lassen waarbij de focus dan gelegd wordt op een punt in de verte.
6
Ongewenste sites zoals gewelddadige, terroristische, pornografische sites
Veel sites kunnen problemen opleveren als jongeren daar al dan niet per ongeluk opkomen. Gewelddadige, terroristische, en pornografische sites kunnen jongeren ertoe bewegen ongewenste ideeën over te nemen en deze uit te voeren. Voor een bepaalde groep jongeren, die vatbaar zijn voor de ideeën achter dergelijke sites, kan het problematisch zijn.
Verslaving
Verschillende onderzoeken tonen aan dat er verslaving kan optreden. Maar de uitkomsten van de onderzoeken verschillen in het aantal jongeren dat verslaafd is. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de omschrijving van het begrip verslaving en de wijze waarop het onderzoek is gedaan. Zo komt het CBS (2015) op een verslavingspercentage van de jeugd op 16 procent (ongeveer 1 op de 6 jongeren)
7, terwijl, een aantal jaren eerder, het IVO, een wetenschappelijk bureau voor verslavingsonderzoek, 6 procent noemt. Deze groep ervaart zelf het eigen gedrag als problematisch.
8