De vier dreigingsniveaus bij terroristisch gevaar
Soms worden we weer opgeschrikt door een terroristische aanslag, dichtbij of ver weg. Als er een aanslag in één van de ons omringende landen plaatsvindt, kan dat ook in Nederland angst oproepen voor een aanslag. Er wordt dan vaak gesproken over 'het actuele dreigingsniveau' in ons land. We hebben te maken met vier verschillende dreigingsniveaus. Maar wat houden deze dreigingsniveaus eigenlijk in?
De achtergrond van de dreigingsniveaus in Nederland
Sinds 2005 kennen we in Nederland vier verschillende dreigingsniveaus. Deze dreigingsniveaus zijn in het leven geroepen nadat de westerse samenleving sinds de aanslagen van 11 september in New York geconfronteerd werd met een nieuwe vorm van geweld: terreuraanslagen uit radicaal islamitische hoek.
Europa
Na de aanslagen in New York is ook Europa regelmatig opgeschrikt door terreuraanslagen. Denk bijvoorbeeld aan de bomaanslagen in Madrid (2004), in Londen (2005) en de aanslag op een Joods museum in Brussel (2014). In 2015 volgden meerdere aanslagen in Parijs. Eerst was er een aanslag op het satirische blad Charlie Hebdo. In hetzelfde jaar volgde een reeks aanslagen in een tijdsbestek van enkele uren middels bomgordels, gijzeling en het gebruik van automatische wapens. Hierbij leek het doel van de terroristen zoveel mogelijk burgers te doden en verwonden, en angst te zaaien.
Nederland
Ook Nederland ziet zich geconfronteerd met de dreiging van terreur. In 2004 is Theo van Gogh vermoord door een extremistische moslim. In diezelfde periode volgde de opkomst van islamitische jongeren die sterk radicaliseerden. Sommigen van hen vormden netwerken die plannen voorbereidden voor aanslagen in Nederland. Een voorbeeld hiervan is de Hofstadgroep (2003/2004), een groep radicale islamitische jongeren die verdacht werd van het beramen van terroristische daden. Hun ideologie was om te strijden tegen tegenstanders van de islam. Ze wilden daarmee de Nederlandse samenleving ontwrichten.
Terrorisme komt niet alleen uit radicaal islamitische hoek. Naast islamitisch extremisme zijn er ook andere radicale groeperingen op grond van religieuze, politieke of ideële overtuigingen. Terrorisme is er op gericht om anderen te overtuigen van eigen gelijk, om andersdenkenden te straffen, en om angst te zaaien in een samenleving.
De mate van dreiging in Nederland
De overheid heeft in 2005 een systeem ontwikkeld om het dreigingsniveau te kunnen bepalen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), dat onderdeel is van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Op grond van actuele informatie die de NCTV krijgt, wordt de mate van dreiging in Nederland bepaald. De NCTV krijgt de informatie van onder andere veiligheidsdiensten uit binnen- en buitenland, politie en terreurdeskundigen. Elke drie maanden worden nieuwe analyses gemaakt om het niveau van de dreiging te bepalen. Dit gebeurt aan de hand van het document Dreigingsbeeld Terrorismebestrijding Nederland (DTN). Hierin wordt beschreven wat het terroristische gevaar is internationaal, en wat het risico is op aanslagen in Nederland.
Wanneer er door actuele ontwikkelingen aanleiding voor is, zal het dreigingsniveau opnieuw onder de loep genomen worden. Het dreigingsniveau zal indien nodig aangepast worden.
De opbouw van de vier dreigingsniveaus
De Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid onderscheidt vier verschillende dreigingsniveaus van een lage naar hoge dreiging. De vier dreigingsniveaus zijn:
Minimaal
- Er is amper aanwezigheid van nationale en internationale terroristische netwerken
- Het is niet waarschijnlijk dat aanslagen gepland worden
- De open samenleving en het risicokarakter van een moderne samenleving houden dit niveau in stand
Beperkt
- Er worden geen nieuwe trends of fenomenen waar dreiging vanuit gaat onderkend
- Activiteiten van terroristische netwerken zijn belemmerd
- Nederland wordt niet of nauwelijks genoemd in verklaringen van serieus te nemen terroristische netwerken
Substantieel
- Er worden nieuwe trends en fenomenen waar dreiging vanuit gaat ontdekt
- De kans dat een aanslag in Nederland zal plaatsvinden is reëel
- Aanslagen vinden plaats in andere, met Nederland vergelijkbare landen
- Radicalisering en rekrutering vinden op aanzienlijke schaal plaats
- Nederland wordt geregeld genoemd in verklaringen van serieus te nemen terroristische netwerken
Kritiek
- Er zijn zeer sterke aanwijzingen dat een aanslag in Nederland zal plaatsvinden
- In Nederland heeft een aanslag plaatsgevonden en vervolgaanslagen zijn zeer waarschijnlijk
- Nederland wordt vaak genoemd in zeer serieus te nemen verklaringen van terroristische netwerken en specifieke doelen worden daarbij serieus bedreigd
(Bron: https://www.nctv.nl/onderwerpen/tb/dtn/opbouw/)
Het nut van de dreigingsniveaus
Het dreigingsniveau is gericht op het tijdig voorbereid zijn op aanslagen. Aan de hand van analyses van het DTN wordt steeds opnieuw beoordeeld of er nieuwe structurele maatregelen getroffen moeten worden. Er gaat een strikt vertrouwelijk rapport naar de ministerraad. En ook de Tweede Kamer wordt geïnformeerd, en ontvangt een document met beleidsimplicaties. Er zijn geen vaste richtlijnen of protocollen gekoppeld aan de dreigingsniveaus. De maatregelen zijn afhankelijk van het soort gevaar. Er zijn andere soort maatregelen nodig bij de dreiging van een bomaanslag van extremistische moslims, dan bij dreiging vanuit een radicale milieubeweging.
De overheid kan aan de hand van het rapport van het DTN besluiten om instanties en bedrijven te waarschuwen bij een hoge dreiging. Zo kunnen zij voorzorgsmaatregelen treffen die passend zijn voor het niveau van de dreiging. De inlichtingendiensten kunnen hun activiteiten op het gebied van preventie vergroten om aanslagen te voorkomen. Een andere mogelijkheid is dat de overheid de inzet van politie of het leger verhoogt bij een actuele dreiging van een aanslag. Ook burgers kunnen bij een hoog dreigingsniveau ervoor kiezen om grote mensenmassa’s te mijden. Het is voor burgers echter ingewikkeld om zelf verdere voorzorgsmaatregelen te treffen.