Vervoers- en bevrijdingsgrepen bij zwemmend redden
Een in nood verkerende drenkeling uit het water halen, is niet zonder gevaar. Wanneer het slachtoffer in paniek is, kan het gebeuren dat hij zich wanhopig aan zijn redder vastklemt, zodat (in het ergste geval) beiden verdrinken. Dit wil je te allen tijde voorkomen. Hoe? Door de drenkeling bij voorkeur niet vast te pakken als hij bij bewustzijn is. Steek hem een drijvend voorwerp of drijvend houdend reddingmiddel toe en vraag hem dit te grijpen. Natuurlijk heb je zoiets niet altijd binnen handbereik. In dat geval moet je diverse vervoers- en bevrijdingsgrepen kunnen toepassen, teneinde de drenkeling veilig op de kant te brengen.
Het belang van een goede strategie
Zwemmend redden is niet iets wat je 'zomaar' doet. Niet voor niets is er een gedegen opleiding voor, waarin je leert hoe je een drenkeling op een goede manier naar de kant brengt. Wanneer je als enige iemand ziet verdrinken en dus de aangewezen persoon bent om hem te redden, zul je wellicht meteen te water gaan. Dat dit niet zonder gevaar is, kan menig toezichthouder je vertellen. Het op de juiste manier benaderen van de drenkeling is daarom van levensbelang. Wanneer hij in paniek is, spreek je hem geruststellend toe. Vertel hem wat je wilt gaan doen en dat je hem veilig naar de kant gaat brengen. Benader hem bij voorkeur van achteren, zodat je hem snel in de juiste vervoersgreep kunt nemen. Wanneer hij je toch te pakken krijgt, is het van belang dat je jezelf weet te bevrijden. Tijdens de opleiding voor lifeguard worden diverse vervoers- en bevrijdingsgrepen behandeld. Kennis die je paraat moet hebben bij het examen en onontbeerlijk is bij het redden van drenkelingen.
Vervoersgrepen
Er zijn veel verschillende vervoersgrepen. Tijdens de opleiding leer je de meest gebruikte. Op internet zijn veel filmpjes en powerpoints te vinden waarop je kunt zien hoe je de diverse grepen uitvoert. Daarbij is de keuze van de vervoersgreep afhankelijk van de toestand en het gedrag van de drenkeling:
- Is hij bij kennis of niet
- Is hij gewond of niet gewond
- Is hij in paniek, of juist heel rustig
- Heeft hij rug- of nekletsel (daar zijn speciale grepen voor, die we hier nu niet behandelen)
- Is de te overbruggen afstand groot of klein
- Hoe is de toestand van het water. Is het diep, ondiep, koud of warm, kalm of onstuimig, enz.
Kopgreep
De kopgreep wordt veelal toegepast bij een bewusteloze drenkeling. De redder bevindt zich achter de drenkeling en plaatst zijn handen als een soort van kommetjes over de beide oren van de drenkeling. De redder ligt op zijn rug en laat het hoofd van de drenkeling op zijn schouder steunen. Met zijn ellebogen houdt hij het lichaam van de drenkeling stabiel. Je moet er wel voor zorgen dat het hoofd van de drenkeling boven water blijft en dat je zelf geen water binnen krijgt. Liggend op je rug, zwem je met de drenkeling naar de kant. Er zijn allerlei technieken om een drenkeling op de kant te brengen, maar vaak heb je hier hulp bij nodig. Is die hulp niet voorhanden, wacht dan tot de hulpdiensten gearriveerd zijn.
Okselgreep
Deze wordt toegepast bij een rustige drenkeling, vaak met hoofdwond. Als redder bevind je je achter de drenkeling en plaats je je handen onder de beide oksels van het slachtoffer, waarbij je duimen tegen diens schouderbladen rusten. Je ellebogen plaats je tegen het eigen lichaam. Het hoofd van het slachtoffer rust nu op je schouder. Let er wel op dat het hoofd van het slachtoffer met de gewonde kant naar boven ligt. Liggend op de rug en stuwend met de benen, zwem je met het slachtoffer naar de kant.
Polsgreep
De polsgreep wordt toegepast bij een wat onrustige drenkeling. Je zorgt er weer voor dat je, je als redder achter de drenkeling bevindt. Vervolgens ga je met je rechterarm onder zijn rechterarm door en pak je hem met een bovenhandse greep bij de rechter pols. Ditzelfde doe je aan de linkerkant. Het hoofd van de drenkeling ligt nu op je borst, iets onder je kin. De polsen van de drenkeling worden nu zo ver mogelijk onder diens oksels getrokken. Als redder beweeg je dus je eigen ellebogen naar buiten. Op deze manier fixeer de armen van de drenkeling, waardoor hij niet zo makkelijk meer verzet kan bieden.
Schoudergreep
De schoudergreep is geschikt voor een onrustige drenkeling. Bij deze greep steek je je rechterhand tussen de rechterarm en het lichaam van de drenkeling door, waarna je je arm buigt en met je hand de schouder van de drenkeling omklemt. Ditzelfde doe je (liefst tegelijkertijd) ook aan de linkerzijde. Het hoofd van het slachtoffer bevindt zich onder je kin, of net ernaast. Als redder beweeg je je ellebogen zo dicht mogelijk naar die van de drenkeling. Hierdoor ontstaat een soort van hefboom en worden diens armen wijd gehouden. Dit maakt dat hij zich minder goed kan verzetten.
Zeemansgreep
De zeemansgreep pas je toe bij een rustige drenkeling, die bij kennis is en goed kunt uitleggen wat je gaat doen. Je zwemt in rugligging en bevind je achter de drenkeling. Je steekt je rechterarm onder de rechteroksel van de drenkeling door en met je rechterhand grijp je diens kleren of badpak aan de linkerkant vast. Hierdoor komt de drenkeling een beetje schuin in het water te liggen. Het hoofd van de drenkeling ligt op je rechterschouder. Met je vrije linkerarm kun je nu extra stuwbewegingen maken, waardoor het zwemmen naar de kant sneller gaat en minder vermoeiend is.
Bevrijdingsgrepen
Ondanks alle zorgvuldigheid, die je als redder betracht bij het benaderen van een drenkeling, kan het toch gebeuren dat hij je vastgrijpt. Sommige mensen suggereren dat je het slachtoffer in zo'n geval gewoon bewusteloos moet slaan, maar liever ga je minder rigoureus te werk. Daarom moet je diverse bevrijdingsgrepen kennen. Deze moet je vooral in de praktijk leren, omdat het moeilijk is ze 'droog' uit te leggen. Hieronder een rijtje bevrijdingsgrepen, die geleerd worden bij de Maastrichtse Reddingsbrigade. Het gaat hier om bevrijding uit de volgende grepen:
- enkele polsgreep
- dubbele polsgreep (van onderen vastgepakt)
- dubbele polsgreep ( van boven vastgepakt)
- voorwaartse omklemming
- achterwaartse omklemming
- borstgreep
- lendengreep
Natuurlijk is het zo dat een drenkeling je op allerlei manieren kan vastpakken. Er zijn dan ook talloze bevrijdingsgrepen te bedenken. Toch wijst de praktijk uit dat drenkelingen hun redder vaak op dezelfde, veel voorkomende manieren vastpakken. Wanneer hij in paniek je beide polsen grijpt, heb je je beide handen nog vrij. Je pakt met je rechterhand de rechterpols van de drenkeling, die zich schuin tegenover je bevindt. Je drukt met je duim tegen zijn hand en draait je linkerarm naar beneden, zodat er een hefboom ontstaat. De drenkeling moet nu wel loslaten en je linkerarm is vrij. Met je rechterarm (waarvan de pols nog steeds omklemd is), duw je de drenkeling naar achteren, zodat er ruimte ontstaat. Vervolgens trek je hem snel naar je toe en maak je meteen een omtrekkende beweging, zodat jij je nu achter de drenkeling bevindt en hem in de juiste vervoersgreep (de polsgreep) kunt nemen. Het is zaak om snel te handelen, zodat er een soort van verrassingseffect ontstaat.
Bevrijdingsgrepen zijn erop gericht om hefbomen te creëren, of het slachtoffer zo vast te pakken, dat blijven omklemmen pijn doet en hij jou wel los moet laten. Het kost alleen wel tijd om ze te leren. Dit doe je door ze 'droog' te oefenen of de diverse powerpoints op internet te bekijken (bijvoorbeeld die van de SOZON), zodat je ook begrijpt wat er precies bedoeld wordt. Beschrijvingen zijn vaak behoorlijk abstract. Je moet het zien, zelf doen en jezelf de techniek ervan eigen maken.