Opkomen voor jezelf
Op een nette en duidelijke manier voor jezelf opkomen noemen we met een mooi woord assertiviteit. Er zijn altijd mensen die iets van jou willen, wat jij niet wilt. Dan is het belangrijk dat je op een nette manier duidelijk maakt wat jij wilt. Niet om altijd je zin te krijgen, maar om op een goede manier op te komen voor je rechten.
Wat is assertiviteit?
Er is een verschil tussen kritiek geven en assertief zijn. Bij kritiek gaat het erom dat je zegt wat de ander anders moet doen. Bij assertiviteit gaat het er vooral om dat je op een nette manier duidelijk maakt wat jij wilt of niet wilt. Assertiviteit is nodig als jij het gevoel hebt dat jou iets gevraagd wordt wat jij niet wil. Of er wordt jou onrecht aangedaan. Bijvoorbeeld als er onterecht iets van jou gevraagd wordt.
Bas werkt als toezichthouder bij de gemeente Leeuwarden. Van zijn spaargeld heeft hij een nieuwe scooter gekocht. Hij is heel zuinig op deze scooter. Bas heeft een collega, Wouter, die snel even zijn scooter wil lenen. Bas wil dat niet. Hij kan op drie manieren regeren.
Win-verlies
Bas kan zeggen: ''Idioot, denk je dat ik jou mijn scooter uitleen.''
Bas zegt ''nee'', maar Wouter voelt zich niet echt lekker als Bas zo tegen hem praat. We noemen dit ook wel een 'win-verlies' situatie. Bas 'wint' door duidelijk te zeggen wat hij niet wil, Wouter 'verliest', want hij krijgt de scooter niet mee. En, Wouter wordt ook nog eens afgebekt door Bas. Daarom heeft Bas hier een agressieve manier gebruikt.
Verlies-win
Bas kan zeggen: ''Ik leen mijn scooter eigenlijk nooit uit, maar neem hem maar mee''.
Bas wil eigenlijk zijn scooter niet uitlenen, maar hij durft geen 'nee' te zeggen. Daarom 'sputtert' hij een beetje tegen en leent hij zijn scooter uit, terwijl hij dat eigenlijk niet wil. Bas verliest en Wouter wint. Omdat Bas tegen zijn zin zijn scooter uitleent, is hij hier niet assertief.
Win-win
Bas kan zeggen: ''Ik snap dat je ergens naar toe moet, maar ik leen mijn scooter nooit uit, omdat ik er heel zuinig op ben''.
Bas wil zijn scooter niet uitlenen. Hij zegt dat op een nette manier tegen Wouter. Hij legt uit waarom hij zijn scooter niet uitleent. Bas wint door te zeggen dat hij zijn scooter niet uitleent. Wouter wint omdat hij weet waar hij aan toe is. Bas heeft hier de assertieve manier gebruikt.
Assertiviteit heeft alles te maken met opkomen voor je rechten. Het is iets anders dan altijd je zin krijgen. Rechten hebben te maken met iets dat terecht is. Als iemand iets van jou vraagt dat niet terecht is, mag jij opkomen voor jouw recht. Recht heeft dus te maken met iets dat juist is.
Sezer is medewerker postkamer bij Univeler NV. Zijn chef, Joop, vraagt hem of hij nog even een spoedzending naar het postkantoor wil brengen. Sezer heeft hier geen zin in, want het is pokkenweer. Toch moet hij dit gewoon doen, want het hoort bij zijn werk. Assertief 'nee' zeggen heeft hier dus geen zin, hij moet gewoon zijn werk doen.
De volgende dag vraagt Joop aan Sezer of Sezer zijn auto wil wassen. Sezer reageert dan wel assertief. Hij zegt tegen Joop: ''Ik snap dat je een schone auto wilt, maar ik ben druk en ik vind dat ik niet aangenomen ben om jouw auto te wassen, dus dat doe ik niet''. Sezer komt hier op voor zijn rechten, hij moet zijn werk af kunnen maken waarvoor hij is aangenomen.
Als jij opkomt voor je rechten, kom je op voor iets dat afgesproken is. Jij staat dan 'in je recht'. Nou is het probleem dat je niet alles kunt afspreken. Soms moet je 'iets extra's doen' dat niet altijd is afgesproken.
Je spreekt af dat je op maandag tot en met zaterdag werkt, maar nu gaat jullie winkel ook open op de koopzondagen. Jouw baas vraagt of jij op zondag komt werken.
Stel je voor dat je 'nee' zegt. Sta je dan in je recht? Misschien wel, want jullie hadden niet afgesproken dat jij op zondag zou werken. Toch moet jouw baas mensen hebben op zondag. Rechten veranderen dus. Dan zul je in overleg met je baas bepalen wat terecht of onterecht is.
Gedrag herkennen
Agressief, niet-assertief en assertief gedrag zie je niet alleen aan wat iemand zegt (verbaal), maar ook aan zijn non-verbale gedrag.
Agressief
Hoe is iemand 'met woorden' agressief?
- De ander voor gek zetten
- Een ander beschuldigen
- Roddelen
- Dreigen
Iemand die non-verbaal agressief is:
- Kijkt boos
- Maakt dreigende gebaren (bijvoorbeeld: middelvinger opsteken)
- Wil met oogcontact de baas spelen (bijvoorbeeld: aanstaren)
- Lacht minachtend
Niet assertief gedrag
Hoe is iemand 'in woorden' niet-assertief?
- Veel lange verhalen vertellen, die niet te volgen zijn
- Veel 'sorry' zeggen
- Veel verkleinwoorden gebruiken (overal 'tje achter)
- Zichzelf omlaag halen
- Veel klagen
Assertiviteit
Hoe is iemand 'in woorden' assertief?
- Duidelijk, kort en krachtig spreken
- Vraagt door als hij iets niet begrijpt
- Zoekt een manier om problemen op te lossen
Iemand die non-verbaal assertief is:
- Spreekt duidelijk en met klemtonen
- Laat non-verbaal zien hoe hij zich voelt
- Zit of staat rechtop
- Houd oogcontact, zonder te gaan staren
Deze lijst is natuurlijk niet compleet. Het gaat er nu alleen om dat je snapt dat gedrag niet alleen in woorden zit, maar ook in non-verbaal gedrag.
Waarom assertief doen?
Waarom zo netjes doen tegen elkaar, als je met een grote bek ook je zin kunt krijgen? Daar zijn verschillende redenen voor:
- Als je mensen een grote bek geeft, voelen ze zich niet goed. Ook al laten ze dat niet merken. Als mensen zich niet goed voelen, werken ze ook niet zo goed.
- Als je met klanten omgaat, ben jij 'het visitekaartje' van het bedrijf. Je kunt het dan niet maken om iemand een grote bek te geven. Klanten kunnen het horen of zien en dat is sowieso al verkeerd.
- Mensen die agressief zijn, zijn 'opgefokt' en kunnen zich minder goed met hun werk bezig houden.
Assertief zijn betekent natuurlijk niet dat jij altijd kunt doen waar je zin in hebt. Ook 'stom werk' moet gedaan worden. Het gaat er hier om dat je op een juiste manier 'nee' kunt zeggen als het niet terecht is dat je stom werk moet doen. Dus: op een juiste wijze voor je rechten opkomen.
Zes tips om assertiever te worden
Tot slot krijg je zes tips om assertiever te worden:
1. Weet wat je wilt. Als je je eigen mening niet kent, kun je ook niet duidelijk maken wat je wilt.
2. Maak kort en krachtig duidelijk wat je wilt. Draai er niet om heen.
3. Gebruik de 'ik vorm'. Verschuil je niet achter anderen. Jij zegt 'nee' of jij wilt iets van een ander.
4. Leg uit 'waarom' je iets wilt.
5. Blijf vriendelijk tegen de ander. Dat jij opkomt voor jezelf, betekent niet dat het contact slechter moet worden. De ander heeft het recht wat van je te vragen. Jij hebt het recht 'nee' te zeggen.
6. Vraag de ander wat hij wil en waarom hij dat wil. Win-win relaties ontstaan eerder als ook duidelijk is wat de ander wil. Jij kunt dan rekening houden met de wensen van de ander.