Alles over stotteren
Vijf procent van de kinderen stottert. De meeste kinderen groeien hier overheen. Echter, er bestaat een kans dat een kind chronisch gaat stotteren. Wat is stotteren precies? Hoe ontstaat spraak, en waar in het proces ligt de oorzaak van stotteren? Er wordt allerlei wetenschappelijk onderzoek verricht naar stotteren, met als doel stotteraars in de toekomst beter te kunnen helpen. Hoe kunnen stotteraars op dit moment worden geholpen?
Stotteren
Onder stotteren verstaat men elke vorm van niet vloeiend spreken. Dit is bijvoorbeeld te horen aan herhalingen, verlengingen of blokkades in woorden of zinnen. Vaak komen hier zichtbare symptomen bij waarvan de stotteraar zich doorgaans niet bewust is, zoals het met de spraak meebewegen van het hoofd. Stotteren komt bij 1% van de Nederlandse bevolking voor. Onder kinderen ligt dit percentage op 5%. De meeste kinderen groeien over het stotteren heen.
Oorzaken van stotteren
Het is niet mogelijk een eenduidige oorzaak te noemen. Spreken is namelijk een complex proces. Het vraagt een goede timing van ademhaling en spiergebruik voor stemgebruik en articulatie. De stem ontstaat in de larynx (keel). Hier bevinden zich twee kleppen, waardoor men tijdens het spreken geleidelijk lucht vanuit de longen laat ontsnappen. Met de tong kunnen aan de stem bepaalde klanken worden meegegeven. In de hersenen ontstaan de prikkels om te spreken. Overal in dit proces kan er iets misgaan. De kans dat een kind zal gaan stotteren neemt toe wanneer minstens een van de ouders eveneens stottert, hetgeen een genetische overdracht suggereert. Hoe dit mechanisme precies in elkaar zit is echter nog niet ontrafeld. Men vermoedt dat het antwoord in de prikkelgeleiding vanuit de hersenen ligt.
Ontstaan
De meeste gevallen van stotteren ontstaan in de kindertijd. Heel af en toe begint iemand met stotteren tijdens de puberteit. Oorzaken dat een kind gaat stotteren zijn onder andere snel praten (het kind vraagt te veel van zijn taal- en spraakvermogens), gebrek aan aandacht van de ouders en angst. Men noemt dit beginstotteren. Dit kan uitgroeien tot chronisch stotteren. In feite is dit niets anders dan gewoontegedrag. Als kind kan iemand zo gewend raken aan het stotteren, dat een verkeerde timing in het spreken gewoonte is geworden. Daardoor is chronisch stotteren zeer moeilijk te onderbreken. Wanneer het lukt om chronisch stotteren te onderbreken is dit doorgaans niet definitief: in reactie op een stressvolle situatie kan een terugval ontstaan.
De meeste (chronische) stotteraars stotteren niet altijd. Het gaat vaak een tijdje goed, maar vroeg of laat komt het stotteren terug. Niet zelden wordt dat geïnduceerd door stress. De situaties waarin deze mensen beginnen te stotteren zijn dus persoonlijk: ze hangen af van de mate van stress die een bepaald persoon in een bepaalde situatie ervaart.
Behandeling
Er bestaan meerdere therapieën tegen stotteren. Zo bestaat er een therapie welke poogt de spreektechniek te verbeteren. Dit kan in zijn algemeen zijn, waarbij er aandacht wordt besteed aan ademhaling en spreeksnelheid, of dit kan gericht zijn op specifieke stottermomenten of op bepaalde klanken. In beide gevallen probeert de therapeut iemand geleidelijk spraakfouten af te leren en/of opnieuw het spreken aan te leren. Er bestaan ook ingrijpender vormen van therapie, waarbij bijvoorbeeld medicijnen of elektronische apparaatjes zijn betrokken. De betreffende medicijnen beïnvloeden de hersenwerking. Hieraan zijn vaak bijwerkingen verbonden. Elektronica welke dient om de vloeiendheid van het spreken te verbeteren zijn vaak alleen maar hinderlijk voor de stotteraar, en kunnen de angst om te spreken vergroten. Meestal wordt dan ook therapie op basis van spraaktechniek verkozen boven medicatie of elektronische hulpmiddelen.
Onderzoek naar stotteren
Op dit moment wordt er nog veel onderzoek verricht naar stotteren. Een van de doelen van dit onderzoek is het kunnen voorspellen of een bepaald kind over het stotteren heen zal groeien of niet. Dergelijke informatie kan nuttig zijn voor de te ontvangen therapie. Er loopt ook onderzoek naar de genen die verantwoordelijk kunnen zijn voor het stotteren.