Het Nedersaksisch is een officieel erkende taal in Nederland
De officiële rijkstalen in Nederland zijn het Algemeen Nederlands (AN) en het Fries (Frysk). Naast de rijkstalen worden er in Nederland diverse streektalen of dialecten gesproken. De Limburgse taal en het Nedersaksisch zijn erkend als officiële regiotalen. In 2018 heeft de rijksoverheid de streektaal Nedersaksisch extra benadrukt in het Convenant Nedersaksisch. Het houdt in dat het rijk de Nedersaksische taal gaat beschermen en wil bevorderen als een volwaardig en zelfstandig onderdeel van de taal in Nederland. Nedersaksisch wordt gesproken in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, de Noordoost-Veluwe, de Achterhoek en in de Stellingwerven (een gebied in het oosten van Friesland).
Ontstaan van de Nedersaksische taal
Rond het jaar 800 n. Chr. is het Nedersaksisch ontstaan uit het Germaans, een subgroep van de Indo-Europese talen, een taalfamilie van meer dan 400 talen die aan elkaar verwant zijn en ontwikkeld uit een gemeenschappelijke vooroudertaal. Een taalfamilie is een classificatie waarbinnen de wereldtalen worden ingedeeld zoals de:
- Indo-Europese (of Indo-Germaanse) talen, talen in Europa en Zuidelijk Azië;
- Afro-Aziatische talen, talen in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika;
- Altaïsche talen, waaronder Turkse talen, Mongoolse talen, Japans en Koreaans.
Germaanse taal
De Indo-Europese talen vormen een taalfamilie waaronder de Germaanse talen vallen. Germaanse talen die weer onderverdeeld zijn in:
- Oost-Germaanse talen (Tsjechië, Polen en delen van Duitsland);
- West-Germaanse talen (Nederlands met een aftakking naar het Afrikaans, Engels, Duits en Fries);
- Noord-Germaanse talen (Zweeds, Noors, Deens en IJslands).
West-Germaanse talen
Het West-Germaans wordt vervolgens weer onderverdeeld in subgroepen waarvan enkele belangrijke groepen zoals:
- Anglo-Fries;
- Hoogduits:
- Nederfrankisch;
- Nederduits.
Nederduits
Het Nederduits is de verzamelnaam voor een aantal West-Germaanse dialecten in het noorden en oosten van Nederland en in het noorden van Duitsland. West-Germaanse dialecten zijn onderverdeeld in het;
- Nedersaksisch. Het Nedersaksisch wordt gesproken in het noordelijke deel van Duitsland (de deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen) en in het noordelijke en oostelijke deel van Nederland (de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, Achterhoek, Veluwe en de Stellingwerven). Het Nedersaksisch is ontstaan uit het Nederduits dat in Westfalen en Nedersaksen werd gesproken;
- Oost-Nederduits. Het Oost-Nederduits wordt voornamelijk in het oostelijk deel van Duitsland gesproken (Mecklenburg-Voor-Pommeren, Berlijn en Brandenburg).
In het Achterhoeks, aardappelen.
In het Achterhoeks, stofzuiger.
In het Achterhoeks, merel.
Ontstaan Nederlandse taal
Rond 1500 is uit verschillende dialecten en met Duitse invloeden (Nedersaksisch) een standaardtaal ontstaan, het Standaardnederlands of Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). De dialecten zijn de rechtstreekse nakomelingen van de Indo-Europese taal, een oertaal uit het Germaans. Na 1970 heet het Algemeen Beschaafd Nederlands, Algemeen Nederlands (AN).
Dialect
Dialect, streektaal of regionale taal is de benaming voor een taal die niet als rijkstaal geldt en alleen in een bepaalde plaats of streek gesproken wordt. Dialect is niet ontstaan uit het Algemeen Nederlands (AN) maar het Algemeen Nederlands uit het dialect. Een dialect is een volwaardig communicatiesysteem, grotendeels uit het verleden en kan herkenning bieden van een lokale geborgenheid. Het dialect maakt dan ook deel uit van ons nationaal erfgoed.
Nederlandse dialecten
In Nederland zijn dialecten of streektalen weer onderverdeeld in regio’s waar een provincie vaak de kern is. Dialecten zoals:
- Zeeuws/West-Vlaams;
- Hollands;
- Nedersaksisch (Plattdeutsch);
- Limburgs;
- Utrechts-Alblasserwaards;
- Brabants.
De streektalen hebben in Nederland niet allemaal dezelfde status. Het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden heeft het Fries dialect officieel erkend als rijkstaal en de dialecten Limburgs en Nedersaksisch als regiotaal.
Het Europees handvest voor regionale talen of talen van minderheden
Het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden, beschermt en bevordert de regionale talen en de talen van minderheden (Jiddisch en Romani), talen die belangrijk zijn voor het culturele erfgoed van Europa. Sprekers van regionale talen of talen van minderheden worden ook gestimuleerd om de taal in het persoonlijke en openbare leven te blijven gebruiken. Het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden dat door de raad van Europa is opgesteld, is in 1998 in werking getreden. Het Europese handvest bestaat uit drie delen:
- Deel I geeft een beschrijving van de regionale talen en talen van minderheden;
- Deel II geeft de erkenning van een regionale of streektaal. Dit houdt tevens in dat de taal beschermd wordt als een volwaardig en zelfstandig onderdeel van een andere taal;
- Deel III waar in Nederland de rijkstalen AN en het Fries onder vallen. Officieel benoemde talen van Nederland krijgen van rijkswege passende middelen voor het onderwijs, voor rechterlijke, bestuurlijke en culturele activiteiten.
Het Nedersaksisch en Limburgs dialect
Het Nedersaksisch is ontstaan uit het Nederduits dat in Westfalen en Nedersaksen werd gesproken. Net als het Limburgs (in 1997) is het Nedersaksisch (in 1996) erkend als regionale taal onder het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. De dialecten zijn erkend onder deel II van het Europees Handvest. Met dit gegeven erkent de regering het Nedersaksisch en Limburgs als een meerwaarde voor het Nederlands cultureel erfgoed. Provincies en gemeenten waar de dialecten gesproken worden, kunnen een eigen beleid voeren voor het bevorderen van het cultureel erfgoed door bijvoorbeeld subsidies voor toneelverenigingen of lokale omroepen te geven die het Nedersaksisch of Limburgs gebruiken.
Convenant Nedersaksisch
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de provincies Drenthe, Friesland, Overijssel, Groningen, Gelderland en het Friese gebied Stellingwerven, hebben op 10-10-2018 het Convenant Nedersaksisch getekend, waarmee het Nedersaksisch een officieel erkende Nederlandse taal is geworden. De uitstervende taal krijgt daarmee meer bescherming.
Meer bescherming Nedersaksisch
Met het convenant Nedersaksisch vinden de deelnemende partijen het belangrijk om:
- het bestaan van het Nedersaksisch dialect te behouden, zowel gesproken als geschreven;
- het huidige Nedersaksisch te gebruiken als een levendig communicatiemiddel, in het bestuurlijk verkeer en culturele uitingen gebruik kunnen maken van een taal met een eigen identiteit;
- het Nedersaksisch als een levende, eeuwenoude traditie, op een moderne wijze voor te zetten;
- het imago van het Nedersaksisch en de gebruiksmogelijkheden te stimuleren en versterken en zo de taal aan jongeren door te geven;
- het Nedersaksisch in het handelsverkeer met de Duitse deelstaten te onderschrijven;
- in het basisonderwijs les te geven in deze regionale taal;
- het Nedersaksisch in het voortgezet onderwijs aan te bieden;
- eventueel een classificatie van het Nedersaksisch te krijgen als deel III van het Europese Handvest voor regionale talen of talen van minderheden. Dit als de derde rijkstaal van Nederland naast het Algemeen Nederlands en het Fries.
In het Achterhoeks, kalkoen.
In het Achterhoeks, caravan
In het Achterhoeks, vaatdoek.
De Nedersaksische taal in de Achterhoek
Nedersaksisch wordt gesproken in Groningen, Drenthe, Overijssel, de Noordoost-Veluwe, de Achterhoek en Oost- en Weststellingwerf. Het Achterhooks (Achterhoeks) is een Nedersaksische streektaal en wordt gesproken in de Achterhoek. Achterhooks met als subvariëteiten o.a. in:
- Wenterswiek (Winterswijk);
- Grolle (Groenlo);
- Lechtenvoorde (Lichtenvoorde);
- Reurle (Ruurlo);
- Vraogender (Vragender);
- Söwent (Zieuwent);
- Dinxper (Dinxperlo);
- Toldiek (Toldijk).
De streektalen in de Achterhoek zijn niet geheel hetzelfde maar wel nauw verwant aan elkaar en niet door gemeentegrenzen en landsgrenzen (Plattdeutsch) gescheiden. Het dialect heeft veel variaties met kleine verschillen in uitspraak, spelling en toonhoogtes. Waar in het noorden en oosten het Achterhoeks dialect sterk op het Twents of Sallands lijkt, lijkt het in het westen van de Achterhoek op het Oost-Veluws.