Massacommunicatie

Toen men voor het eerst over de betekenis van de massamedia begonnen te discussiëren, hield men in principe vast aan twee gezichtspunten, die elkaars tegengestelde waren.

Gezichtspunten

Aan de ene kant was er een groep die uitzonderlijk positieve mogelijkheden in de massamedia zag. Ze stelden zich voor dat de massamedia belangrijke kennis zouden kunnen overbrengen aan de gewone man, omdat ze er van uitgingen dat iedereen dezelfde mogelijkheden tot begrijpen en leren heeft. De media zouden het verloop van de dingen op dezelfde manier gaan beïnvloeden zoals vroeger, toen directe kennisoverdracht mogelijk was. Maar aan de andere kant stonden de pessimisten die een duivels werktuig zagen in de massamedia, waarmee de hele democratische maatschappij vernietigd zou kunnen worden. Ze beschouwden de kranten en later de radio en televisie als gevaarlijke wapens waarmee men de weerloze lezers, luisteraars en kijkers zou kunnen manipuleren.

In een speciaal opzicht lijken de twee gezichtspunten op elkaar. Zowel de pessimisten als de optimisten hadden een eenzijdig beeld van het proces zelf van de massacommunicatie. Zowel de optimisten als de pessimisten zagen een atomische schare van miljoenen lezers, luisteraars en bioscoopbezoekers voor zich, die bereid was om de boodschap van de massamedia op zich te nemen. En deze boodschap stelden ze zich voor als een direct werkende en machtige stimulus tot handelen, die onmiddellijk een reactie bij de ontvanger zou oproepen.

Volgens een meer moderne opvatting is dit beeld in twee opzichten verkeerd. Ten eerste is de lezers-, luisteraars- en kijkerschare geen massa die bestaat uit afzonderlijke individuen. Iedere ontvanger is met vele banden gebonden aan andere mensen: ze zijn gebonden aan kleine groepen en aan de hele maatschappijstructuur. De invloed van andere mensen blijkt dat de informatie vaak vele stadia doorloopt: eerst van de massamedia naar de opinieleiders en van daaruit verder naar andere mensen.

Ten tweede is de informatie van de massamedia vrijwel nooit de enige toereikende en noodzakelijke voorwaarde voor het plaatsvinden van een beïnvloeding. Ze is eerder één onder vele andere factoren die invloed uitoefenen en die meewerken aan het reguleren van het effect van de beïnvloeding. Een groot deel van wat we met betrekking tot op overtuiging gerichte communicatie en de gecompliceerde achtergrond van het effect ervan zojuist besproken hebben, geldt ook voor massa-informatie.

Deze verschillende factoren beïnvloeden in hoofdzaak het individu zodanig, dat hij liever informatie kiest die de al bestaande attitudes versterkt dan informatie die in de richting van een veranderen ervan zou werken. Deze neiging om de informatie op een bepaalde manier te selecteren, heeft men in de sociaalpsychologische literatuur vaak gerekend tot de psychologische wetmatigheid, die samen met de selectieve perceptie tot uiting komt in het feit dat het individu de neiging heeft tot het waarnemen, interpreteren en onthouden van die soort informatie die de al bestaande attitudes bevestigt.

Massacommunicatie en de klassenstructuur van de maatschappij

De studie van de educatieve en de verstrooiende taken van het medium leidt de gedachte naar het verschil tussen de z.g. elitecultuur en de massacultuur en naar de op de massacultuur uitgeoefende kritiek, die vaak een gewone angst voor de massamedia weerspiegelt. De massa- of popcultuur, zoals hij ook wel genoemd wordt, ontstond in de 19e eeuw als gevolg van de industriële revolutie.

De vergrote lees- en schrijfvaardigheid van de nieuwe industriearbeidersbevolking verhoogde hun mogelijkheden en opnamecapaciteit voor cultuur. Deze verandering was echter onvoldoende aangezien een deel van de beletsels voor cultuurspreiding in stand werd gehouden: de arbeidersbevolking verrichtte nog steeds zwaar werk, had erg weinig vrije tijd en leefde verder in financieel moeilijke omstandigheden.

Als tegenwicht voor deze verhouding ontstond de massacultuur: goedkope kranten en boeken, schilderijen, muziek, snuisterijen enz. Aangezien het aantal consumenten groot was en de productietechniek goed ontwikkeld, konden grote hoeveelheden geproduceerd worden en de productie van massacultuur werd een volwaardige ondernemingstak. Later ontwikkelde de techniek nog meer nieuwe middelen zoals bijv. De film en de televisie, die uitstekend geschikt waren voor de productie en de distributie van popcultuur.

Het verschil tussen de elite- en de massacultuur is waarschijnlijk vaak overdreven. Misschien produceren de elite- en de massacultuur wel voor verschillende groepen van de maatschappij, maar de productienorm is over het algemeen dezelfde en wordt bepaald door.de gewone productienorm van elke afzonderlijke maatschappij.

Evenzo volgt de structuur binnen de instituten voor massacommunicatie de structuur binnen de andere maatschappelijke instituten. Hieruit volgt dat de massamedia in elke afzonderlijke maatschappij over het algemeen diegenen dienen die al bij voorbaat ook op andere punten de macht in die maatschappij in handen hebben.

Zowel binnen de elitecultuur als binnen de massacultuur zijn waarschijnlijk meer elementen te vinden die handhaving van het geldende maatschappelijke systeem nastreven dan elementen die op verandering aansturen. In ieder geval valt de grens tussen het cultuurgoed dat handhaving nastreeft en datgene wat omverwerping nastreeft niet samen met de grens tussen elite- en popcultuur. Het is een zelfstandige dimensie.

Het medium is de boodschap

Als we het hebben over de invloed van de massamedia, denken we meestal aan de inhoud van de informatie die uitgezonden wordt en welk effect deze heeft op meningen, attitudes en gedragingen. Maar minstens even interessant is de vraag over de invloed van het medium zelf: hoe de boekdrukkunst als zodanig en radio, film en televisie op zichzelf het bestaan van de mens zowel als de maatschappelijke ontwikkeling beïnvloed hebben.

De elektrische verlichting heeft een bepaalde betekenis, ongeacht of deze licht geeft bij een hersenoperatie of een baseballwedstrijd. Op dezelfde manier heeft de televisie enige invloeden die niet afhangen van de inhoud van de mededelingen, die zij doorgeeft, want ,,het medium is de boodschap”.
Waarschijnlijk zullen pas de geschiedkundigen van de toekomst duidelijk kunnen zien welke gevolgen de verschillende informatiemedia hebben gehad voor het bestaan van de mensen. In ieder geval lijkt er reden te zijn om onderscheid te maken tussen de gedrukte media (kranten, boeken) en de andere media (radio, televisie en internet). Men heeft namelijk geconstateerd dat de laatstgenoemde media heel duidelijk een meer verstrooiende taak hebben dan de gedrukte media, die veeleer tot taak hebben om kennis door te geven. Het tweede verschil blijkt uit het feit dat het gebruik van de gedrukte media afneemt en dat van de radio, televisie en interent toeneemt, als men de bovenste laag van de maatschappij met de minder welgestelde groepen vergelijkt.

Radio en televisie lijken bovendien geen media te zijn die weloverdacht gebruikt worden, in de zin dat men de programma’s op hun inhoud kiest. Een van de belangrijkste resultaten van een Fins onderzoek van de massamedia was dat de inhoud van radio- en tv-programma’s geen noemenswaardige invloed had op de programmakeuze radio en televisie staan een bepaalde periode aan, onafhankelijk van welk programma er in die periode wordt uitgezonden

Deze media hebben dus wortel geschoten in onze maatschappij, in ons dagelijks milieu en ze zijn factoren geworden in het dagelijks ritme van de mens, omdat ze bijna automatisch op regelmatige tijden een heel bepaalde informatiestroom produceren.

De variatie in kwaliteit en kwantiteit van de stimuli die de mens adapteert via de radio, tv en internet, is heel anders dan het geval was voordat deze media er waren. Ten gevolge van deze media is de hoeveelheid feiten waarover we geïnformeerd worden relatief groter geworden en groter dan de hoeveelheid feiten die we kunnen beïnvloeden met onze eigen handelingen, Op deze manier kan men zich voorstellen dat de radio en tv het gevoelvan machteloosheid van de mensen vergroot hebben, terwijl tegelijkertijd tegenwicht gegeven wordt in de vorm van verstrooiing,
© 2008 - 2024 Sophocles, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Theorieën over gemedieerde massacommunicatieGemedieerde massacommunicatie, wat is dat eigenlijk? Dit betreft communicatie dat wordt verspreid aan een groot publiek…
Reclame: reclamestrategie & reclameplan makenReclame is een belangrijk marketingcommunicatie-instrument uit de marketingmix. Er wordt onderscheid gemaakt in actierec…
Verbale communicatieDagelijks communiceren we verbaal en non-verbaal, direct en indirect. Wat zijn nu eigenlijk de processen binnen verbale…

Communicatie met het doel te overtuigenAl eerder probeerden sociaalpsychologen op vele manieren uit te vinden welke vorm van communicatie het meest effectief i…
Verlegenheid overwinnenVerlegenheid overwinnenGesprekken, vergaderingen, spreekbeurten, conflicten... Tal van uitdagingen op het pad van de verlegen persoon, die het…
Sophocles (334 artikelen)
Gepubliceerd: 23-02-2008
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Communicatie
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.