Werkende mama's zonder schuldgevoel
Mama's die het jaar na hun bevalling weer aan de slag gaan, hebben voortaan geen enkele reden meer om zich schuldig te voelen omdat ze hun baby in de steek zouden laten. Inderdaad, uit de resultaten van een recent onderzoek door Amerikaanse deskundigen, blijkt dat deze baby's geenszins lijden onder de afwezigheid van hun buitenshuis werkende moeder. Nederlandse deskundigen komen tot heelwat genuanceerdere besluiten.
De resultaten van dit Amerikaanse onderzoek zijn voor de vele betrokenen een echte verrassing. Volgens eerder georganiseerde studies van Unicef kwam immers telkens aan het licht dat moeders tijdens het eerste jaar na de geboorte van hun kind, best zoveel mogelijk thuis bleven. Crèche-kinderen zouden volgens dit Unicef-onderzoek later trager en minder goed leren.
Kersverse moeders krijgen het dus beslist niet gemakkelijk om hun uiteindelijke keuze te maken tussen het moederschap of hun carrière. Inderdaad, eerdere onderzoeken wezen zelfs onomstoonbaar uit dat kinderen, die als baby in een crèche werden opgevangen, ook veel meer gedragsstoornissen vertoonden dan hun leeftijdsgenootjes die in hun vertrouwde omgeving thuis door hun moeder werden groot gebracht.
Het jonste onderzoek terzake, dat door deskundigen van de New York Columbia University School of Social Work werd uitgevoerd, brengt nu dus voor alle buitenshuiswerkende moeders een meer geruststellende boodschap.
Hoger inkomen zorgt voor meer levenskwaliteit
De onderzoekers van deze gerenomeerde universiteit stelden tijdens hun onderzoek vast dat moeders, die snel na de geboorte van hun baby weer aan de slag gingen, heelwat zelfzekerder waren en hun baby's een kwalitatiever leven én een betere zorg wisten te bieden. Dat dankten ze hoofdzakelijk aan hun hoger inkomen. Het belangrijkste gevaar hier is echter dat kinderen wiens moeders snel na hun bevalling hun job hernemen, weinig aandacht krijgen. Deze Amerikaanse wetenschappers zijn eensgezind van oordeel dat dit laatste perfect en eenvoudig kan worden voorkomen. Ze stellen hierbij dat "het cruciaal is hoe de vrouw haar moederrol uiteindelijk invuilt.
"Zelfs vrouwen die wekelijks meer dan dertig uur werken, kunnen dat doen door, eens ze thuis bij hun baby zijn, zich volledig los te maken van hun werk en zich extra te focussen op doorgedreven zorg en aandacht voor hun kind" aldus nog de Amerikaanse deskundigen. Dat is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan, zodat ze in hun besluiten pleiten voor deeltijds werk.
Toch hebben crèche-kinderen het moeilijk
Nederlandse onderzoekers kwamen de voorbije maanden echter tot enkele belangrijke vaststellingen. Esther Albers, studente ontwikkelingspsychologie aan de befaamde universiteit van Nijmegen, onderzocht in totaal 64 baby's in een veertigtal verschillende kinderdagverblijven, variërend in leeftijd van drie tot negen maanden. Ze analyseerde daarbij het niveau van het stresshormoon cortisol in het speeksel van de baby's. Ze onderzocht tevens de kwaliteit van de aangeboden zorg in de crèche én thuis. Albers relateerde haar onderzoeksgegevens vervolgens aan het temperament van de baby's. Uit de resultaten van haar onderzoek blijkt overduidelijk dat de baby's het vooral tijdens hun eerste verblijfsmaand in de crèche erg moeilijk hebben. Gedurende de eerste vier weken noteerde ze een opmerkelijke stijging in hun cortisolniveau's. En in crèches waar de zorg kwalitatief beter was, vertoonden de baby's opvallend minder stress.
Kinderopvang niet geschikt vor alle baby's
Marianne Riksen-Walrave, hoogleraar ontwikkelingspsychologie aan dezelfde universiteit van Nijmegen, stelt onomwonden dat "kinderopvang zeker niet geschikt is voor alle baby's". Volgens haar is dit eigenlijk niet zo erg verwonderlijk, " gezien de recente neurobiologische inzichten over de hersenontwikkeling van baby's.
"Zo dachten we vroeger dat de hersenen van jonggeborenen vanzelf groeiden. Nu is gebleken dat dit niet het geval is. De babyhersenen groeien door ervaringen . Wat de baby's meemaken, bepaalt zelfs de structuur van hun hersenen. Bij positieve ervaringen als praten, lachen en zéker bij knuffelen, komen stoffen zoals dopamines vrij waarmee nieuwe verbindingen tussen de hersencellen worden gerealiseerd. De meederheid van onze moeders doen dit alles automatisch. In de kinderopvang, zowel in de kwalitatief goede als minder goede, gebeurt dat heelwat minder intensief", zo besluit hoogleraar Marianne Riksen-Walrave haar betoog.