Test je taalgevoel
Taalgevoel is je vermogen om taal intuïtief aan te voelen. Je bij het lezen van teksten direct en spontaan ziet c.q. aanvoelt of de regels qua stijl en grammatica kloppen. Taal en taalgevoel spelen een belangrijke rol; veel van onze dagelijkse werkzaamheden hebben hoe dan ook met taal te maken. Hoe is jouw taalgevoel? Doe de taalgevoeltest om een indicatie te krijgen van jouw niveau qua taalgevoel en hoe deze score zich verhoudt tot die van jouw normgroep (leeftijdgenoten).
Taal en taalgevoel
Taal en taalgevoel vormen een belangrijk en centraal onderdeel in ons leven. Zowel op school, tijdens je studie als in je beroep c.q. loopbaan. Veel van wat we doen, onze dagelijkse verrichtingen en werkzaamheden hebben hoe dan ook met taal en taalgevoel te maken. Taalgevoel is het vermogen om taal intuïtief aan te voelen. Je bij het lezen van teksten direct en spontaan ziet c.q. aanvoelt of de regels qua stijl en grammatica kloppen. Dit zonder al te lang na te denken of de regels op te hoeven zoeken.
Algemene instructie taaltest
Bij de test gelden de volgende instructies:
- Maak de test op een rustig moment. Verstoring en onderbreking kunnen het resultaat beïnvloeden.
- Van origine is dit een 'paper and pencil test'. Het werkt het beste als je een uitdraaitje van de test maakt. Indien je deze test direct van beeldscherm maakt, schrijf dan in ieder geval even de antwoorden op een papiertje
- Bij deel 2 en deel 3 van deze test is er een tijdslimiet gegeven. Hou de voorgeschreven tijd nauwkeurig aan, anders heeft het resultaat geen waarde
- Lees de aanwijzingen die gegeven worden, voorafgaand aan de drie delen, goed door
- De opgaven hebben een verschillende moeilijkheidsgraad. Het kan gebeuren dat je bepaalde opgaven niet goed op kunt lossen. Dit is geen probleem, ga dan gewoon door met de volgende opgaven
- De resultaten hebben alleen waarde als je de aanwijzingen bij de test opvolgt. Als je vals speelt bedrieg je je zelf. De juiste antwoorden kun je vinden onder aan de pagina, waar ook ide betekenis van de score in een tabel weergegeven.
De taaltest bestaat uit drie delen:
- Deel 1 Aanvullen van ontbrekende woorden
- Deel 2 Ontdekken van het verband tussen woorden
- Deel 3 Vermogen tegenstellingen te vinden
Taalgevoeltest deel 1
Aanvullen van ontbrekende woorden in zinnen
Vul in de onderstaande acht zinnen het ontbrekende woord in (aangegeven door puntjes). Er worden telkens drie woorden genoemd, waaruit je een keuze kunt maken. Omcirkel het gekozen woord (a, b of c). Het gaat erom of het gekozen woord in het betreffende zinsverband juist klinkt en (meest) treffend is.
Opgaven deel 1
1. s Nachts rolde een arrestatiegolf over het land. Legerofficieren
........ alle krantenredacties, nieuwsdiensten en televisiestations.
a) bestormden b) veroverden c) bezetten
2. Vroeger maakte men gebruik van een verlostang als een kind niet
. ter wereld wilde komen.
a) goed b) juist c) normaal
3. De geharde mannen die in het
. zand werkten, zochten naar olie.
a) gloeiendhete b) fijnkorrelige c) geelwitte
4. Meer dan duizend futurologen in Amerika, Frankrijk, Engeland, Japan en Oost-Europa
. over de wereld in 2010.
a) piekeren b) puzzelen c) denken
5. Van geen der LP´s die op het hoogtepunt van de
. in het midden van de jaren zestig op de markt kwamen, werden minder dan een miljoen exemplaren verkocht.
a) Beatle-rage b) Beatle-faam c) Beatle-successen
6. Deze keer
. het gedrag van het Engelse voetbalelftal de Duitse boulevardpers.
a) schokte b) ergerde c) prikkelde
7. Het ergerde hem dat Fidel Castro de reclameborden van internationale merken liet ..........
a) weghalen b) slopen c) demonteren
8. Alle vrachtwagencombinaties moeten voortaan in vrolijke kleuren worden .......... en met bonte dekzeilen worden uitgerust.
a) beschilderd b) geverfd c) gelakt
Taalgevoeltest deel 2
Ontdekken van het verband tussen woorden
Analyseer twaalf woordcombinaties (oftewel analogieën). De woorden voor en achter het koppelteken houden verband met elkaar. De bedoeling is om het ontbrekende woord (?) te ontdekken. Er worden steeds vijf antwoordmogelijkheden gegeven; omcirkel hierbij het juiste woord (a, b, c, d of e).
Voorbeeld
Zomer : Regen - Winter : ? Lees dit als:
Zomer staat tot Regen - als Winter staat tot ?
a) Kachel b) Sneeuw c) Voorjaar d) Kerstmis e) Wit
Het juiste antwoord is b (Sneeuw).
Tijdsduur: 6 minuten
Je hebt precies 6 minuten de tijd voor de onderstaande twaalf opgaven. Als je eerder klaar bent, kun je met deel 3 beginnen. Let op: stop als de 6 minuten om zijn, ook al heb je niet alle opgaven gemaakt. Hou je nauwkeurig aan de tijd, anders hebben de resultaten van deze test geen enkele waarde.
Opgaven deel 2
1.
Auto : Straat - Trein : ?
a) Dam b) Brug c) Rails d) Station e)Wissel
2.
Machine : Metaal - Mens : ?
a) Ziel b) Geest c) Kind d) Vlees e) Handen
3.
Kruik : Pottenbakschijf - Auto : ?
a) Straat b) Lopende band c) Garage d) Benzinestation e) Hefbrug
4.
Kind : Gezin - Stad : ?
a) Stadhuis b) Inwoners c) Landschap d) Dorp e) Staat
5.
Natuur : Oerwoud - Cultuur : ?
a) Bijl b) Akker c) Bosbeheer d) Wegen e) Boer
6.
Stoel : Zetel - Tuin : ?
a) Park b) Bos c) Weide d) Tuinbank e) Schutting
7.
Oog : Schilderij - Oor : ?
a) Geluid b) Lied c) Toon d) Noot e) Klank
8.
Vlam : Kaars - Kreeft : ?
a) Water b) Kanker c) Bacil d) Zee e) Schaar
9.
Verwekking : Vernietiging - Productie : ?
a) Constructie b) Destructie c) Desintegratie d) Verwarring e) Verbranding
10.
Klok : Tijd - Thermometer : ?
a) Zon b) Koorts c) Kou d) Warmte e) Jaargetijde
11.
Vliegen : Vallen - Zwemmen : ?
a) Verdrinken b) Afdrijven c) Zinken d) Stikken e) Duiken
12.
Lucht : Wolken - Aarde : ?
a) Bos b) Weiland c) Huis d) Mensen e) Zee
Taalgevoeltest deel 3
Vermogen tegenstellingen te vinden
De bedoeling is om het woord te zoeken dat het meest het
tegendeel uitdrukt van het gegeven woord. Er zijn telkens vijf antwoordmogelijkheden; omcirkel hierbij het juiste woord (a, b, c, d of e).
Voorbeeld
Leren
a) Informeren b) Blokken c) Studeren d) Repeteren e) Vergeten
Het juiste antwoord is e (Vergeten).
Tijdsduur: 9 minuten
Je hebt precies 9 minuten de tijd voor de onderstaande 22 opgaven. Let op: stop als de 9 minuten om zijn, ook al heb je niet alle opgaven gemaakt. Hou de voorgeschreven tijd nauwkeurig aan, anders zijn de resultaten van deze test niet betrouwbaar.
Opgaven deel 3
1. Wraak
a) Vergiffenis b) Verzoening c) Genoegdoening d) Recht e) Vergelding
2. Convex
a) Gewelfd b) Concreet c) Concaaf d) Confuus e) Conform
3. Gaan
a) Stoppen b) Zitten c) Lopen d) Staan e) Dansen
4. Vreugde
a) Pijn b) Zorg c) Leed d) Ontevredenheid e) Ongeluk
5. Vallen
a) Stijgen b) Opstaan c) Marcheren d) Opvangen e) Opduiken
6. Gevangen
a) Ontsnappen b) Vluchten c) Rennen d) Weren e) Weglopen
7. Tijd
a) Vergankelijkheid b) Toekomst c) Heelal d) Eeuwigheid e) Ruimte
8. Carrière
a) Promotie b) Professioneel succes c) Mislukking d) Degradatie e) Terechtwijzing
9. Sensibel
a) Hardvochtig b) Wilskrachtig c) Ongevoelig d) Onbeïnvloedbaar e) Sentimenteel
10. Egoïsme
a) Vriendelijkheid b) Deemoed c) Goedheid d) Altruïsme e) Zachtmoedigheid
11. Labiel
a) Sterk van karakter b) Zelfbewust c) Beheerst d) Fragiel e) Stabiel
12. Los
a) Massief b) Vast c) Gebonden d) Geïntegreerd e) Stabiel
13. Lafheid
a) Heldendom b) Strijdlust c) Kordaatheid d) Moed e) Woede
14. Heersen
a) Werken b) Dienen c) Uitvoeren d) Zich aanpassen e) Afstemmen
15. Schande
a) Eer b) Lof c) Trots d) Gratieverlening e) Berouw
16. Spreken
a) Zingen b) Een redevoering houden c) Zwijgen d) Brommen e) Lachen
17. Beweging
a) Halt b) Rust c) Stilte d) Stand e) Snelheid
18. Concreet
a) Onduidelijk b) Abstract c) Onnauwkeurig d) Absurd e) Eigenaardig
19. Gierigheid
a) Rijkdom b) Verspilling c) Armoede d) Minzaamheid e) Mecenaat
20. Evolutie
a) Revolutie b) Regressie c) Restrictie d) Recessie e) Repressie
21. Angst
a) Optimisme b) Argeloosheid c) Vertrouwen d) Moed e) Bravoure
22. Provincie
a) Stad b) Streek c) Hoofdstad d) Dorp e) Kolonie
Scoring van de test
Hieronder staan de goede antwoorden. Reken voor ieder goed antwoord 1 punt. Tel deze per deel bij elkaar op.
Scores Deel 1 | Scores Deel 2 | Scores Deel 3 | Vervolg Deel 3 |
1 c | 1 c | 1 a | 13 d |
2 c | 2 d | 2 c | 14 b |
3 a | 3 b | 3 d | 15 a |
4 a | 4 e | 4 c | 16 c |
5 a | 5 c | 5 a | 17 b |
6 c | 6 a | 6 e | 18 b |
7 a | 7 b | 7 d | 19 b |
8 c | 8 e | 8 d | 20 b |
| 9 b | 9 c | 21 a |
| 10 d | 10 d | 22 c |
| 11 c | 11 e | |
| 12 e | 12 b | |
... | ... | | ... |
Betekenis scores
In de onderstaande tabel kun je jouw score (puntenaantal naar leeftijdsgroep) bekijken; hoe goed jouw taalgevoel is en hoeveel procent van jouw normgroep (vergelijingsgroep) een even goed, hoger of lager niveau heeft.
score 14-16 jaar | score 17-21 jaar | score > 22 jaar | Taalgevoel | Niveau | % normgroep |
36 - 42 | 39 - 42 | 40 - 42 | zeer goed | A | 3 % |
31 - 35 | 33 - 38 | 37 - 39 | goed | B | 14 % |
25 - 30 | 27 - 32 | 32 - 36 | bovengemiddeld | C | 33 % |
20 - 24 | 22 - 26 | 26 - 31 | benedengemiddeld | D | 33 % |
13 - 19 | 17 - 21 | 18 - 25 | gering | E | 14 % |
0 - 12 | 0 - 16 | 0 - 17 | zeer gering | F | 3 % |
Noot: Lees bij de scores of niveau telkens een marge van een aantal punten lager of hoger. Deze scores dienen niet gehanteerd te worden als absoluut gegeven. Deze Taaltest kan een redelijke schatting of globale indruk geven. Om een nauwkeuriger beeld te krijgen, dient onderzoek plaats te vinden door een hiertoe bevoegd deskundige.
Lees verder