Leerstijlen - De leercyclus van Kolb
Ieder mens leert op zijn of haar eigen manier. Leren is een proces dat uiteindelijk leidt tot gedragsverandering. De psycholoog Kolb deed veel onderzoek naar de fasen in het leergedrag van mensen en vond vier fasen. Deze fasen kunnen je inzicht geven in wat nu eigenlijk jouw leerstijl is.
Wat houden de vier fasen precies in?
Voordat we gaan uitzoeken wat jouw leerstijl nu eigenlijk is, gaan we wat dieper in op de
soorten leerfasen die er bestaan. Er bestaan namelijk vier leerfasen die elkaar logisch opvolgen. Hieronder volgt een overzicht:
- Concreet ervaren ('feeling')
- Waarnemen en overdenken ('watching')
- Abstracte begripsvorming ('thinking')
- Actief experimenteren ('doing')
Zoals je op de afbeelding links ook kunt zien, volgen de leerfasen elkaar op. Bijvoorbeeld: als je iets meemaakt (ervaring), dan is het belangrijk dat je hierna je ervaring kunt overdenken (reflectie) en te veralgemeniseren (begripsvorming). Daarna kun je een aanpak bedenken waarmee je de gebeurtenis tegemoet kunt treden (experimenteren).
Laten we stellen dat deze manier van leren je is bevallen. Je hebt je een nieuwe leerstijl aangeleerd. Met dit model kun je dus je leerervaringen ordenen. Kolb beschreef een ideaal leermodel. De vier fasen herhalen zich volgens
Kolb voortdurend in deze volgorde.
Het leermodel wordt ook wel een cyclisch model genoemd (vanwege het logische opvolgen van de fasen).
Je hoeft niet altijd perse bovenaan de cirkel te beginnen. Stel je voor dat je nog nooit van je leven zelf een auto hebt bestuurd. Je kunt op diverse manieren proberen uit te vinden hoe je moet autorijden. Zo kun je bijvoorbeeld met de pedalen proberen te spelen om de auto aan het rijden te krijgen, of op diverse knopjes te drukken:
Experimenteren.
Na het indrukken van een knopje kun je kijken of er iets gaat gebeuren:
Ervaring en reflectie.
Misschien weet je al hoe je een brommer aan de praat kunt krijgen. De bediening van die brommer zou enigszins kunnen lijken op de bediening van de auto:
Reflectie.
Je gebruikt je voorkennis om je een idee te vormen van hoe zo'n auto zou kunnen gaan rijden. Je toets je kennis op de knopjes van de auto:
Experimenteren.
Je kan ook aan iemand vragen hoe je de auto aan de praat krijgt:
Ervaring.
Zo kun je je zelf een beeld vormen over hoe de bediening van de auto in zijn werk gaat:
Reflectie.
Dit ga je dan weer uitproberen:
Experimenteren.
Je kunt dus de leerfasen in elke mogelijke volgorde doorlopen. Je kunt zelfs een fase overslaan. Wanneer je fasen overslaat, daalt het
leerrendement wel weer. Dit is logisch, want de ervaring wint aan waarde als je erover hebt nagedacht, gereflecteerd en inzichten worden pas bruikbaar als je ze uitprobeert en experimenteert.
De vier leerstijlen van Kolb
Idealiter bevindt je je tijden je leerproces dus in alle vier de fasen. Waar je beginpunt ligt, verschilt per persoon. Duidelijk mag zijn dat het belangrijk is dat je geen van de fasen overslaat. Er zijn
vier leerstijlen te onderscheiden. Elke leerstijl is weer gekoppeld aan de
fasen in de leercyclus (zie afbeelding).
Fase | Waar staat deze fase voor? | Leerstijl | Voorbeeld |
1 | Concreet ervaren | Accomodator/Doener | Wat is er nieuw? Ik ben in voor alles! |
2 | Waarnemen en overdenken (reflectie) | Disvergeerder/Bezinner | Ik wil hier even over nadenken |
3 | Abstracte begripsvorming | Assimilater/Denker | Hoe is dat met elkaar gerelateerd? Zijn er verbanden? |
4 | Actief experimenteren | Convergeerder/Beslisser | Hoe kan ik dit toepassen in de praktijk? |
Waar leer jij het beste van?
Doeners leren het beste van:
- De directe ervaring
- Dingen doen
- In het diepe gegooid worden met een uitdagende opdracht
- Het opdoen van nieuwe ervaringen
- Het oplossen van problemen
Bezinners leren het beste van:
- Activiteiten waar ze de tijd voor krijgen
- Activiteiten waar ze (achteraf) gestimuleerd worden na te denken over hun acties
- Het krijgen van een kans om eerst te denken en dan pas te doen
- Het nemen van beslissingen waar geen tijdslimiet of tijdsduur aan verbonden zijn
Denkers leren het beste van:
- Gestructureerde situaties met duidelijke doelstellingen (congressen, boeken, hoorcolleges)
- Situaties waar ze intellectueel uitgedaagd worden
- De mogelijkheid te krijgen de tijd te nemen om relaties uit te leggen met kennis die ze al hebben
- De kans krijgen om vragen te stellen en de basismethodologie of logica te achterhalen
- Theoretische modellen en systemen
Beslissers leren het beste van:
- Duidelijke verbanden tussen leren en werken
- Het richten op praktische zaken
- De kans te krijgen dingen uit te proberen en te oefenen onder begeleiding van een expert
- Technieken die getoond worden met duidelijke praktische voorbeelden
De leerfasen
Kolb heeft ook ontdekt dat mensen de neiging hebben vooral die leerfase te ontwikkelen waar ze toch al goed in waren. Hij vond dat mensen ook aandacht moesten besteden aan de leerfasen die ze nog niet zo goed ontwikkeld hadden. Op die manier zou je in aanraking komen met alle leerfasen en van elke leerstijl wat opsteken. Dit werkt het leerrendement dat je tijdens het leerproces opbouwt weer in de hand.
In veel opleidingen ligt de nadruk op overdenking en theorievorming (de assimilerende leerstijl dus). Je leert hoe de dingen met elkaar samenhangen en hoe je ze in een theoretisch kader kunt plaatsen. Aan de fasen experimenteren en ervaren wordt minder aandacht besteedt bij opleidingen. Als gevolg hebben de studenten van universiteiten en hogescholen veelal een overdenkende en theoretiserende leerstijl.
Wanneer je alle vier de leerstijlen goed beheerst, ben je een all-rounder. Tegenwoordig wordt het ontwikkelen van alle vier de leerstijlen aangemoedigd. Zeker met de komst van
het Nieuwe Leren, moet de leerling 'leren te leren'. En volgens Kolb kun je dit het beste wanneer je alle vier de leerstijlen beheerst.